Interview

Bouwmeester Charleroi: “We durven ons weer Carolo noemen”

Colette Demil en Staf Bellens • 27 maart 2019

Een rechte C en een schuine, wat hoger geplaatste B: ziedaar het logo van Charleroi Bouwmeester. De knipoog naar ‘Charleroi Bouge’ is snel gelegd. Soms in negatieve zin, zoals onlangs met de gele hesjes. Maar vooral in positieve zin, want de stad trekt opnieuw privé-investeerders aan, de schaamte van de inwoners om zich elders als Carolo te presenteren is weggeëbd, en 6001, het postnummer van Marcinelle, is het nieuwe 1060 (Elsene), nu de historische mijngemeente jonge creatievelingen als een magneet naar zich toezuigt.

Foto: Studio Dann

Georgios Maillis, de Bouwmeester van Charleroi, is zelf zo’n teruggekeerde zwerver. Na zijn studies architectuur in Brussel dirigeerden zijn Griekse roots hem anno 2001 naar Athene, waar het leven en werken hem uitstekend bevielen. Maar vanuit de overtuiging dat hij nog zes maanden stage in eigen land moest vervolmaken, keerde hij eind 2004 terug naar België. Werk vond hij hier toen niet, zodat hij naar Londen uitweek waar hij onder andere bij Zaha Hadid en Foster + Partners actief was. Terug in zijn geboorteland werkte hij een aantal maanden in Brussel om dan in 2007 samen met een collega in zijn geboortestad Charleroi het bureau RESERVOIR A uit de grond te stampen. Toen Paul Magnette in 2012 de fakkel als burgemeester overnam in de door politieke affaires geteisterde stad aan de Samber, vroeg hij Georgios Maillis of die stadsbouwmeester wou worden. CB was geboren, met de B van Bouwmeester en dus niet de MA van maître architecte. Georgios Maillis: “De benaming is geen toeval. De term Bouwmeester dekt voor ons de bredere lading van ons multidisciplinaire team van twee architecten, een landschapsarchitecte, een graficus/designer/kunstenaar en een ad hoc inspringende kunstenaar. Daarin onderscheiden we ons van de collega’s in Vlaanderen en Brussel. Wij schrijven resoluut ons eigen verhaal, liever dan in de val van copy paste te trappen. In Wallonië blijf ik als bouwmeester tot nader order een witte raaf, hoewel ik af en toe vragen krijg over onze manier van functioneren, niet alleen vanuit Waalse maar ook uit Noord-Franse steden.”

 

In 2018 werd zijn opdracht voor een tweede termijn verlengd. Als we hem vragen naar het bilan van zijn eerste periode, diept hij een grote doos op, tot de rand gevuld met in totaal 300 A3-bladzijden. Een bladzijde per project, vertelt hij al bladerend. “De opdracht van Paul Magnette in 2013 luidde: hoe zien jullie de ontwikkeling van de stad en hoe kunnen jullie het nieuwe bestuurscollege ondersteunen om zijn politieke visie te concretiseren? Om te beginnen hebben we alle lopende projecten, die volledig los van elkaar als autonome initiatieven in een soort vacuüm draaiden, geïnventariseerd en de mogelijke linken tussen de verschillende actoren geïdentificeerd. Wat al aan de gang was, trachtten we dan te integreren in onze visievorming, wat grotendeels is gelukt.”

Bouwmeester Georgios Maillis slaagde erin de herstructurering van de Place Destrée in Gilly door te drukken als opdracht voor de Europese ontwerpwedstrijd EUROPAN13. Van de vier weerhouden inzendingen werd in 2017 CENTRAL office for architecture and urbanism als laureaat uitgeroepen.

Snelle resultaten

 

Het uitgangspunt oogde niet meteen fraai. Een stad met een roetzwart imago, geteisterd door politieke schandalen, industriële teloorgang, een hoge werkloosheid, veel armoede en sociale ellende, een nijpend manco aan openbare en private investeringen en een bevolking die weinig affiniteit voelde met haar stad. Ook stedenbouwkundig verdiende de stad niet meteen een plaatsje op de catwalk, want de op Amerikaanse leest geschoeide urbanisatie uit de jaren ’60, met de aanleg van de stadsring en de metro, zorgde eerder voor verdeling dan voor verbinding. “Charleroi was een eiland geworden, waar niemand nog naartoe kwam, het centrum ontvolkte en er geen band meer bestond tussen stad en inwoners. Een anekdote ter illustratie. De kerstmarkt van 2013 vond plaats op een anoniem plein bij gebrek aan een volwaardig evenementenplein, telde slechts tien kerststalletjes en trok amper bezoekers. Een fiasco voor een stad van 205.000 inwoners.”

 

“Apart aan Charleroi is dat alle voormalige gemeenten die in 1977 fusioneerden, historisch ouder zijn dan het centrum. Om die verschillende entiteiten en identiteiten te stroomlijnen, voerde het college een zachte herstructurering in tot vijf districten - centrum, noord, oost, zuid en west - van telkens zo’n 80.000 inwoners. Die indeling is wettelijk noch administratief geëxpliciteerd, maar liet ons toe om de budgetten en interventies te spreiden over verschillende schalen: de metropool, zeg maar het bassin rondom Charleroi dat in totaal 550.000 inwoners omvat, de stad, de vijf districten, de voormalige gemeenten en de wijken.”

 

“Omdat de tijd drong en de middelen beperkt waren, dokterden we een tegelijkertijd territoriale en tijdsgebonden strategie uit. In de eerste periode reserveerden we de grootste inspanningen en middelen voor het centrum. Zo spraken we het gros van de Carolo’s aan, want iedereen passeert daar om te shoppen, zijn vrije tijd door te brengen of voor administratieve doeleinden. Om snel weer dynamiek te creëren en zichtbare resultaten te genereren, zetten we prioritair in op ingrepen die meteen een return opleverden. We structureerden het aanbod aan evenementen en speelden in op het cultuuraanbod. We gaven de metropool, de stad en haar verschillende instellingen, en de lokale producten en initiatieven een nieuwe grafische identiteit. Via charters creëerden we uniformiteit en herkenbaarheid voor de terrassen, de speelpleintjes en de taxi’s. Tegelijkertijd sleutelden we aan de lange termijn, zodat we de laatste twee jaar ook projecten op het getouw konden zetten, zowel in het centrum als in de districten. Bedoeling is nu om in de tweede werkingsperiode naar de wijken te trekken. Daar willen we gericht een aantal pleinen opwaarderen, om zo particuliere en andere private investeerders aan te trekken. In 2013 meteen beginnen met de 55 wijken had geen zin gehad, omdat de inspanningen dan te veel verspreid en dus amper zichtbaar waren geweest en we geen noemenswaardige impact hadden kunnen creëren.”

In het kader van Charleroi DC schetste een internationaal team onder leiding van Bureau Bas Smets en met als partners onder andere Atelier Bow-Wow (Tokio) en MDW Architecture een compleet ontwerp voor alle openbare ruimtes in de Ville-Haute.

Verdichting en vergroening

 

Voor de ontwikkelingsmogelijkheden buiten het eigenlijke centrum ligt er een duidelijke visie op tafel. Om een ongecontroleerde verspreiding van de bebouwing tegen te gaan en de groene gebieden intact te laten, worden nieuwe woonprojecten alleen toegelaten langs de assen van openbaar vervoer en op plekken waar al verdichting en faciliteiten aanwezig zijn en waar de belangrijkste openbare investeringen plaatsvinden. Op hun beurt worden de vele groene gebieden versterkt. “Niet voor niets heeft Paul Magnette in het nieuwe college het beleidsveld natuur op zich genomen. De komende jaren gaat er veel aandacht naar groene ruimte en biodiversiteit.”

 

Het woonverhaal van de toekomst omvat onder andere de nieuwe projecten Hiercheuses en Sacré-Français, door het Waals Gewest gerangschikt bij de dertien modelvoorbeelden van de ‘nouveaux quartiers’, een recent gecreëerd gewestelijk label voor grote ontwikkelingen met woningen die in alles voldoen aan de hedendaagse eisen. Verder zal er rond het nieuw te bouwen GHdC ziekenhuis op de terril van Viviers in Gilly, waar vier van de vijf zorgsites worden gegroepeerd, woongelegenheid verrijzen. Ook rondom het recent gerealiseerde ziekenhuis Marie Curie in Lodelinsart tekent zich stilaan een impact op de omgeving af. Een ander ingrijpend project wordt Les Closières van de SHM La Sambrienne en privéontwikkelaars, op termijn goed voor 600 woningen.

 

Hoe de demografie in de toekomst zal evolueren, blijft voorlopig nog even afwachten, aldus de Bouwmeester. “Na een periode van ontvolking van vooral het centrum kennen we momenteel een bescheiden bevolkingsaangroei. In de toekomst verwachten we een sterkere toename dankzij de stedenbouwkundige, politieke en economische transformatie die we in gang hebben gestoken. Voor het economische luik en de werkgelegenheid werken we samen met een groep experts die het plan CATCH, CATalysts for CHarleroi, dat de Waalse regering naar aanleiding van de stopzetting van Caterpillar op poten zette, in goede banen leiden. Zodra alle projecten en initiatieven op kruissnelheid komen, heeft Charleroi veel te bieden. Om te beginnen is er de prima ligging nabij twee assen van snelwegen, met een treinstation waar jaarlijks 8 miljoen passagiers passeren, en een snel groeiende luchthaven die momenteel aan 7,5 miljoen passagiers per jaar zit. Daar komen hedendaagse kantoren bij, jobs in de nieuwe industrie, hedendaagse woongelegenheid, extra studie- en opleidingsmogelijkheden en een ruim aanbod aan faciliteiten, ontspanningsmogelijkheden en veel water en groen rondom de stad. Zodra dat nieuwe Charleroi in de hoofden doordringt, zal de bevolkingsaangroei zeker toenemen. Vandaag zien we al veel jongeren terugkeren uit Namen, Luik en Brussel, gecharmeerd door het culturele aanbod en de betaalbare woningen. Want dankzij de lage dichtheid van bebouwing vind je hier nog vlot een budgetvriendelijk huis met tuin.”

Het Left Side Business Park omvat kantoortorens en woontorens met uitzicht op de jachthaven: een ontwikkeling van Eiffage in samenwerking met het architectenbureau RGPA. Beeld: Asymétrie.

Uitdagende brownfields

 

Georgios Maillis: “Ondanks die eerste tekenen van ommekeer bestaat er over Charleroi nog veel onbegrip en gebrek aan kennis, ook wat de harde feiten betreft. Onlangs was ik in een architectenbureau in Leuven, waar men het op zeker ogenblik had over Charleroi met zijn 100.000 inwoners. Toen ik repliceerde dat ze daarmee de helft van de Carolo’s negeerden, geloofden ze me niet meteen. Vandaar dat wij in ons stedenbouwkundig narratief zo sterk de nadruk leggen op de metropoolfunctie van Charleroi. Wij zijn de grootste stad van Wallonië, de derde stad van het land en fungeren als metropool voor een nog veel groter bassin. Alleen stemde de politieke maat van onze beleidsmakers in het verleden niet overeen met de maat van Charleroi. Als men vandaag in de grote ruimtelijk-strategische plannen Charleroi vergelijkt met Mons en La Louvière, jaagt mij dat de kast op. Niet dat wij ons beter voelen, neen, het gaat mij louter om de omvang. Charleroi hoort thuis naast Luik. Die twee steden vormen de echte economische en stedenbouwkundige motor van Wallonië.”

 

“Het blijft dus hard knokken om Charleroi opnieuw op de kaart te zetten, maar de resultaten blijven niet uit en worden bevestigd door de aandacht voor wat wij hier doen, onder meer via de Batibouw Award waarmee het team CB Charleroi werd begiftigd. Dat was in het begin van onze werking wel anders. Toen ik omstreeks de jaarwisseling 2013-2014 naar de Belgische verantwoordelijken van de Europese architectuurwedstrijd EUROPAN belde, wimpelden die mij meteen af toen de naam Charleroi viel. Ze hadden in 1999 slechte ervaringen gehad met een initiatief rond de kaaien, en hadden geen zin in een herhaling daarvan. Pas na veel aandringen toonden ze zich bereid om hier een kijkje te komen nemen. Aan de hand van onze grote wandkaart wist ik hen te overhalen om in EUROPAN13, dat in het teken stond van de adapting city, een plek in te ruimen voor een ontwerpvisie op een wijk in Gilly. Uiteindelijk werd dat een enorm succes. Met 44 inschrijvingen scoorden we een mooie derde plaats inzake belangstelling, terwijl de top drie van EUROPAN steevast is gereserveerd voor Barcelona, Bordeaux en het Noorse Bergen. Intussen is het masterplan voor de wijk klaar en kunnen we de stap naar de ontwerpen zetten.”

 

Droomt de bouwmeester van nieuwe landmarks, als vervolg op de skyline die, als een weerspiegeling van evenveel historische periodes, momenteel wordt gedomineerd door het belfort, de basiliek, de fabrieken en sinds enkele jaren de politietoren van Jean Nouvel en MDW Architecture? “Ik denk dat de uitbouw van Charleroi eerst verder vorm moet krijgen, want vuurtorenprojecten vergen maturiteit. We hebben ook geen zin in een copy paste verhaal. Maar het is af en toe inderdaad een gespreksonderwerp, ook als we samen zitten met de mensen van CATCH. Want een vuurtorenproject hoeft niet per definitie materieel te zijn, het kan ook om een immaterieel initiatief gaan.”

 

Een boeiend gegeven wordt de reconversie van het district west, de oude industriële toegangspoort tot Charleroi waar ruim 100 hectaren brownfields wachten op een nieuwe bestemming. “De plannen voor een wedstrijd liggen klaar, maar het is nog net iets te vroeg om daar meer over te vertellen. Misschien moeten we een nieuwe afspraak vastleggen voor over een zestal maanden?”

Bronnen
  • DIMENSION 51