Nieuws

Tom Coppens over betonstop: 'Gemeenten die het beter willen doen, hebben geen been om op te staan'

3 juni 2019

De open ruimte wordt a rato van 6 hectare per dag ingenomen. Afgelopen jaar is dat zelfs gestegen naar 7 hectare. De Standaard vraagt zich daarom af of we de betonstop nog zullen halen.

33 procent van het grondgebied wordt gebruikt om te wonen, te ondernemen of te ontspannen. Met 14 procent verharding doet Vlaanderen het dubbel zo slecht als het Europese gemiddelde (7 procent). Twee derde daarvan wordt gevormd door wegen, terrassen, opritten … Op het andere derde staan gebouwen. Eén op de vier Vlamingen woont in ‘een lint’, waarvan Vlaanderen er in totaal 13.000 kilometer heeft.

 

‘Er is in het verleden inderdaad te veel verhard,' aldus architect Jef Blockx. 'Nu ja, je kunt als architect wel je visie geven – wat ik doe, het wordt mij niet altijd in dank afgenomen – maar de jongste jaren is onze stem toch minder gaan wegen ten voordele van die van de ontwikkelaar.’ Blockx vindt de betonstop een goede zaak. 'Maar de modale Vlaming is groenschuw. Hij heeft het graag “netjes”, strak gazonnetje, een proper terras, geen organische tuin, want dat is vuil. Allemaal hard. En alles afgesloten van de buitenwereld, want wij zijn het volkje dat roept “van mijn erf!”.’

 

Mismatch

 

De regels moedigen nog altijd een intussen gedateerde, zowel ecologisch als maatschappelijk onhoudbaar geworden woondroom aan, klinkt het. Tom Coppens, professor aan de Universiteit Antwerpen: ‘Er is vandaag een absolute mismatch tussen de vraag en het aanbod. Er zijn 3,1 miljoen woningen, een zeer groot aandeel daarvan is gericht op grote gezinnen. Tegen 2060 zijn 4 op de 10 van de gezinnen alleenstaand. Het woonaanbod is niet afgestemd op die demografische voorspellingen.’

 

Bouwgrond is ook nog altijd goedkoper buiten dan in de stad en het kadastraal inkomen en de daarop berekende roerende voorheffing zijn hoger in de stad. ‘De overtuiging uit 1975 dat een huis in de stad meer waard is en bijgevolg meer kan worden belast, botst op de hedendaagse beleidsopvattingen dat wonen in stedelijk gebied net zou moeten worden gestimuleerd’, klinkt het in een rapport van de Bouwmeester.

 

Uitzonderingen

 

‘De Vlaamse overheid kondigt een betonstop aan,’ zegt Tom Coppens, ‘maar het vergunningenbeleid gaat dwars tegen die intenties in. Tot op vandaag zijn er nog altijd erg veel uitzonderingen mogelijk en dat is in de wetgeving van de jongste jaren alleen maar toegenomen. Gemeenten die het beter willen doen, hebben geen been om op te staan. Ze kunnen een vergunning weigeren, maar dan is de kans groot dat ze in beroep worden overruled.’

 

Uit een recente studie van VITO bleek dat de betonstop ons miljarden zou besparen. Intussen wordt er onder meer door de Bouwmeester en lokale overheden druk gestudeerd en geëxperimenteerd om het tij te keren. ‘Er wordt meer en meer nagedacht over ruilformules’, zegt Coppens. ‘Je ontwikkelt een bepaald gebied niet meer en in ruil daarvoor krijg je een ander gebied. Zo omzeil je de kostprijs voor planschade. Maar, opnieuw, de wetgeving is er niet aan aangepast. Er is één instrument dat gemeenten hebben, dat heet de “herverkaveling uit kracht van wet met planologische ruil”. Vijf jaar geleden zijn er enkele proefprojecten gestart, geen enkel daarvan is al afgerond.’