Nieuws

Kobe Boussauw: ‘Wonen in de stad stimuleren in plaats van extra belasten’

10 januari 2018

De regering zou wonen in de stad moeten stimuleren in plaats van het extra te belasten, zegt Kobe Boussauw (docent ruimtelijke planning en mobiliteit, VUB) in De Standaard.

De Vlaamse regering paste onlangs het systeem van de registratierechten aan. Voortaan worden de belastingen die je betaalt bij de aankoop van vastgoed, zoals een woning, bepaald door de verkoopprijs en niet langer door het kadastraal inkomen.

 

Het kadastraal inkomen is een maat voor de waarde van een gebouw of grond, die voor oudere panden en gronden door middel van schatting werd vastgelegd in 1975, en vervolgens niet meer werd geactualiseerd. Voor meer recente panden, of panden die een grondige renovatie ­ondergingen – waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is, werd het kadastraal inkomen doorgaans wel geactualiseerd.

 

"Het systeem is weinig billijk", aldus Boussauw. "Wie grondig renoveert of een krot vervangt door een nieuwbouw, wordt gestraft met een drastische verhoging van de verschuldigde onroerende voorheffing."

 

"Eigenaars in stedelijke gebieden betalen ook meer dan eigenaars in randstedelijke of landelijke gemeenten. In 1975 was het nog vanzelfsprekend dat een huis in de stad meer waard was dan een huis ‘op den buiten’, en daarom zwaarder belast werd. Vandaag weten we dat wonen in stedelijk gebied, met openbaar vervoer en fietsvoorzieningen, ­winkels, scholen en jobs binnen hand­bereik, vooral duurzamer is dan afgelegen wonen, en net zou moeten worden gestimuleerd in plaats van extra belast. De betonstop wil afgelegen ontwikkeling tegengaan, maar ontbeert de fiscale instrumenten daartoe."

 

De oplossing? "Koppel vastgoedfiscaliteit aan ruimtelijke ordening. Een eerste stap kan bestaan uit de hervorming van de onroerende voorheffing tot een planningsinstrument."