Nieuws

Bouwshift: betere vergoeding voor wie grond in waarde ziet dalen

6 januari 2020

Eind 2019 heeft de Vlaamse regering het zogenaamde instrumentendecreet goedgekeurd. Dat voorziet onder meer in een planschadevergoeding én -batenheffing en een systeem van verhandelbare bouwrechten.

Het instrumentendecreet bevat vier belangrijke maatregelen. Eigenaars die de waarde van hun gronden zien verminderen door beslissingen van de overheid krijgen voortaan een correcte schadevergoeding. “Deze vergoeding, die momenteel uitgaat van de verwervingswaarde, zal nu rekening houden met de marktwaarde van de gronden”, luidt het. Wiens bouwgrond of KMO-grond bijvoorbeeld natuur wordt, wordt daarvoor voortaan 100 procent vergoed. En daarbij gaat de Vlaamse overheid uit van de normale verkoopwaarde en niet van wat de grond ooit waard is geweest.

 

Maar de Vlaamse regering zal ook een heffing vragen indien een grond meer waard wordt  door bijvoorbeeld de toelating van extra bouwlagen, een grotere dichtheid of een grotere bouwhoogte of -diepte.

Een derde maatregel slaat op een verhandelbaar bouwrechtensysteem waarmee slecht gelegen bouwgronden in het landelijk gebied geruild kunnen worden voor bouwmogelijkheden in de stads- of dorpskernen.

 

“Tot slot worden ook activiteitenconvenanten en -contracten mogelijk om in landbouwgebieden via maatwerk zonevreemde functies toe te laten voor een beperkte tijd van maximaal 10 jaar om het bestaand patrimonium te herwaarderen en zinvol te benutten en tegelijkertijd de omgevingskwaliteit te verbeteren”, zegt bevoegd minister Zuhal Demir.

 

Hoge factuur

 

Met de nieuwe schaderegeling wil Demir vooral een draagvlak creëren voor het vrijwaren van open ruimte. Toch tekende de krant De Standaard ook kritiek op, onder meer van Hans Leinfelder, hoofddocent Ruimtelijke Planning (KULeuven). Volgens hem is het systeem onbetaalbaar en niet langer uitvoerbaar. Het zijn immers de lokale besturen die de vergoedingen moeten ophoesten. Het risico bestaat dat zij, afgeschrikt door de hoge factuur, geen bouwgrond terug zullen omzetten in open ruimte. En indien dat toch gebeurt, worden vooral vastgoedspeculanten daar beter van.

 

Ook Tom Coppens (UAntwerpen) en Pascal De Decker (KU Leuven) stellen dat de betonstop ‘verder af is dan ooit’. “Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) stelt dat we tegen 2040 geen open ruimte meer innemen’, zegt Coppens. “Als je dat wilt, moet je duidelijk maken welke woonuitbreidingsgebieden of linten je precies wilt vrijwaren van verdere bebouwing. Dan moet je daar een haalbaar financieringsplan aan koppelen. Dat is er nog steeds niet. Het is allemaal te vrijblijvend.”