ruimtelijke ordening

Een tegengif voor de na-oorlogse verkavelingswoede in de Gentse stadsrand

Kevin Moens (Palindroom/Architectura) • 20 oktober 2021

In een tijdperk waarin overmaatse verkavelingspercelen het Vlaamse bouwlandschap nog domineren, wil André Annicq een andere klok laten luiden. In de loop der jaren heeft hij het domein rond zijn woning in Wondelgem stelselmatig vergroot, en vooral: gezorgd voor integratie van de verschillende percelen dankzij een ingenieuze vorm van ‘co-land-use’. Het eindpunt is nog lang niet bereikt, maar in tussentijd genieten de bewoners van een unieke combinatie van vooruitstrevende architectuur en rustgevende natuur. ‘Het is een biotoop waarin de natuur meer kansen krijgt, en die een groene long is voor de ruimere omgeving.’

DDM Architectuur

  • Datum oplevering:
    • 1 Becomes 3: 2013
    • Double House : 2017
    • Future House: 2019
    • Masterplan en tuin: 2012-….
  • Ligging: Knotwilgenlaan 2, Wondelgem
  • Opdrachtgever: André Annicq
  • Ontwerpteam: DDM Architectuur, Wim Goes Architectuur Aldrik Heirman

De Knotwilgenlaan is een rustige, residentiële laan in Wondelgem, in de groene Gentse rand. Wanneer je de straat inkomt en nummer 2 passeert, heb je niet meteen de indruk dat achter deze koppelwoning een uitgestrekt domein met meerdere woningen schuilt, waarin het bruisende tuinlandschap de hoofdrol opeist. Het is het verhaal van één bouwheer en verschillende architecten, die hun passie voor groen koppelden aan een vooruitstrevende visie op architectuur.

 

Eerst het grote plaatje: op de volledige site in Wondelgem, een groot domein van 10.000 m² dat vroeger vier woningen telde, staan vandaag tien wooneenheden. Op termijn kan dit eenvoudig groeien tot 15 of zelfs 20 woningen. Sommige woningen werden heropgebouwd, andere panden werden opgedeeld in verschillende wooneenheden. DDM Architectuur realiseerde de ‘double house’ en het project ‘ 1 Becomes 3’, architect Wim Goes tekende ‘Future House’ uit, en landschapsarchitect Aldrik Heirman zorgde voor het unieke concept van de in elkaar overvloeiende tuinen en landschappen. De drie architecten kennen elkaar al jaren en werken regelmatig samen aan projecten. “Voor ons is architectuur geen ego-kwestie”, duidt Wim Goes aan. “Het gaat ons niet om  een louter visueel concept, maar om de filosofie: hoe we samen naar de toekomst kijken, samen met de opdrachtgever. Dat is voor ons van belang.”

DDM Architectuur en landschapsarchitect Aldrik Heirman

Het perceel wordt mede gekenmerkt door de Lieve, ooit een kanaal dat Gent met Brugge verbond. Anno 2021 zijn nog maar enkele stukjes van het oude tracé overgebleven, waaronder hier in Wondelgem. “De Lieve structureert hier het landschap. Voor ons als architecten was het de ruggengraat waar we ons op konden enten”, zegt Wim Goes.

 

 

De vraag: Meerwaarde creëren voor iedereen

 

Aan het project en het domein is een hele familiegeschiedenis verbonden. Eigenaar André Annicq woont er al sinds zijn huwelijk, 44 jaar geleden. Het is de plek waar zijn echtgenote opgroeide, en waar haar familie al in de 19de eeuw bedrijven uit de grond stampte. “Roots zijn enorm belangrijk voor mij”, legt hij uit. “Het oude boerenhuisje dat mijn schoonvader ooit kocht, konden we terugvinden op enkele oude kaarten. Hier kun je echt spreken van lokale verankering.”

 

Als liefhebber van architectuur gebruikte de bouwheer zijn eigen woning regelmatig als laboratorium: in de voorbije veertig jaar werd het huis maar liefst vier keer gerenoveerd, telkens met behoud van dezelfde buitenstructuur. In de loop der jaren werd de bouwheer ook de eigenaar van enkele omliggende panden, en speelde hij met het idee om de hele site te ingreren in een uniek architecturaal én landschappelijk project.

 

De verschillende eigendommen, behalve de privéwoning van de bouwheer, zijn allemaal gekocht door de familiale patrimomiumvennootschap van de bouwheer. Zo is er slechts één eigenaar. De kleinere randpercelen krijgen meer ademruimte. “Het compromis is dat de grotere percelen een relatief klein deel van hun perceel ‘afstaan’ en ter compensatie een mooi ingekaderd nieuw architecturaal gebouw als buurman krijgen. Zo creëren we stilaan een communitygevoel vanuit het parklandschap, waar alle gebouwen hun plek in krijgen en vinden.”

 

Over de jaren heen heeft de bouwheer een uitgesproken visie op architectuur ontwikkeld. “Vele bouwpromotoren focussen zich op het bouwen van gezinswoningen, zo klein en zo veel mogelijk, als ware het konijnenhokken zonder buitenruimte zoals een leefbaar terras of een tuin. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de omgeving. Ik wil op een elegante manier meerwaarde creëren voor iedereen: onszelf, de buren en bij uitbreiding de volledige buurt”, aldus de bouwheer. Ook over de buitenruimten koesterde de bouwheer opvallende ideeën. “We hebben een groot gezin, met vier kinderen en negen kleinkinderen. We weten hoe belangrijk het is om een grote tuin te hebben. Met het ouder worden ben ik bovendien steeds meer ‘community oriented’ gaan denken.”

 

Dat voornemen werd alleen maar versterkt toen de bouwheer Aldrik Heirman ontmoette. “Hij zette ons aan om de grenzen met de buren te slopen en de tuinen door elkaar heen te laten lopen: meer landschap creëren, in plaats van de typische verkavelingen. Dat was het opzet.” Heirman stemt daarmee in: “In mijn architectuur is gevoel en emotie belangrijker dan vorm. De vorm ontstaat uit de beleving van een plek.” Het succes van een project staat of valt voor hem met het kunnen teruggeven aan de natuur: “Een biotoop maken, waar plant, dier en mens zich goed in voelen.”

 

 

De oplossing: De fysieke grenzen wegnemen

 

Dirk De Meyer van DDM Architectuur en landschapsarchitect Aldrik Heirman kregen de opdracht om een masterplan voor de volledige site te ontwikkelen. “De bedoeling was om de volledige waarde van de grond te kunnen benutten, ook voor de volgende generaties. We wilden de urbanisatie van de volledige site bewerkstellen, zonder evenwel de meerwaarde van de tuin uit het oog te verliezen: deze plek is immers een groene oase langs het water, en dat wilden we zo houden”, legt de bouwheer uit.

“Voor mij bestaat een tuin als dusdanig niet: een tuin is gewoon een deel van het landschap”, vult Aldrik Heirman aan. “Het idee dat we dat landschap opdelen en aan ieder mens een plekje toewijzen, dat is een door de mens gecreëerde illusie. Tenslotte leven we allemaal op dezelfde aarde. Ik vind het onzinnig om die aarde in hokjes op te delen en ons daarin op te sluiten.” Daarom gaat Heirman in zijn eigen werk steeds op zoek naar mogelijkheden om landschappen met elkaar te verbinden. “Ook hier wilde ik de fysieke grenzen wegnemen of op z’n minst laten vervagen. En ook al zit je in een verstedelijkt gebied, toch is het mogelijk om de link te leggen met de omgeving.”

 

“We hebben meteen geopteerd om te verhuren”, vervolgt de bouwheer. “Uit ervaring weten we dat huurders geen tuinmannen of -vrouwen zijn, en wij onderhouden centraal de tuinen. De huurders betalen 50 procent van de kost per m² van wat hun perceelaandeel zou geweest zijn in de tuin. We hebben geopteerd om de gerealiseerde nieuwe wooneenheden zoveel mogelijk gemeubeld te verhuren aan expats. Gent heeft zowel vanuit zijn universiteiten als vanuit de rijke industriezone met grote multinationals geregeld buitenlanders die hier meteen naast een woning ook een thuis kunnen krijgen, als ze dat willen tenminste. De mensen hebben toch nog steeds de neiging om in hun kot te blijven.”

 

 

De uitvoering: Drie projecten, verbonden door de tuin

 

Het project kwam in een stroomversnelling toen de bouwheer een naburig pand overkocht, dat al jarenlang in slechte staat verkeerde. Het zou het startpunt van de uitbreiding betekenen, en resulteren in het opvallende ‘ 1 Becomes 3’. “De andere kandidaat-kopers wilden het huis afbreken en er garageboxen plaatsen. Mij leek het mogelijk om op een meer verstandige manier met de omgeving om te springen”, verduidelijkt de bouwheer.

DDM Architectuur en landschapsarchitect Aldrik Heirman

DDM Architectuur en landschapsarchitect Aldrik Heirman

Dirk De Meyer (DDM Architectuur) ging in 2012 de uitdaging aan om het gebouw een tweede leven met meer kwaliteit te geven: “Het betrof een uitgewoonde eengezinswoning, die volledig werd gestript. Het was aanvankelijk erg onduidelijk hoe we dit moesten aanpakken. De smalle vorm van het perceel en de ligging, pal op de perceelsgrens, maakten een afbraak en heropbouw onmogelijk. Daarom hebben we de toegangen tot het gebouw helemaal anders geïnterpreteerd. Door in het gebouw zelf een soort van tunnel te creëren die uitmondt in een patio waarlangs zich de inkomdeuren situeren, werd het mogelijk om drie wooneenheden met eigen buitenruimte te realiseren binnen het volume van een eengezinswoning, wat een aanzienlijke verdichting met zich meebracht. Vandaar ook de naam ‘1 Becomes 3’. Door de opsplitsing van de gevel- en dakvlakken verkleint de schaal en na bekleding met donker antra-zink integreert het zich in de groene omgeving.”

 

DDM Architectuur ontwierp in 2018 ook de koppelwoning aan de straatkant van de Knotwilgenlaan, die de plaats van een verouderde villa overnam. Het perceel van 1.037 m² heeft een potentieel van vier woningen, maar de woningtypetoets van de stad Gent stipuleerde dat er slechts twee woningen gebouwd mochten worden. DDM Architectuur focuste daarom op het maximaliseren van de privacy van de bewoners. De architecten creëerden het gevoel van een eengezinswoning door de volumes op het gelijkvloers uit elkaar te trekken. Hierdoor krijgt elke woning een private inkom. Door een knik in het plan zijn er geen overlappingen in de uitzichten vanuit de leefruimten. Het verlagen van de dakrand op verdiep verzacht de volumetrie naar de buren. Het knikken van het plafond in de leefruimte richt het zicht naar het privaat terras.

 

Voor het meest recente  project van de site, ‘Future House’, deed André Annicq in 2018 een beroep op Wim Goes Architectuur. “Zowel de bouwheer als ikzelf vinden dat een gebouw en haar naaste omgeving heel sterk in relatie met elkaar staan”, licht Goes toe. De woning wordt gekenmerkt door het gebruik van de beige baksteen, die ook als binnenafwerking wordt gebruikt. Binnen en buiten vloeien in elkaar over. Ze horen zowel bij het landschap als bij het gebouwde.

 

Naarmate de grootte van het domein toenam, groeide ook de nood aan verbinding tussen de centrale woning enerzijds, en de verschillende woningen errond anderzijds. Daar zorgt de vergrote en geïntegreerde tuin voor, die door zijn openheid meer aanvoelt als een park en het gemeenschapsgevoel versterkt. In de tuin is veel vernieuwd, maar is er tegelijk ook veel bewaard gebleven. “Dat was cruciaal, want we wilden het bestaande landschap niet verloochenen”, voegt Heirman toe. “Alleen door bestaande bomen, planten en stijlen te respecteren kon ik een evenwicht bewerkstelligen.”

Wim Goes Architectuur en landschapsarchitect Aldrik Heirman

Wim Goes Architectuur en landschapsarchitect Aldrik Heirman

“Het opvallende aan de landschapsarchitectuur van Aldrik, is dat je achteraf vaak niet kan zeggen wat er oorspronkelijk reeds aanwezig was, en wat hij heeft toegevoegd”, vult Wim Goes aan. “Aldrik zorgt voor een soort integratie die zichzelf niet toont. Dat is een heel belangrijke positie.” De nieuwe tuin bevat niet langer grenzen, in de vorm van hagen. “Wij krijgen er zo een grotere tuin bij, en de andere bewoners krijgen meer het gevoel dat ze in een echte parkomgeving wonen”, zegt de bouwheer opgetogen.

 

De architecten en bouwheer houden rekening met het veranderende gebruik van een ruimte. Een aantal woningen zijn daarom bijzonder flexibel opgevat. Wim Goes: “De ruimte op het gelijkvloers in het ‘Future House’ is nu een yogaplek voor de gemeenschap, maar kan op termijn ook evolueren tot een woning.” Dirk De Meyer vult aan: “In verschillende woningen is er de mogelijkheid voorzien om op termijn een slaapkamer en sanitaire ruimte op de benedenverdieping te creëren. Zo behouden de woningen hun waarde, ook wanneer de bewoners minder mobiel zijn.”

 

 

De troeven: Het landschap als groene long

 

“Vandaag wordt vaak gesproken over co-housing, maar dit is eigenlijk een vorm van ‘co-land-use’”, zegt Wim Goes. “Mede daarom heeft geen enkele betrokken architect dit project uitsluitend vanuit zijn eigen plek, architectuur en landschap bekeken. We moesten te allen tijde rondom ons heen kijken.”

 

“We hebben een biotoop gecreëerd waarin de natuur meer kansen krijgt, en die voor de ruimere omgeving als het ware een groene long is geworden”, besluit Aldrik Heirman. “Voor hetzelfde geld stond hier niets waardevol meer, alleen nog wat gebouwen. Nu zijn we erin geslaagd het landschap te behouden en zelfs uit te breiden, gewoon door er op een bewuste en logische manier mee om te springen.”

 

De sleutel van het succes? De ingesteldheid van de opdrachtgever, zo stelt Wim Goes: “Het engagement van Andre was essentieel voor het welslagen van dit project. We zijn erin geslaagd om de toegankelijkheid van een landschap te vrijwaren, iets wat steeds vaker verloren geraakt.” Het landschap is voor alle betrokkenen in dit project geen bijkomstigheid, maar een essentieel onderdeel van de architectuur. “Met een mooi gebouw zal je nooit de omgeving kunnen opwaarderen. Omgekeerd kan je met een mooie omgeving wél bouwkundige vergissingen uit het verleden corrigeren”, stipt De Meyer aan.

 

Het project is nog lang niet voltooid. Stapsgewijs worden bestaande woningen herbouwd of verbouwd tot kleinschalige meergezinswoningen, ingeplant in de parktuin. Op termijn is er ook de mogelijkheid tot nieuwbouw in de vrije zones. De hoofdwoning met bijgebouwen op het centrale perceel kan op termijn omgevormd worden tot verschillende wooneenheden, met gemeenschappelijke ruimten voor zorg en ontspanning.

 

 

Wat beter kon: Toekomstgerichte planning

 

In het proces om hun ambitieuze plannen te verwezenlijken, konden de architecten en bouwheer steeds rekenen op een positieve houding van de stedenbouwkundige ambtenaren. “Wel stelden we vast dat de bestaande regelgeving niet altijd de tools aanreikt om optimaal te verdichten”, aldus Dirk De Meyer. “Zo wordt de mogelijkheid om bestaande woningen op te splitsen vandaag de dag sterk beperkt. Dit gebeurt met de beste intenties, maar heeft ook als gevolg dat veel bestaande woningen voor jongeren niet betaalbaar zijn. Kleinere oppervlaktes zijn niet per definitie in tegenspraak met kwalitatief wonen, zoals wordt aangetoond met het project ‘1 becomes 3’ en ‘Future House’. En de evolutie van de eengezinswoning tot ‘double house’ leverde twee mooie gezinswoningen op, maar met een tweetal extra wooneenheden zou de draagkracht van het perceel zeker niet zijn overschreden”, zegt de architect.

 

“Ik kijk uit naar een regelgeving die perceelsoverschrijdend of meer projectmatig wordt opgesteld, dan kunnen op deze site in de toekomst misschien ook andere woontypes worden gerealiseerd waar een grotere mix van bewoners en nieuwe gezinsvormen een plek kunnen vinden”, gaat De Meyer verder.

“Dit project toont aan dat wanneer een eigenaar, ontwerpers en een geinteresseerde overheid elkaar vinden er interessante oplossingen kunnen worden gevonden”, vult Wim Goes aan. “Ik hoop dat dit project een voorbeeld kan zijn om gelijkaardige projecten een duwtje in de rug te geven. Er is nog een lange weg af te leggen, maar we zijn er al in geslaagd om de grenzen al in belangrijke mate te verleggen. Zo zou enkele jaren geleden co-land-use enorm moeilijk zijn geweest, want dan zou men ons hebben opgelegd om de site te verkavelen. Hier gaan we in de omgekeerde richting, met name het engagement aangaan om zo veel mogelijk landschap te ontsluiten.”

 

Jammer genoeg blijkt over de tuinen langs de Lieve het laatste woord nog niet gezegd. Recentelijk kwam men langs bij de eigenaars om te melden dat, over een breedte van vijf meter aan beide zijden, alle beplanting moet worden gerooid, en dit over honderden meters lengte. Dit zou nodig zijn om het ‘kanaal’ vanaf de oevers te kunnen baggeren. “Dat de Lieve intussen ook als erfgoed is erkend en er mogelijkheden bestaan om vanaf het water te baggeren zal hopelijk soelaas bieden, maar blijkbaar bekijkt men dit stuk erfgoed bij andere instanties nog steeds als ‘maar’ een stuk infrastuctuur, terwijl het eigenlijk al decennia lang een stuk ecologie is geworden, een groene long voor Wondelgem”, aldus de bouwheer. 

‘Touching the ground lightly’

 

Dit project is voor de betrokken architecten ook een uitgelezen kans om te experimenteren en toekomstgericht te ontwerpen. “En daar zit nog progressiemarge in. Naar de toekomst toe wil ik vooral werken aan lichtere gebouwen: ‘touching the ground lightly’, om het met woorden van Glenn Murcutt te zeggen”, aldus Wim Goes. “Het gaat dan niet zozeer om het volume van de materialen, maar wel om hun gewicht en hun ecologische afdruk. We moeten ons ervan bewust blijven dat hedendaagse architectuur vervuilend is, en dat architecten voor een grote verantwoordelijkheid staan. Wat betekenen onze gebouwen over vijftig jaar? Die vraag moeten we durven stellen. Een bijkomende moeilijkheid is dat de wetgeving je in de richting van het verkeerde materiaalgebruik dwingt. Visionair bouwen staat vaak synoniem met hoge boeteclausules, en dat zou niet mogen.”

 

Dirk De Meyer sluit zich daarbij aan. “Bij afbraak blijkt dat oude gebouwen veel circulairder zijn dan recente gebouwen. Een woning van honderd jaar oud kan je perfect recyleren: veel herbruikbare materialen in gebakken aarde, verweerd hout en wat glas. Een gloednieuwe BEN-woning – rijkelijk voorzien van dichtingsfolies, petroliumderivaten en kitten  – afbreken zal een onbruikbare afvalberg veroorzaken. Dit legt eigenlijk een hypotheek op de toekomst. Het is moeilijk als individueel architect een sluitend antwoord te formuleren op deze problematiek. Er zijn in het voorbije decennium er al heel wat stappen gezet, maar misschien ziet het er over tien jaar alweer helemaal anders uit.”

 

Ook Aldrik Heirman wordt regelmatig geconfronteerd met het afvalprobleem: “De tuin komt maar al te vaak als laatste aan bod in een project. Je kan je nauwelijks voorstellen hoeveel afval je daar soms in de grond tegenkomt. De grond lijkt opgekuist, maar is in realiteit zwaar vervuild. Vaak is het bijna onmogelijk om dit situatie opnieuw te herstellen”, besluit de landschapsarchitect.

Nuttige links
ruimtelijkrendement.be

Met deze webpagina wil de Vlaamse overheid gebruikers inspirerende voorbeeldprojecten aanreiken in de zoektocht naar meer ruimtelijk rendement.