Nieuws

Veel aandacht voor de bouw in Vlaams Zomerakkoord

3 september 2018

De Vlaamse regering heeft eind juli tijdens de laatste ministerraad vóór de vakantie een Zomerakkoord opgesteld, al zal het voor sommige maatregelen nog een hele tijd duren vooraleer ze effectief gerealiseerd zijn. Dat meldt Bouwkroniek. Sommige overeenkomsten, waaronder de afspraken over de zogenaamde betonstop, strekken zich immers over vele jaren uit. Daarnaast zit het akkoord vol elementen waarvan alle gevolgen op dit moment nog niet te overzien zijn.

De meeste maatregelen worden dan ook doorgeschoven naar de volgende regering. Het is bovendien niet ondenkbaar dat een nieuwe coalitie tijdens de onderhandelingsgesprekken bij de regeringsvorming een aantal zaken zal bijsturen of gewoon afvoert. Al gauw werd duidelijk dat ook ditmaal weer haastwerk in het akkoord is geslopen: het bijna triomfantelijk aangekondigde algemene verbod op de verkoop van stookolieketels vanaf 2021 werd na boze reacties uit de installatiesector na enkele dagen alweer bijgestuurd.

 

Het nieuwe Zomerakkoord dat werd bereikt na een marathonzitting van 20 uur waarin liefst 140 dossiers werden behandeld, zal er op vrij korte termijn ook voor zorgen dat wonen en verbouwen weer wat duurder worden. In het akkoord gaat behoorlijk wat aandacht naar ruimtelijke ordening en het is duidelijk dat de regering vooral duurzaam wonen wil bevorderen en milieuproblemen wil aanpakken. Daar kan niemand tegen zijn, maar daardoor bevat het akkoord ook verschillende maatregelen die bezitters en kopers van huizen en kandidaat-(ver)bouwers rechtstreeks in de portefeuille raken. Hoe goed bedoeld ook, zal betaalbaar wonen voor jonge gezinnen alweer een stukje minder bereikbaar worden. Het klopt dat investeringen in energiezuinigheid op langere termijn lonend zijn en er zijn inderdaad tegemoetkomingen, aanmoedigingspremies en bepaalde terugverdieneffecten. Maar jongeren met woon- of verbouwplannen die voor de eerste keer in hun leven zwaar moeten lenen en investeren hebben daar geen boodschap aan.

 

Energiezuinig

 

Wie een woning koopt of erft, krijgt voortaan vijf jaar de tijd om minstens drie van de volgende zes energiezuinige criteria te halen: het plaatsen van dak-, muur-, of vloerisolatie, superisolerend glas, de installatie van een condensatieketel van maximum15 jaar oud en/of een hernieuwbare warmtepomp- of zonneboiler. Wie dat niet doet krijgt geen boete, maar een aantekening in zijn Vlaamse woonpas, waardoor de toekomstige verkoopwaarde van de woning kan dalen.

 

Kopers zullen op korte termijn in principe dus extra moeten investeren, wat vooral voor jongere gezinnen met een beperkt budget voor problemen kan zorgen. Vlaams minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld) argumenteert dat wie zijn huis energie-efficiënter maakt tegelijk ook de energiefactuur ziet dalen en de waarde van zijn woning ziet stijgen. Het klopt dat investeringen in energiezuinigheid op langere termijn lonend zijn en er zijn inderdaad tegemoetkomingen en bepaalde terugverdieneffecten. Een jong gezin met woon- of verbouwplannen dat voor de eerste keer in zijn leven zwaar moet investeren en lenen heeft daar echter geen boodschap aan.

 

De nieuwe eisen kunnen de aankoopprijs van een huis echter ook drukken. Als in een pand nog veel investeringen nodig zijn zal dat meespelen in de prijsonderhandelingen. Vooral oude vrijstaande woningen met een slechte epc-score dreigen waarde te verliezen waardoor ze goedkoper op de markt komen en er misschien wat extra budget overblijft voor energetische renovaties.

 

Stookolie

 

Eén van de meest ingrijpende maatregelen die al meteen na de marathonzitting werden bekendgemaakt, was het algemene verbod op de verkoop van stookolieketels voor verwarming dat al vanaf 2021 zou ingaan. Ook gasinstallaties zouden vanaf dan verboden zijn voor nieuwe verkavelingen. Zover komt het niet, want de maatregel werd na forse kritiek al na enkele dagen aangepast.

 

Enkel bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties zal men vanaf 2021 geen stookolieketels meer mogen plaatsen. Wie een kapotte ketel heeft, zal toch nog een nieuwe mogen kopen. Een algemeen verbod komt er in principe pas in 2035, al ziet de Vlaamse regering dat indien mogelijk graag wel sneller gebeuren. Nieuwe maatregelen zullen in ieder geval worden genomen na overleg met de installatiesector. Dat was na de afronding  van het recente Zomerakkoord niet gebeurd, wat kwaad bloed zette bij de betrokken beroepsverenigingen.

Vooral de Belgische Federatie der Brandstoffenhandelaars (Brafco) was boos over de geplande maatregel om alle stookolieinstallaties vanaf 2021 te verbieden. De Vlaamse regering had volgens Brafco niet nagedacht over de gevolgen voor de consument, die nodeloos op kosten zou worden gejaagd. Vandaag worden bij nieuwbouw amper nog installaties op stookolie geplaatst; op termijn verdwijnen die dus vanzelf van de markt. Brafco vreesde ook dat de maatregel duizenden jobs zou kosten bij leveranciers van huisbrandolie en bij toeleveranciers.

 

Ook de beroepsorganisatie Techlink (ontstaan door de fusie van Fedelec en ICS), die bijna drieduizend installateurs elektro, centrale verwarming en sanitair groepeert, reageerde verbolgen op de volgens haar eenzijdige beslissing van de Vlaamse regering. Volgens de Vlaamse energieregulator VREG verwarmde vorig jaar nog 21% van de Vlaamse gezinnen zijn woning met stookolie. Na aardgas (62%) is het de meest gebruikte verwarmingsbron. De Vlaamse regering besliste ook dat woningen in nieuwe verkavelingen vanaf 2021 geen aansluiting op aardgas meer mogen krijgen.

Asbest

 

In Vlaanderen zijn vandaag naar schatting nog 2,3 miljoen ton asbesthoudende materialen aanwezig in gebouwen en infrastructuur. Zonder maatregelen zal al dat asbest pas tegen 2070 verdwenen zijn. Daaorm wil de Vlaamse regering risicovolle asbesttoepassingen versneld verwijderen. Tegen 2022 moet bij de verkoop van een gebouw een asbestinventaris worden opgemaakt. Tegen 2032 geldt die inventarisverplichting voor alle gebouwen die vóór 2001 zijn opgetrokken.

 

Btw-tarief

 

Sommige woningen zijn in zodanig slechte staat dat afbreken en vervangen door nieuwbouw een betere optie is. Daarom wil Vlaanderen de verlaging van het btw-tarief van 21% naar 6% voor het slopen en heropbouwen van een woning uitbreiden naar alle Vlaamse stads- en dorpskernen. Vandaag is die verlaging nog beperkt tot dertien Vlaamse centrumsteden.

Het kan nog een hele tijd duren vooraleer de maatregel wordt ingevoerd. Voor btw-aanpassingen is de federale regering verantwoordelijk en die moet eerst met het Vlaamse voorstel akkoord gaan. In het recente federale Zomerakkoord werd hierover ook met geen woord gerept. Bovendien zal het voorstel volgens een schatting van het Rekenhof ongeveer 114 miljoen € kosten. Ook Europa moet nog overtuigd worden van een dergelijke algemene btw-verlaging.

 

Volgens het kabinet-Tommelein moet de maatregel gezien worden als een onderdeel van het Energieplan 2021-2030 omdat het zonder de verlaging niet mogelijk is om de energiedoelstellingen te halen. Vlaanderen denkt er tevens aan om de maatregel aan te vullen met of te koppelen aan een slooppremie. Dat kunnen ze zelf regelen, maar ook hier ligt nog geen concreet voorstel op tafel.

 

Betonstop

 

De in de bouwsector al vaak verguisde betonstop is een onderdeel van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) dat de ruimtelijke-ordeningsprincipes voor de komende decennia vastlegt. De zogenaamde betonstop beperkt het aansnijden van nieuwe ruimte voor bouwen en was zonder meer het meest gevoelige dossier van de voorbije superministerraad. Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) wil volgens dat principe tegen 2040 geen nieuwe open ruimte meer aansnijden. Dat houdt in dat heel wat woonuitbreidingsgebieden en overstromingsgevoelige gebieden worden geschrapt. Tegen 2025 mag in Vlaanderen nog slechts 3 ha ruimte per dag worden ingenomen. Schauvliege benadrukt dat de betonstop geen bouwstop is: er zullen nog altijd heel wat woningen kunnen gebouwd worden, maar liefst op de juiste plekken.

 

De Vlaamse regering heeft nu ook het zogenaamde Instrumentendecreet vastgelegd dat bepaalt hoe de eigenaars worden vergoed die de waarde van hun grond zien dalen. Eigenaars van bouwgronden in bepaalde woonreserve- en overstromingsgebieden zullen volledig vergoed worden. Oorspronkelijk wilde men hen slechts voor 80% vergoeden, maar in het goedgekeurde plan is dat opgetrokken naar 100%.

 

De compensatie van de grondeigenaars die waardeverlies lijden, kan op lange termijn in het uiterste geval oplopen tot 9 miljard €. Voor de financiering van dat enorme bedrag wil de Vlaamse regering passeren bij de eigenaars van percelen in woonkernen waar straks wellicht meer bouwlagen opgetrokken kunnen worden. Door dergelijke planwijzigingen zullen sommige eigenaars in principe een forse meerwaarde realiseren, maar ze zullen op dat bedrag tot 50% belasting betalen. Dat geld gaat dus mee in de compensatiepot.

 

Steden en gemeenten worden verantwoordelijk voor de concrete uitvoering van de betonstop, maar er komt toezicht vanuit de Vlaamse overheid die ook een gedeelte van de kosten op zich zal nemen. De lokale overheden vreesden tot dusver dat ze hiervoor zelf zouden moeten opdraaien. Slecht ontsloten woonuitbreidingsgebieden zullen in de toekomst moeilijk aangesneden kunnen worden. Ook daarvoor wordt een vergoeding voorzien.

Bossen

 

Een ander onderdeel van het BRV is de bescherming van waardevolle zonevreemde bossen die vandaag niet als bos worden erkend, een kwestie die al meer dan 20 jaar aansleept. De bescherming van 12.500 ha kwetsbare bossen staat in het Vlaamse regeerakkoord. Vlaanderen heeft 65.000 ha zonevreemde bossen die op ruimtelijke plannen als bouwgrond, kmo- en industriezone of recreatiegebied staan ingetekend. Samen zijn ze goed voor bijna een derde van alle Vlaamse bossen. De Vlaamse regering besloot 12.500 van de 65.000 ha zonevreemde bossen in te kleuren als extra kwetsbaar bos.

 

Dat resulteerde in de zogenaamde boskaart die minister Schauvliege vorig jaar presenteerde en die duidelijk moest maken welke bosgebieden in Vlaanderen bescherming nodig hadden. Na duizenden reacties van bezorgde burgers die hun bouwgrond gedegradeerd zagen tot een quasi waardeloos stuk bosgrond en vernietigende opmerkingen van allerlei belangengroepen, gooide minister-president Geert Bourgeois (N-VA) de boskaart al na enkele dagen en zonder overleg met Schauvliege in de prullenmand. De onhandige manier van communiceren en de verwijten tussen de meerderheidspartijen zorgden toen een tijdlang voor hoogspanning in de Vlaamse regering.

 

Van de beruchte boskaart is in het nieuwe Zomerakkoord geen sprake meer. Het wordt moeilijker om te bouwen in zonevreemde bossen, maar kleinere bospercelen in een woon- of industriegebied zullen gemakkelijker kunnen worden bebouwd. Vandaag kunnen Vlamingen die een dergelijke zone willen ontbossen of verkavelen pas een bouwvergunning aanvragen bij de gemeente als ze vooraf een ontheffing van het ontbossingsverbod krijgen van het Vlaams Agentschap voor Natuur en Bos. Voor woon- en industriegebieden geldt een uitzondering en hoeven eigenaars die ontheffing niet aan te vragen.

 

Wie in de toekomst wil bouwen in een zonevreemd bosgebied zal voortaan altijd een ontheffing moeten aanvragen. De kandidaat-bouwers krijgen dan ambtenaren op bezoek die de situatie ter plaatse beoordelen. Die zullen hun beslissing baseren op een aantal criteria, waaronder de grootte van het bos, de ecologische waardering en de eerder genomen beleidsbeslissingen over het gebied. Een weigering kan worden aangevochten bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Bij een definitieve weigering van de ontheffingsaanvraag moet de Vlaamse overheid binnen vier jaar de bestemming van het bosperceel wijzigen via een ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat geval heeft de eigenaar recht op een vergoeding.

 

De regels gelden niet voor heel kleine zonevreemde bossen in een woon- of industriegebied, zoals percelen kleiner dan 1 ha. Dergelijke versnipperde bospercelen tussen woningen of bedrijven zullen in de toekomst dus gemakkelijker te bebouwen zijn. Over de meest kwetsbare waardevolle bossen die biologisch waardevol en minstens 1 ha groot zijn zal voortaan de voltallige Vlaamse regering beslissen. Hoeveel zonevreemde bossen uiteindelijk bescherming zullen krijgen maakt het nieuwe Zomerakkoord niet duidelijk: de doelstelling van 12.500 ha wordt niet meer vermeld.

 

Hernieuwbare energie

 

De Belgische gewesten moeten een Energie- en Klimaatplan opmaken. De komende maanden moet Vlaanderen met de andere regio's onderhandelen over de verdeling en financiering van de Europese energie- en klimaatdoelstellingen. Op basis daarvan wil België tegen eind dit jaar aan de Europese Commissie duidelijk maken hoe ons land de Europese klimaat- en energiedoelstellingen zal halen.

 

Vlaanderen zet vooral in op zonne-energie. Om de Europese klimaatdoelen te halen moeten tussen 2020 en 2030 ongeveer 12,6 miljoen extra zonnepanelen worden geplaatst, wat neerkomt op twee panelen per Vlaming. Volgens minister Bart Tommelein is dat haalbaar omdat er momenteel nog maar op 5% van de geschikte daken zonnepanelen liggen. Het gebruik van warmtepompen wordt aangemoedigd. Voor een warmtepompboiler krijgen Vlamingen vanaf volgend jaar een premie van 400 €, die elk jaar vermindert tot ze in 2024 wordt afgeschaft.

 

Tegen 2030 plant de Vlaamse regering de bouw van 200 windturbines of een twintigtal per jaar. Aanvankelijk was in de periode tussen 2020 en 2030 de bouw van 300 windturbines voorzien; maar terwijl de doelstellingen inzake zonne-energie overeind blijven, schroeft de Vlaamse regering de plannen voor windenergie fors terug. Minister Tommelein was al uitgegaan van een tragere groei van het aantal windturbines omdat de beschikbare ruimte in Vlaanderen beperkt is. Daarnaast worden de machines ook steeds krachtiger waardoor er minder machines nodig zijn om hetzelfde vermogen te halen.

 

De Vlaamse regering stuurt ook haar (wellicht te) ambitieuze energiedoelstellingen bij. Ze wil het gebruik van biobrandstoffen in de transportsector verhogen, maar net als de geplande btw-verlaging op sloop- en heropbouw is ze hiervoor afhankelijk van de federale regering. De doelstelling om tegen 2035 enkel nog auto's op batterijen te verkopen is verdwenen. Minister Tommelein wilde tegen 2030 enkel nog zero-emissiebussen aanschaffen voor het openbaar vervoer, maar nu blijkt dat het voldoende is wanneer een kwart van alle nieuwe bussen enkel koolstofarm zijn.

Kilometerheffing

 

De Vlaamse regering voert tevens een algemene slimme kilometerheffing voor personenwagens in. Dat is echter vooral een puur politieke stellingname; de eigenlijke beslissing zal immers moeten genomen worden door de volgende Vlaamse regering, die ook de modaliteiten nog zal moeten uitwerken. Er wordt momenteel een studie uitgevoerd om na te gaan wat de beste technologie is om een dergelijke heffing in te voeren. Het nut daarvan is twijfelachtig, want in het beste geval zal de slimme kilometerheffing er pas in 2024 of 2025 komen, dus in de periode wanneer de volgende Vlaamse regering alweer haar einde nadert. Het is duidelijk dat de technologische middelen de komende vijf, zes jaren nog enorm zullen evolueren en verbeteren, waardoor het weinig zin heeft daar nu al mee bezig te zijn.

 

De invoering van de kilometerheffing zou in de praktijk moeten zorgen voor een belastingverlaging. De heffing moet namelijk de jaarlijkse verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling (BIV) vervangen. Tegelijk zal ook geld binnenkomen van buitenlandse automobilisten die zullen moeten betalen om op de Vlaamse autosnelwegen te rijden.

 

Ontharding

 

Er is ten slotte een specifieke doelstelling voor de zogeheten ontharding: vandaag is 14% van de Vlaamse oppervlakte effectief verhard door gebouwen, wegen of parkings. Dat geeft onder meer aanleiding tot overstromingen, creëert een gebrek aan groene ruimtes en zorgt voor hittestress in stedelijke omgevingen. Tegen 2050 moet de verharding in de stedelijke context stabiel blijven en in de open ruimte met minstens 20% dalen. Dat laatste moet gerealiseerd worden door oude loodsen, verlaten fabriekspanden en verloederde sites om te vormen tot groene zones. Vlaanderen wil daarvoor een onthardingsfonds opzetten.