© Iwan Baan

Nieuws

Architect Kunlé Adeyemi en fotograaf Iwan Baan - Beelden van een vlietende wereld

Arnaud Tandt • 13 augustus 2018

Architect Kunlé Adeyemi en fotograaf Iwan Baan verwierven gezamenlijk bekendheid met de Makoko Floating School. In de coulissen van het Leuvense STUK, net voor een lezing, stonden ze ons te woord over de link tussen architectuur en fotografie.

Na studies in zijn geboorteland Nigeria werkte Kunlé Adeyemi (°1976) enkele jaren voor OMA en richtte daarna in Amsterdam zijn eigen kantoor NLÉ (‘thuis’ in Yoruba) op. In 2016 ontving hij de Zilveren Leeuw tijdens de architectuurbiënnale van Venetië voor de Makoko Floating School waarvan toen de tweede versie in het Arsenale aangemeerd lag.

 

Iwan Baan (°1975) behoort tot de meest gevraagde architectuurfotografen van het moment. Hij startte binnen de documentairefotografie, getuige zijn oog voor menselijke aanwezigheid en de manier waarop hij nog steeds foto’s neemt: handheld met kleine camera’s. Voortdurend reist hij de wereld rond en is “letterlijk één dag per maand in Amsterdam”, waar hij zijn kantoor heeft. In 2012 won hij op de architectuurbiënnale van Venetië de Gouden Leeuw voor een project over Torre David, samen met Urban-Think Tank (Alfredo Brillembourg, Hubert Klumpner) en Justin McGuirk.

 

ROTTERDAM EN LAGOS

 

Rem Koolhaas speelde een rol in het begin van jullie beider carrières binnen de architectuur. Iwan, blijkbaar was het eerste architectuurproject dat je fotografeerde OMA’s CCTV in Beijing.

Iwan Baan: “Onze eerste connectie dateert eigenlijk van nog vroeger. Ik kwam in contact met Rem via een gemeenschappelijke vriend, de architect en illustrator Lok Janssen, die in België aan de tentoonstelling The Image of Europe (tentoonstelling van OMA in Brussel, nvdr) werkte in 2005. Zo begon ik te werken voor OMA, op het moment dat ook Kunlé er was.”

Kunlé Adeyemi: “Ik was toen de projectarchitect voor de Rotschild Bank in Londen. Iwan werkte voor ons aan een fotoproject rond schaalmodellen.”

Iwan Baan: “Ik had een technologie ontwikkeld waarmee je binnenin een maquette kon fotograferen. Zo ontstond een beeld van 360° dat je kon versmelten met reële situaties.”

Koolhaas’ boek zou “Lagos: How it works” gaan heten, maar kwam er nooit. Waarom werd het niet gepubliceerd?

Kunlé Adeyemi: “Er zijn vele redenen maar Rem is wellicht beter geplaatst om te vertellen waarom precies. Het duurde lang om het boek te maken en een uitgever te vinden. Lagos is ook een complexe stad. Alleen al het doorgronden van het stedelijk sociale en politieke landschap is een hele opgave. Het verandert ook zo snel dat het moeilijk te vatten is. Rems betrokkenheid in het onderzoek werd ook bekritiseerd (in een gezamenlijk interview in The Guardian wordt gealludeerd op zijn positie als westerling binnen de postkoloniale context, nvdr). Het kostte Rem ook veel tijd om de finale synthese te maken. Als een document op zich is het echter nog steeds een heel rijke en interessante momentopname.”

 

CARACAS

Koolhaas zei over Lagos (in hetzelfde interview, nvdr) dat het interessant was om te zien hoe de overheid er afwezig was en iedereen dus zijn eigen beslissingen moest nemen. Iwan, je maakte een project rond Torre David, een kantoortoren in Caracas (Venezuela). En dat is net als Lagos…

Iwan Baan: “… een compleet zelfgeorganiseerde entiteit. Ik was voor het eerst in Caracas voor een project voor MoMA in 2010. Torre David is heel erg zichtbaar, dus begon ik rond te vragen en hoorde zo het verhaal. Het duurde een aantal maanden om daadwerkelijk toegang te krijgen. Het is een compleet zelfgeorganiseerde verticale stad. Vijfenveertig verdiepingen zonder enige echte infrastructuur, geen liften, geen stromend water, maar toch een compleet functionerende microstad waar 3000 mensen wonen en met op elke verdiepingen de dingen die je in elke andere stad zou vinden. Een stad die volledig georganiseerd is door de inwoners van de plek. Dat heeft me altijd gefascineerd: gemeenschappen die onder ongelooflijke bedreigingen en moeilijkheden leven, zoals in Makoko. Maar die mensen gaan er heel vindingrijk mee om en maken de mogelijkheden van de omgeving tot een troef.”

© Jonas Eriksson

Jouw foto’s documenteren Torre David niet alleen, maar hebben er ook een invloed op, door de aandacht die het project genereerde tijdens de Biënnale in Venetië.

Iwan Baan: “Het krijgt hierdoor veel zichtbaarheid en hetzelfde geldt voor de drijvende school. Het zet die plekken op de kaart en toont de ongelooflijke noden van deze mensen: in Caracas leeft 70% van de bevolking in zelfgebouwde constructies in sloppenwijken of elders in de stad. Torre David leert je ook over hoe je met minimale ingrepen een gemeenschap kan creëren. Het kan een model zijn voor overheden die huisvesting beloven voor de arme bevolking. Wanneer je ook enkele basisvoorzieningen toevoegt, zoals sanitaire leidingen en elektriciteit, kunnen mensen het zelf afwerken.”

 

MAKOKO

 

Jullie kwamen samen in beeld met de drijvende school in Makoko (een sloppenwijk op het water in Lagos, nvdr). Hoe is dat tot stand gekomen?

Kunlé Adeyemi: “Het project ontstond vijf jaar geleden vanuit mijn onderzoek naar betaalbare huisvesting in Lagos. In de zoektocht naar de goedkoopste bestaande wooneenheden kwam ik uit op woningen die op het water gebouwd worden. Zo begon ik mensen aan te spreken over hun technieken. Een van hen vertelde me dat hun school dringend nood had aan uitbreiding. Op die manier kwamen we tot een wisselwerking: zij zouden me tonen hoe ze bouwden en ik zou die kennis verbeteren en toepassen voor hun school. Tezelfdertijd leerde ik dat de gemeenschap kampte met het verkrijgen van legitimiteit van de overheid. Dus wilden we hun bestaansmogelijkheden aantonen met iets dat als een veilige en aanvaardbare levensstandaard kon gelden.”

 

Had je Iwan nodig om het project zichtbaarheid en zo Makoko legitimiteit te geven?

Kunlé Adeyemi: “Helemaal niet, ik bedoel legitimiteit ook niet vanuit dat oogpunt. Het was echt de bedoeling om de levensstandaard te verhogen met iets dat van hen kon zijn. Het was niet dat we Iwan of iemand anders nodig hadden. Je kan op voorhand ook niet voorspellen dat het zo’n hoge vlucht zal nemen.”

Iwan Baan: “Ik kom ook slechts helemaal op het eind van een project. Uiteindelijk haalt de gemeenschap wel voordeel uit die zichtbaarheid en publiciteit. Zeker in het geval van Makoko, dat door de jaren heen vaak het doelwit geweest is van de overheid. Die wou de mensen verdrijven.”

Kunlé Adeyemi: “Voor mij gaat het niet over zichtbaarheid of publiciteit. Iwan is gewoon heel goed in het vatten van het beeld. Hij was geïnteresseerd om naar Lagos te komen als vriend, en deed dit zelfs op eigen kosten. Hij nam foto’s van de school tijdens de constructie en kwam terug toen het af was. Het was opmerkelijk hoe het project al van bij het begin veel aandacht kreeg, zelfs toen het nog enkel tekeningen waren. Natuurlijk kunnen foto’s een verschil maken, zeker als ze het project vanuit een andere hoek tonen en de context weten te vatten.”

Iwan Baan: “Het is niet enkel het gebouw dat het verhaal maakt, maar die hele gemeenschap spreekt tot de verbeelding.”

Kunlé Adeyemi: “Makoko Floating School sprak aan op een moment waarin we architectuur herbekijken en de rol van architectuur in onze maatschappij herdenken. En het behandelde een probleem dat niet alleen sociaal relevant was maar ook met een milieuaspect beladen was.”

 

Makoko Floating School werd een symbool. Toen het bezweek in juni 2016 ontstond er een controverse. Het leek wel net een ster die, grootgemaakt door de media, ook weer door hen onderuitgehaald moest worden. Sommige mensen meenden dat ze verleid waren geweest door de mooie beelden van Iwan.

Kunlé Adeyemi: “Er zijn veel misverstanden rond die gebeurtenissen. Het heeft ons bijna een half jaar gekost om er onze bevindingen over op te maken. Toen het gebeurde merkten we dat een heleboel mensen gretig waren om het te bekritiseren. De beelden zouden te mooi geweest zijn. We hadden dit ook niet mogen maken, want het behoort niet tot de architectuur. In werkelijkheid bezweek de constructie ook niet door de storm of zomaar uit zichzelf, maar door een gebrek aan onderhoud en beheer. We wisten dat dit stond te gebeuren en wilden het vervangen. Maar om het over de fotografie te hebben: niets van wat Iwan gefotografeerd heeft was onecht.”

Iwan Baan (lachend): “Ik photoshop niets.”

Kunlé Adeyemi: “Fotografie kan niet zomaar een katalysator zijn voor een project als dat. Als het niet oprecht is, zal het niet werken. De structuur begaf het, maar de ideologie erachter bleef overeind. Het was een prototype en bij innovatie kan zoiets gebeuren. We blijven het herbouwen en herwerken.”

Floating School NLE

VENETIË EN BRUGGE

 

Tezelfdertijd lag er in Venetië een ongerepte versie van Makoko Floating School aangemeerd, wat het contrast des te groter maakte.

Kunlé Adeyemi: “Dat was MFS II, de tweede versie van Makoko Floating School. Ik zei aan Alejandro (Aravena, de curator van de Biënnale, nvdr) dat ik niet geïnteresseerd was in een tentoonstelling-om-de-tentoonstelling. Ik wil niet gewoon een maquette tonen. Als ik aan zulke evenementen deelneem is het om ons werk te verbeteren. In Venetië was het geen model, maar het échte ding, een verbeterde versie van hetgeen we in Makoko bouwden. En we nodigden iedereen uit om het te bekijken, te bekritiseren en ons te vertellen hoe we het verder konden perfectioneren. We verzamelden er informatie onder de noemer Waterfront Atlas. We willen een online kennisplatform creëren over steden die aan het water liggen, open-source, zodat iedereen die kennis kan bereiken en ertoe kan bijdragen. Met MFS II brachten we voor de eerste keer architectuur “van de sloppenwijken” naar het wereldpodium. Iets ontwikkeld in een arme gemeenschap in een derdewereldland werd een exportproduct. Het is een nieuw type architectuur voor wonen en bouwen op het water. Het kan een school, een huis of van alles zijn, maar het is vooral een platform om mensen te stimuleren tot nadenken over hoe we met het leefmilieu kunnen werken, zeker met het oog op klimaatverandering.”

 

Het zal ook op de volgende Brugse Triënnale te zien zijn.

Kunlé Adeyemi: “Met elke nieuwe versie komen er technische verbeteringen, dus in Brugge komt MFS III. We proberen het ook kostenefficiënter te maken. Uiteindelijk willen we het ontwerp wijd verspreiden. De file zou dan gelijk waar gedownload en geprint kunnen worden, waarna het handmatig of met een CNC uitgezaagd kan worden. Mensen kunnen het dan zelf monteren, zonder al te veel instructies of training. In Brugge zal MFS III als school en educatief centrum dienen. Het komt op een prachtige plek op de Brugse reien in het centrum van de stad.”

 

NEW YORK

 

Spreekt het wateraspect jou als Nederlander misschien ook extra aan, Iwan?

Iwan Baan: “Voor mij is het niet enkel het water. In mijn werk gaat het vaak over de spanning tussen architectuur, waarvan we denken dat het permanent, voor altijd en onveranderlijk is, en de fragiliteit ervan. Dat idee van het permanente staat in contrast met fotografie, die net focust op de specificiteit van een bepaald moment op een bepaalde plek op een bepaalde gemeenschap. Iets dat binnen een specifiek milieu en in een politieke landschap mogelijk is, kan ook zo weer verdwijnen. Zo maakte ik in 2001 een documentaire over New York – vooral over de Twin Towers – met helikopters en alles erop en eraan. Twee dagen later was ik terug in Amsterdam, en waren de Twin Towers er niet meer. Of neem nu de gemeenschap van Makoko, met haar 150.000 inwoners. Ook die is fragiel. Tijdens het regenseizoen begeven jaarlijks tientallen huizen het. De constante dreiging van water wordt op die plaatsen heel erg tastbaar.”

 

Zelfs Manhattan vormt hiervan een illustratie. Een van de foto’s waarmee je ook buiten de architectuurwereld bekendheid verwierf, is die van Manhattan tijdens de black-out als gevolg van de orkaan Sandy.

Kunlé Adeyemi: “Die foto is inderdaad een uitstekend voorbeeld van wat ik bedoel met de relatie tussen steden en water. De natuurkrachten die ons vandaag vormen, reiken verder dan Makoko en kunnen zelfs een stad treffen die het archetype is van het modernisme, zoals New York. We zijn dus allemaal kwetsbaar en moeten gezamenlijk nadenken over hoe we in de toekomst kunnen leven in een veel duurzamere omgeving – of je nu in Makoko, Chicago, Amsterdam, Venetië of New York woont.”

Lezing door Kunlé Adeyemi

 

De Brugse Triënnale 2018 wordt afgesloten door Kunlé Adeyemi, die op zondag 16 september in de grote zaal van het Concertgebouw over zijn werk spreekt. Wil je erbij zijn? Klik hier voor meer informatie en om in te schrijven.

© Iwan Baan

Torre David (Caracas) - © Iwan Baan