Nieuws

Vlaams Bouwmeester bestrijdt vooroordeel dat architecten veel verdienen

12 februari 2018

De krant De Tijd stelde tien geldvragen aan Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck (59). Hij bestrijdt o.a. het vooroordeel dat architecten veel verdienen. ‘Ik heb nooit de middelen gehad om veel in vastgoed te investeren. Dat zou meer hebben opgebracht dan alles wat ik in mijn leven heb gedaan.’

1 Hebt u het ooit moeilijk gehad om de eindjes aan elkaar te knopen?

‘Mensen denken dat architecten goed hun boterham verdienen, maar we verdienen 26 à 34 euro bruto per uur. Ter vergelijking: een metser vraagt 55 euro per uur. Zonder samen te werken met andere architecten red je het dus niet. Als beginnend architect is het helemaal onbegonnen werk en is geld snel je belangrijkste bezorgdheid. Zelf kon ik me de eerste tien jaar van mijn carrière amper vakantie veroorloven.’

 

2 Verdient u als ervaren architect intussen wel goed?

‘Als Vlaams Bouwmeester heb ik nu tijdelijk een inkomen als ambtenaar met een bediendeloon. Dat ligt iets hoger dan wat ik als zelfstandige zaakvoerder had. Ik haal nu tijdelijk ook veel minder geld uit de zaak. Intussen werk ik daar elf jaar, samen met een vennote en een 15-tal medewerkers. Schaalvergroting helpt, maar de eerste jaren draaiden we verlies. Belastbare winst realiseren we nog maar een paar jaar. Wat je daar als zaakvoerder uithaalt, is nog steeds relatief bescheiden. En ik ben al bijna zestig en heb een zogezegd succesvol architectenbureau.’

 

3 Wat is uw beste investering?

‘Een oud postkantoor in Leuven, waar ik mijn eerste bureau vestigde. Dat hebben we later met een mooie meerwaarde verkocht, onder meer omdat we het mooi hadden gerenoveerd. Dat is een voordeel als architect: je doet geen ingrepen die het gebouw devalueren. Ik sta er soms versteld van hoe mensen een huis verbouwen, om dan vast te stellen dat er nergens nog een zicht op de tuin of een beetje lichtinval is.’

 

4 Investeert u veel in vastgoed?

‘Nee. De enige vastgoedinvesteringen in mijn leven zijn mijn voormalig bureau, dat ik intussen heb verkocht, en het appartement waar ik woon. Andere eigendommen heb ik niet. Dat vind ik spijtig, want ze zouden meer hebben opgebracht dan al de rest die ik in mijn leven heb gedaan. Ik ben wel heel blij met mijn appartement in Elsene. Bij goed weer kan je de Boerentoren in Antwerpen zien, tegenover de deur heb ik een mooi parkje en er liggen tientallen restaurants op wandelafstand.’