Verplichte verzekering

Aannemer niet verzekerd? Architect legt vanaf 1 juli verplicht de werf stil

17 april 2018

Op 1 juli 2018 wordt een nieuwe wet van kracht die naast architecten ook andere dienstverleners en aannemers een verzekeringsplicht oplegt voor de 10-jarige burgerlijke aansprakelijkheid. Die heft een jarenlange discriminatie (ten dele) op, maar maakt van architecten tegelijk een soort politieman. Kan of wil de aannemer het verzekeringsattest niet voorleggen, dan is de architect immers verplicht de werf stil te leggen. Bevoegd minister Ducarme en zijn kabinet hadden zich bovendien geëngageerd tot een tweede wet, dit keer rond de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid. Het voornemen was om deze tweede wet eveneens op 1 juli van start te laten gaan. Ondertussen blijft het echter windstil en dreigt de nieuwe verzekeringsplicht op 1 juli in de grootste onduidelijkheid van start te zullen gaan.

De Wet van 31 mei 2017 (BS 9 juni 2017 - Wet betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid van aannemers, architecten en andere dienstverleners in de sector) is een belangrijke eerste stap om een historische ongelijkheid weg te werken, maar krijgt een onvoldoende van de beroepsverenigingen voor de architecten. Vooreerst is er enkel de verplichting zich te verzekeren voor de 10-jarige aansprakelijkheid. Daarnaast is het toepassingsgebied beperkt tot de woningbouw. Voor architecten verandert er inzake verzekeringsplicht niets omdat zij al meer dan tien jaar deontologisch en wettelijk verplicht zijn zich te verzekeren.

 

De eerste Wet voorziet nog in een bijkomende controleplicht voor de architect; de werken kunnen niet worden aangevat vooraleer de aannemer een verzekeringsattest heeft overhandigd aan de bouwheer én de architect. De architect moet het desnoods opeisen. Hoe de architect dit moet doen is niet duidelijk. Er is immers geen contractuele band tussen beiden om dit mogelijk te maken. Het is voor de architect niet mogelijk en niet wenselijk om de aannemer hierop te controleren.

 

Controleplicht voor alle nieuw woningbouwprojecten met vergunning na 1 juli 2018

 

Om aan deze verzuchtingen tegemoet te komen zou minister Ducarme werk maken van een verzekeringsplicht voor de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid van alle dienstverleners in de bouwsector. Die tweede wet zou tevens een aanpassing van de controleplicht kunnen inhouden. Ontwerpteksten daartoe zijn opgemaakt en een eerste keer besproken, maar sindsdien is het windstil. Dit is zorgwekkend daar het ontwerp van deze tweede wet wijzigingen bevat aan de Wet van 31 mei 2017 en tevens in werking moet treden op 1 juli 2018. De eerste wet zal gelden voor nieuwe projecten waarvan de omgevingsvergunning na 1 juli 2018 wordt toegekend.

 

De beroepsverenigingen voor architecten hebben eerder al gewezen op deze onhaalbare bepaling. De minister en zijn kabinet hadden zich tot aanpassingen geëngageerd. De deadline van 1 juli nadert echter met rasse schreden. We manen daarom aan om snel werk te maken van deze nodige aanpassingen.

 

Optimale bescherming voor de consument

 

Al sedert 1985 is de verzekering voor architecten een deontologische verplichting. Sinds 2006 is ze tevens wettelijk opgelegd. De verplichting geldt echter enkel voor de architect en niet voor andere actoren in de bouw. Het Grondwettelijk Hof oordeelde in 2007 dat dit een discriminatie betekent ten aanzien van de architect. Het vernietigde de verplichting niet, maar riep de wetgever op ook andere actoren in de bouw zo’n verzekering beroepsaansprakelijkheid bij wet op te leggen.

 

Beroepsverenigingen van architecten zijn reeds lang vragende partij voor een verzekering van beroepsaansprakelijkheid voor álle bouwpartners. Dit is een voorwaarde voor een optimale bescherming van de consument.