ruimtelijke ordening

Ruimte voor/na corona: “Zet middelen in voor mensen die geen eigendom kunnen verwerven”

Staf Bellens • 8 december 2020

Welke impact heeft corona op ons ruimtegebruik en onze woonbehoeften? Welke lessen kunnen we uit de pandemie trekken? We vroegen het aan vier mensen die elk op hun manier professioneel met de problematiek te maken hebben. Vandaag: stadssocioloog Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen).

“De coronalockdown legde alle inwoners van ons land ingrijpende beperkingen op, maar de impact van die maatregelen varieerde sterk, afhankelijk van onder meer de woonsituatie. Of een gezin wel of niet beschikte over een private buitenruimte, een plek om zich af te zonderen, internet en hedendaags wooncomfort, vormde een wereld van verschil. Vooral bij private huurders zien we schrijnende toestanden. Die huisvestingsproblematiek is niet nieuw. Ook de oplossing is al langer gekend. We weten dat deze scheeftrekking alleen te keren valt als de middelen die momenteel naar eigendomsverwerving gaan, worden ingezet voor mensen die geen eigendom kunnen verwerven. Maar die relatief kleine groep weegt electoraal onvoldoende zwaar en bengelt bovendien onderaan de inkomensladder. Corona wordt hier dan ook geen game changer, vrees ik. Als mogelijke oplossing wordt steevast een uitbreiding van het aanbod voorop geschoven, maar dat biedt geen uitkomst. De markt bouwt uit eigen beweging niet voor mensen die onvoldoende middelen ter beschikking hebben. Wat dan wel nodig is? Meer gesubsidieerde huisvesting en dus onder meer extra middelen voor de sociale huisvestingsmaatschappijen. Die laatste beschikken over de nodige expertise, kunnen de welzijnsnoden detecteren die bij hun doelgroep dikwijls opduiken en zijn dus het best geplaatst om de regie te voeren. Voor de eigenlijke bouwwerkzaamheden werken zij samen met private bedrijven, zodat ook de markt er beter van zou worden.”

 

“Voor de publieke ruimte loopt mijn analyse parallel. Hoe kleiner je woont, hoe belangrijker de publieke ruimte. Die afsluiten is dan ook nefast, zeker voor jongeren. Voor hen is de publieke ruimte de enige plek waar ze, los van het ouderlijk toezicht, samen kunnen komen met vrienden en hun identiteit kunnen uitbouwen. Als er ergens problemen rezen, waren die dikwijls gerelateerd aan deze groep, zeker in kansarme wijken. Soms leidde de lockdown zelfs tot territoriale conflicten. Denk maar aan de fameuze parasolgevechten aan de kust, waar jongeren door het oprukkende water gedwongen waren zich terug te trekken landinwaarts en zo in de zone van de strandbars belandden. Wellicht speelden drank en hormonen op dat ogenblik een rol, maar je kan je toch vragen stellen bij de effectieve privatisering van het strand, een publieke ruimte waar je moet kunnen verblijven zonder per definitie een consumptie te moeten gebruiken. Ook andere groepen zijn zich meer dan ooit bewust van het belang van publieke ruimte, bv. als speelplek of als ruimte voor ontspanning en ontmoeting. De kans is daardoor groot dat mensen de stad ontvluchten en dat corona de suburbanisatie zal aanwakkeren.”

 

“Corona wakkerde tevens de discussie aan over de ruimtelijke organisatie van onze gezondheidszorg, een essentiële bekommernis in onze welzijnssamenleving. Het huidige systeem, gebaseerd op een overleg tussen nationale partners, voldoet niet, want gezondheidszorg is ook een lokale aangelegenheid. Niet voor niets lopen er al langer diverse experimenten van multidisciplinaire wijkgebaseerde initiatieven. De gezondheidscrisis heeft het belang daarvan onderlijnd. Contact tracing bv. werkt alleen als je de lokale situatie kent en kunt interpreteren. Hoe zit het met geboortes, begrafenissen en andere familiale gebeurtenissen? Welke plaatselijke evenementen vonden er plaats? Ook preventief levert een lokale aanpak veel betere resultaten op. Luchtwegaandoeningen bij kinderen vergen niet alleen een voorschrift voor puffers, maar ook aandacht voor ongezonde woonomstandigheden of luchtvervuiling. Die maatschappelijke dimensie onderken je alleen door middel van een multidisciplinaire wijkgerichte gezondheidszorg die op zijn beurt stedenbouwkundige consequenties heeft. Voor de herinrichting van wijken is een centrale kern cruciaal. Een multidisciplinair gezondheidscentrum kan die rol op zich nemen.”

Nuttige links
'Verdichting moet gepaard gaan met meer groene en speelruimte'

Kristof De Winne van buurtontwikkelaar Matexi

“De sleutelfactor voor betere woonkwaliteit is de publieke & collectieve ruimte”

Tom Lagast, stedenbouwkundig ontwerper/ruimtelijk procesmanager (Space-lab)