Tot voor enkele jaren bestond de grootste rechtsonzekerheid inzake de problematiek van schijnzelfstandigen en herkwalificatie. Een groot gedeelte van de rechtspraak hechtte niet al te veel waarde aan de keuze die partijen zelf hadden gemaakt, maar ging aan de hand van de feitelijk voorliggende gegevens zelf beslissen of een bepaalde samenwerking als een arbeidsovereenkomst dan wel als een zelfstandige samenwerkingsovereenkomst te beschouwen was. Bij gebrek aan duidelijke beslissingscriteria ontstonden zeer uiteenlopende gerechtelijke beslissingen, waarin een kat haar jongen niet meer terugvond. Meestal was niet één element (bijv. vakantie, concurrentieverbod, of arbeidsduur) op zich alleen doorslaggevend, maar was het een veelheid van factoren, die niet apart maar samengenomen de eindbeslissing bepaalde. De vraag naar een wettelijke regeling werd steeds groter.
Dit artikel is exclusief voor NAV-leden. Verder lezen?

Al NAV-lid? U kan hieronder inloggen en het artikel verder lezen.
Nog geen lid? Via onderstaande link kan u lid worden, zo krijgt u toegang tot het volledige NAV-kennisnet.



Hebt u nog vragen? Dan kunt u ons steeds contacteren op 02 669 22 80 of via info@nav.be.