Nieuws

'We zijn wereldkampioen in afval sorteren, maar extreem nonchalant met afgedankt patrimonium'

13 januari 2020

Een vijfde van de verharding in open ruimte moet worden gesloopt tegen 2050. 'Misschien is dit wel de manier om af te raken van huizen in oude verkavelingen die niet meer in trek zijn', merkt De Standaard op.

Vlaanderen staat vol met afgedankte constructies. Ons landschap is bezaaid met leegstaande loodsen en bedrijfsgebouwen, vervallen fabrieken, kazernes, stationsgebouwen, nooit afgewerkte woningen. Waarom blijven die gebouwen als littekens in het landschap staan?

 

‘Ruimtelijk afval’ noemt Hans Leinfelder het, de hoofddocent Ruimtelijke Planning van de KU Leuven in De Standaard. "We zijn wereldkampioen in afval sorteren, maar extreem nonchalant met afgedankt patrimonium. Dat laten we in de open ruimte slingeren." Er is altijd wel een reden waarom die constructies blijven staan. Vaak hopen de eigenaars er op een dag nog iets mee te doen. Fabrieken worden verlaten, omdat nieuwe productietechnieken een moderner gebouw vragen. Het oude blijft achter omdat de sloopkosten te hoog zijn. Soms raken panden, zoals huizen of ­hotels, niet af uit geldgebrek. Nieuwe eigenaars van vervallen zonevreemde gebouwen speculeren op herbestemming.

 

Doorgaans is het onze ruimtelijke wetgeving – vol koterijen en uitzonderingen – die sloop in de weg staat. "In Vlaanderen mag je zonevreemde constructies heropbouwen en uitbreiden tot 1.000 kubieke meter", zegt Leinfelder. "Functiewijzigingen in landbouwgebied worden gul toegestaan. Uitzonderingen zijn de regel geworden. Bouwrechten gelden voor eeuwig. Waarom zou je dan afbreken, als dat de waarde van je perceel doet dalen? Doordat we zoveel achterdeuren openlaten, blijven die gebouwen gewoon staan."

 

Hoe pakken we dat aan?

Verlaten en afgedankte constructies opruimen kan een begin zijn. Hier valt misschien een draagvlak voor te vinden. Maar om onze ruimtelijke wanorde te corrigeren, moeten we verder gaan. Het grootste deel van de verharding in openruimte­gebied bestaat uit woonhuizen en wegen. Ook daar zal in geknipt moeten worden. Als je een afge­legen woning wegneemt, kun je meteen de hele straat uitbreken. "Gemeenten moeten nadenken welke woningen ze op termijn ­willen schrappen, bijvoorbeeld in landbouwgebied of langs een ­rivier", zegt Leinfelder.

 

"Zo onzinnig is dat niet. Binnen afzienbare tijd worden we geconfronteerd met huizen die vrijkomen in verkavelingen en linten uit de jaren 60 of 70. Met hun slechte energieprestatie, hun kleine keukentjes en ligging beantwoorden ze niet meer aan de eisen van jonge gezinnen. Gaan we daar geld in blijven steken? Misschien is slopen wel de manier om ervan af te geraken." Volledige linten en fout woekerende verkavelingen gaan we op die manier niet opruimen, zegt Leinfelder. Maar met wat gerichte ingrepen kun je de klok wel een beetje terugdraaien.