Foto: Studio Dann

Interview

Bart Janssens en Danny Windmolders: 'We willen de glazen bol van studenten doorbreken'

Arnaud Tandt • 15 juni 2018

UHasselt SEE / Fac-Ark pakt vanaf volgend academiejaar uit met ‘Building Beyond Borders’. Deze postgraduaatsopleiding zal elk jaar focussen op een design&build project in het buitenland, te beginnen met een vrouwenhuis in Marokko.

Hasselt vanuit Gent bereiken is altijd – naar Vlaamse normen – een halve onderneming. De campus van Diepenbeek, midden in het groen, lijkt al helemaal weg van de buitenwereld. De faculteit Architectuur en kunst zit er op een uithoek van het terrein; enkel een lange gang verbindt deze met de rest van de campus. Na een korte wandeling door de centrale overdekte agora, langs schaalmodellen en het WikiHouse dat op de expo ‘Atelier à Habiter’ in Z33 pronkte, nestelen we ons in een kantoor op de verdieping samen met Bart Janssens, academisch coördinator van het postgraduaat en Danny Windmolders, coördinator van de ontwerpstudio van de Bacheloropleiding en oud-voorzitter van NAV.

 

En zo geïsoleerd blijkt de Universiteit Hasselt dan ook weer niet te zijn. Integendeel, de faculteit kijkt o.a. voor ontwerpprojecten vaak over de (lands-)grenzen heen. Met het volgende project reikt de blik zelfs nog veel verder. Universiteit Hasselt School of Expert Education / faculteit Architectuur en kunst (UHasselt SEE / Fac-Ark) richt vanaf volgend jaar ‘Building Beyond Borders’ in. Op de website staat een filmpje met een van de docenten, Nicolas Coeckelberghs. Diens kantoor, BC Architects & Studies, schreef al enkele opgemerkte projecten in Afrika op het conto.

 

ASPECTEN

 

Bart Janssens: “Waarom deze opleiding? Internationalisering zit diep geworteld in de missie van de faculteit. In de korte tijd dat we ingekanteld zijn in de universiteit hebben we internationaal al een sterk netwerk opgebouwd, zowel voor onderwijs als voor onderzoek. Global Citizenship staat daarbij centraal. We willen die interculturaliteit gaan benadrukken door verantwoorde architecten op te leiden die rekening houden met wat er zich in de wereld afspeelt en die dat ook meenemen in hoe we hier bouwen: “Think global, act local”. Hetgeen ze internationaal oppikken zal op een of ander manier ook hun onderwijs, hun visie op het bouwen of duurzaamheid gaan beïnvloeden en/of versterken.

 

Een tweede punt is dat de faculteit haar steentje wil bijdragen tot het bereiken van de Sustainable Development Goals. Daar zetten we erg op in, zowel in de onderzoeksprojecten en de ontwerpstudio’s als in andere opleidingsonderdelen, en dat sterk verweven in het hele curriculum.

 

En als derde punt: de universiteit profileert zich als een civic university, dat wil zeggen dat ze een heel sterke wisselwerking aangaat met wat er in de maatschappij zelf gebeurt. Enerzijds zal die maatschappij onderwijs en onderzoek gaan voeden, anderzijds doen we met onderwijs en onderzoek aan maatschappelijke dienstverlening.

Ik denk dat deze drie aspecten ankerpunten zijn voor de opzet van het postgraduaat en dat dit postgraduaat een hefboom is om die aspecten nog te versterken.”

 

Danny Windmolders: “Ik wil er eigenlijk nog een vierde punt aan toevoegen. Onze faculteit is in het algemeen meer hands-on, minder abstract. Er zijn twee aspecten aan het beroep van architect: enerzijds het droombeeld, een utopie nastreven, anderzijds het maken, de maakbaarheid. Dat is het mooie aan dit postgraduaat – en waarom ik het zo fel genegen ben – dat die twee aspecten allebei aan bod komen. Enerzijds dromen we van een maatschappelijk, architecturaal en duurzaamheidsbeeld, anderzijds wordt dit ook concreet gerealiseerd door onze studenten. Binnen onze faculteit doen we ieder jaar life projects waarbij studenten in groep heel concreet binnen een bepaalde context – bijvoorbeeld aan het voormalige kolenspoor hier in Limburg – ingrepen gaan bedenken, in overleg met de plaatselijke bevolking en/of andere stakeholders – heel participatief, met interviews en workshops waarbij deze eindgebruikers mee debatteren. Ook de uitvoering, de realisatie is er een verlengstuk van.”

 

Bart Janssens: “Vanuit het LIVE LAB, opgericht binnen de faculteit, realiseren we concrete projecten in Vlaanderen, zoals nu aan het voormalige kolenspoor in Genk. Eerst is er een voortraject, een participatief traject waarbij studenten onderhandelen met alle stakeholders om tot een programma van eisen te komen en een eerste prototype te maken van een gebouwde interventie. In een tweede fase wordt binnen een multidisciplinair design&build-opzet voor dit prototype een innovatief bouwkundig concept ontwikkeld en uitgewerkt. In een derde fase wordt het daadwerkelijk gebouwd met betrokken mensen van de industrie, aannemers en fabrikanten. Studenten worden in het hele ontwikkelingsproces betrokken, hetgeen het – denk ik wel – uniek maakt in Europa. Het geheel is interfacultair en binnen de eigen faculteit integreren we het in verschillende opleidingsjaren. Verschillende studenten werken mee aan hetzelfde project.”

 

Danny Windmolders: “Het eigenlijke project loopt één jaar. Het verder bouwkundig uitwerken, in een prototype omzetten en werkelijk bouwen, duurt meerdere academiejaren.”

 

Bart Janssens: “De hele bedoeling is ook om voeling met materialen, afmetingen en de bouwpraktijk te krijgen. Wat betekent bijvoorbeeld een stalen balk van 30cm hoog, is dat handelbaar binnen een bepaalde context? Hoe moet een verbinding juist ineen zitten om te kunnen realiseren? Dat is net de meerwaarde van die hands-on oefening. Maar ook de aandacht voor een zorgvuldige en haalbare ontworpen detaillering bijbrengen is nuttig. Dergelijke bouwkundige ontwerpen kunnen immers een meerwaarde geven aan het ruimtelijk, het esthetisch, het architecturaal ontwerp. ”

 

Het WikiHouse (een Open Source bouwsysteem dat iedereen kan downloaden, aanpassen en bouwen, nvdr), is ook een hands-on project. Die woning is op schaal 1:1 uitgevoerd.

 

Danny Windmolders: “Studenten zijn verbaasd als ze voor de eerste keer een ruimte mogen maken waarin ze zelf kunnen rondlopen. Anders werken ze altijd met schaalmodellen, waar je niet kan inkruipen, wel endoscopisch in kijken, maar dat is niet hetzelfde en altijd vervormd, net als die renders, dat is eigenlijk de waarheid gelogen – het perspectief neem je zo breed of smal als je wil. Het WikiHouse is ook een mooi voorbeeld op constructief gebied, het is al vier maal gedemonteerd en verplaatst en het staat er nog.”

Eerste prototype van een Experience House langs het Genkse kolenspoor

BUILDING BEYOND BORDERS

 

Bart Janssens: “Het idee van ‘Building Beyond Borders’ is om deelnemers de nodige competenties bij te brengen in een andere context dan we in Vlaanderen gewoon zijn, hen te laten experimenteren en ervaring opdoen met duurzaam bouwen. Dit zowel inhoudelijk – wat is duurzaam bouwen: welke materialen, welke constructies, welke vormgeving in functie van klimaat, geografie en sociale context – als procesmatig: hoe bereik je een duurzaam gebouw. Misschien moeten we de klassieke processen die we in Vlaanderen hanteren verlaten en naar een participatieve werking gaan, meer hands-on en meer prototypes maken. We willen zowel op inhoud als op proces de nodige inzichten bijbrengen aan de deelnemers o.a. via het realiseren van één project in het buitenland, in een land in ontwikkeling waar er echt een maatschappelijke vraag en een draagvlak voor is. Volgend jaar werken we rond een vrouwenhuis in Marokko, het jaar erop kan dit bijvoorbeeld in Kenia zijn. Zolang het maar een project met een sociale, maatschappelijke relevantie is.”

 

Bart Janssens: “Studenten krijgen eerst en vooral de nodige theoretische inzichten over o.a. duurzaamheid, niet-conventionele materialen en constructiemethoden, representatietechnieken, participatief ontwerpen en sociaal-culturele aspecten van het bouwen en het wonen. Hoe ga je om met de lokale bevolking, communiceer je met mensen die een andere taal spreken – misschien zijn er andere vormen van communicatie zoals schetsen nodig. Vervolgens maken de studenten een prospectiereis om de context echt te vatten: zoals de bouwmaterialen en -cultuur leren kennen, de site opmeten en besprekingen aangaan met bewoners in functie van het programma. Vanaf dan kunnen ze echt beginnen te ontwerpen, ruimtelijk maar ook bouwkundig. In het tweede semester wordt het ontwerp volledig uitgewerkt tot een uitvoeringsdossier, maar dan zodanig vormgegeven dat het communiceerbaar is met de lokale bevolking, want die participatie is belangrijk. Als laatste stap moeten de deelnemers gedurende minstens acht weken ter plaatse hetzij gaan bouwen, hetzij de werf begeleiden, documenteren of bijsturen in functie van de achtergrond van die deelnemers, want behalve architecten kunnen ook mensen met een andere bouwgerelateerde of ontwerpgerelateerde achtergrond deelnemen, zoals bijvoorbeeld ingenieurs en productontwikkelaars. We willen een heel divers publiek bereiken die elk vanuit hun discipline een bijdrage kunnen leveren aan het project. We mikken zowel op Vlamingen, Europeanen als mensen buiten Europa, nét om die interculturaliteit met een wisselwerking tussen inzichten ook binnen het postgraduaat zelf te verkrijgen.”

 

Ook reeds voor dit project werd er aan de faculteit al regelmatig – net – over de lands- of regiogrenzen heen gekeken.

 

Danny Windmolders: “Euregio speelt mee. We kennen een beetje dezelfde historiek, zoals het kolengebeuren over de grenzen heen. We kunnen veel van elkaar leren en delen ook een culturele achtergrond – bijvoorbeeld de Maaslandse renaissance, die in Hasselt, Tongeren en Luik voorkwam – gemeenschappelijk erfgoed, historiek en ondergrond – haast letterlijk. De afstanden betekenen niets, we zijn bijvoorbeeld met het tweede jaar nu in Aken aan het werken, ervoor vijf jaar op rij in Luik. Dat is ineens toch een andere taal en manier van werken, dat is wel fijn. Ieder jaar organiseren we de Euregionale Architectuur Prijs waar we dan een concurrent zijn van elkaar. Ik weet niet of er elders nog over de faculteiten (en de grenzen, nvdr) heen een architectuurwedstrijd voor laatstejaarsstudenten georganiseerd wordt.”

Site pilootproject postgraduaat in Ouled Merzoug (Marokko) - BC Architects

DUURZAAMHEID EN DIENSTVERLENING

 

Bart Janssens: “Met dat postgraduaat willen we ook sensibiliseren, kennis en ervaring opdoen inzake niet-conventionele materialen en constructiemethoden en dit gekoppeld aan onderzoek binnen de faculteit. In Marokko gaan we misschien met aarde bouwen. We hebben hier ook een lopend doctoraatsonderzoek rond bouwen met aarde binnen de context van Vlaanderen. Kan er in Vlaanderen gebouwd worden met aarde en op welk manier, en wat zit er praktisch en economisch achter? Er moet nog wel wat onderzoek naar gebeuren, maar dit postgraduaat geeft wel aanleiding om dat onderzoek te gaan voeden.”

 

Bart Janssens: “We moeten greenwashing vermijden: opsmukken van een aanvankelijk niet-duurzaam beoogd project door het met een groendak of zonnepanelen te gaan verduurzamen. We merken vaak dat dergelijke add-on maatregelen op het laatste moment toch niet gerealiseerd worden omwille van esthetische, praktische en/of budgettaire redenen, waardoor je eindigt met een ‘banaal’ gebouw dat een hypotheek gaat leggen op de toekomst. We moeten daarentegen focussen op de intrinsieke duurzaamheid van projecten, ruimtelijk en bouwkundig.”

 

Danny Windmolders: “Ik denk dat we al blij mogen zijn als een project de tijd overstijgt. Niet alleen qua materialen, maar ook qua bestemming waarbij het uitwisselbaar is van kantoren naar assistentiewoningen, van assistentiewoningen naar starters.”

 

Bart Janssens: “Duurzaamheid is ruimer dan alleen het ecologische, ruimer dan energie, materialen en water. Het gaat ook over sociaal-culturele aspecten: privacy, identiteit, sociaal contact, sociale verwevenheid. Over hoe bewoners/gebruikers van een project interageren met elkaar, maar ook met de ruimere context. Dat is het people aspect van duurzaam bouwen. Het welbehagen, welbevinden van bewoners hoort er ook bij. Ik denk dat we daar op de faculteit ook heel sterk op inzetten.”

 

Danny Windmolders: “Als we niet met de participatieprocessen zouden werken, komen de studenten nooit iemand anders tegen dan hun eigen begeleiding. Ik noem dat isolement een glazen bol. Anderen spreken over een ivoren toren, maar ik vind een glazen bol als metafoor interessant, want als je die niet doorprikt…

Ook in de realiteit is het zo. Zelfs als je voor een sociale bouwmaatschappij werkt wonen er later gebruikers in die het helemaal niet leuk vinden dat je een eenheid ontworpen hebt. Die willen daarop inbreken en het eerst dat die doen is de brievenbus vervangen of poorten schilderen en dan is het concept om zeep. Je kan dat beter vanaf dag één meenemen en het individuele – waar iedereen naar streeft, zeker in België – toch integreren in zo’n gemeenschappelijkheid.”

 

Danny Windmolders: “Dit jaar ontwerpen onze studenten een verdichtingsproject in Sint-Lambrechts-Herk. Dit gebeurt in samenspraak met de stad Hasselt, het OCMW, eigenlijk iedereen die bij wonen in de stad betrokken is, maar ook met de omwonenden. We hebben ginds een info-avond georganiseerd. De hele buurt wordt uitgenodigd en reageert want er gaat iets komen. Een student ontwerpt dan een toren, wat een heel debat op gang brengt. Het is de implementatie van meergeneratiewonen of van het cohousingsysteem binnen alle aspecten van de heel strikte regelgeving van de VMSW, wat nog nooit iemand gedaan heeft. Zo kunnen we veel dingen teweeg brengen die maatschappelijk en politiek relevant zijn.”

 

Danny Windmolders: “We hebben drie taken binnen het onderwijs: onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Je moet maken dat deze drie dingen aan bod komen…”

 

Bart Janssens: “… en dingen opzetten zoals dit postgraduaat waarbij er een heel sterke nexus is tussen onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening: dat is een win-win voor al die drie elementen.”

Fundraising Maison des Femmes

 

Zin om dit geweldige project te steunen? Dat kan!

 

Een donatie doen kan via deze link. Het bedrag gaat voor de volle 100% naar de bouw van 'Maison des Femmes', een plek waar emancipatie en nieuwe plattelandseconomieën in Ouled Merzoug volop gestimuleerd worden!