Interview

'Niet jammeren, maar tonen hoe het beter kan dankzij de expertise van architecten'

Elise Noyez • 10 december 2021

Beiden traden aan in volle coronawoede. Enig crisismanagement was dus meteen aan de orde. Een valse start? “Een tijdelijk oponthoud”, aldus Dirk Mattheeuws en Steven Lannoo. Als respectievelijk voorzitter en directeur van NAV richten de heren hun pijlen inmiddels heel uitdrukkelijk op de ontwikkeling van een leidende langetermijnvisie, gestoeld op de kracht van het architectenberoep.

Dirk Mattheeuws (links) en Steven Lannoo (rechts) - Foto: Klaas Verdru

Het is een tendens die Steven Lannoo, in het verleden actief in de autobus- en autocarfe-deratie, in verschillende beroepsverenigingen herkent. “Traditioneel wordt er in beroepsfederaties en belangengroeperingen vooral veel geklaagd, maar sinds enkele jaren begint die reactieve houding plaats te ruimen voor een actieve of zelfs pro-actieve aanpak. Dat is ook wat wij beogen. In plaats van ad hoc en vanuit een zeker Calimero-complex op problemen in de sector te reageren – een aanpak die al eens tot een versnipperde visie leidt en niet noodzakelijk effectief is – moeten we leren om onze eigenwaarde als architect te onderschrijven en duidelijk te maken, aan overheid en maatschappij, welke meerwaarde we als dusdanig kunnen bieden. Niet jammeren over wat er fout loopt en hoe iedereen ons voor de voeten loopt; wel tonen hoe het beter kan.”


Strategische denkoefening


Om een dergelijke pro-actieve houding te kunnen aanhouden, is een duidelijke langetermijnvisie onontbeerlijk. Een van de concrete initiatieven die Dirk Mattheeuws bij zijn aantreden op tafel legde, was dan ook de uitwerking van een visie 2030/2050 rond de toekomst van het architectenberoep. Ongeveer een jaar na de eerste oproep was de strategische driedaagse in oktober 2021 een feit. Een dertigtal architecten van diverse pluimage – mannen en vrouwen, medewerkers en bestuurders, grote en kleine bureau’s … –  nam aan de denkoefening deel.


Steven Lannoo: “Aan het evenement ging een enorme voorbereiding vooraf. Zowel voor de deelnemers, die zich middels een visietekst kandidaat moesten stellen, als voor de organisatie, die voor de discussies een werkbaar parcours moest uitstippelen. Zo werden kernvragen op voorhand aan de deelnemers overgemaakt, en werd er naast een algemene discussie over de toekomst van het beroep ook rond drie specifieke thema’s gewerkt, met name de individuele architect, samenwerkingsverbanden in de bouwsector en de maatschappelijke rol van de architect. Die voorbereiding is essentieel geweest om de debatten in goede banen te leiden en heeft ertoe bijgedragen dat we snel resultaat bereikten.”

Strategische driedaagse, oktober 2021

Dirk Mattheeuws: “De uitdaging nu bestaat er vooral in om die over te dragen op de 10.000 architecten die niet aanwezig waren. Daartoe leggen we momenteel de laatste hand aan onze visietekst, die we op 8 juni 2022 tijdens een congres in het Mechelse Lamot zullen voorleggen. In een volgende stap wordt dat in concrete actiepunten vertaald. De visietekst zelf zien we als een kompas, dat sturing geeft wanneer we met nieuwe dossiers geconfronteerd worden.”


Een van de eerste dossiers waarrond op die manier actiepunten gedefinieerd zullen worden, is dat van de Architectenwet van 1939. Dirk Mattheeuws: “De voorbije jaren heeft onze werkgroep daar zijn tanden op stuk gebeten, maar telkens zonder consensus. Tijdens de retraite hebben we daarom kort afgetoetst of we met de overkoepelde toekomstvisie een nieuwe blik kunnen werpen op die problematiek, en dat zag er veelbelovend uit. In het kielzog van het congres zullen we rond de wet van 1939 dan ook een nieuwe werkgroep opstarten. We weten immers dat de wet hervormd zal worden, en het is essentieel dat wij daarvoor met werkbare voorstellen komen. Zo niet, dan bepalen anderen het voor ons en zijn wij opnieuw op achtervolgen aangewezen.”


Pro-actief het debat voeren


Heeft de strategische denkoefening als doel een overkoepelende visie te formuleren die top down richting geeft aan de standpunten en initiatieven van NAV, dan kan volgens Lannoo en Mattheeuws ook de omgekeerde beweging niet ontbreken. 


Dirk Mattheeuws: “Om te weten welke concrete zaken en thema’s wij als bestuursorganen moeten aankaarten, hebben we input nodig van onderuit. Die krijgen we traditioneel vanuit onze lokale afdelingen, maar sinds vorig jaar ook uit vier thematische doelgroepen, die zich focussen op, respectievelijk, ‘Kantoren en medewerkers’, ‘Starten en starters’, ‘Kennis en innovatie’ en ‘Beroep en de architect’. Hun taak is tweeërlei: enerzijds behandelen ze vragen, problemen en dossiers die via het Uitvoerend Comité en de Raad van Bestuur bij hen terechtkomen; anderzijds kunnen ze op basis van hun specifieke kennis en connecties ook zelf thema’s aandragen en visies uitwerken. De eerste vruchten van deze nieuwe werking hebben we al geplukt. Zo publiceerde ‘Beroep en de architect’ een belangrijke position paper over het vrijstellingenbesluit, die op verschillende punten door de minister gevolgd werd, en ontwikkelde de doelgroep ‘Starten en starters’ een eerste visie rond de stage en opleiding. Twee zaken die voor ons als Raad van Bestuur en Uitvoerend Comité erg versterkend werken.”


Steven Lannoo: “De doelgroepen zijn inderdaad al een belangrijke aanvulling gebleken op onze lokale afdelingen. Niet alleen omdat ze een ander soort input aanleveren, maar ook omdat ze andere samenwerkingsverbanden mogelijk maken. In dit kader kan je bijvoorbeeld gerust eens een architect thematisch betrekken die een bepaalde klacht of expertise heeft, zonder dat hij of zij zich daarvoor op een formele manier in de regionale werking moet engageren.”


Al benadrukt Lannoo wel het belang van officiële vertegenwoordiging in de bestuursorganen. “Vandaag merken we dat de doelgroepen heel goed functioneren op dossiers die wij aandragen, maar dat de thema’s die ze pro-actief behandelen nog onvoldoende doorstromen. Daarvoor moeten we nog een formele link leggen, zodat wij een beter zicht krijgen op wat er leeft en die ideeën en behoeften ook in onze dienstverlening en belangenbehartiging kunnen opnemen. En zelfs wanneer een bepaald thema niet prioritair blijkt, biedt het trouwens een belangrijke meerwaarde. We hebben de kennis en de visie bij wijze van spreken namelijk in de schuif liggen. Wordt het thema plots wel actueel, dan kunnen we daardoor snel, gefundeerd en in lijn met onze overkoepelende visie reageren.”

 

Kennispartner bij uitstek


Het blijft Dirk Mattheeuws evenwel verbazen hoe weinig architecten, ondanks de uitgebreide kennis die ze in huis hebben, bij bepaalde dossiers betrokken worden.


Dirk Mattheeuws: “Neem nu de bouwshift en het instrumentendecreet. Je zou verwachten dat architecten daar als experts in ruimtelijke ordening automatisch als partner beschouwd worden. Het blijft voor mij dan ook onvoorstelbaar dat we pas nadat we samen met natuurverenigingen, landbouworganisaties en de VRP een open brief onderschrijven, een plaats zouden krijgen in een taskforce. Blijkbaar moeten we de overheid er nog steeds van overtuigen dat we als beroepsvereniging de juiste expertise hebben om als partner in dergelijke dossiers op te treden. Ook daarom is het belangrijk dat we vandaag pro-actief posities innemen en voorstellen op tafel leggen. Door onszelf uitdrukkelijk als kennispartner te profileren, zullen we in de toekomst hopelijk wel rechtstreeks in dergelijke debatten betrokken worden. Dat is nu bijvoorbeeld al het geval bij het expertenpanel rond wateroverlast of de verderzetting van het project Ruimtelijk Rendement.


Steven Lannoo: “Als beroepsvereniging van architecten moeten we het in ieder geval niet hebben van onze aantallen of ons aandeel in het BBP. Onze kracht schuilt in onze voorstellen, in de kennis die ze vertegenwoordigen en de inhoudelijke meerwaarde die architecten kunnen bieden, maar ook in de aandacht die we daarbij hebben voor het bredere belang. Mochten we in onze communicatie naar de overheid toe enkel het belang van de architect vooropstellen, dan zouden we snel tegen de muur aanlopen. Maar door steeds oog te hebben voor wat de overheid of maatschappij erbij te winnen heeft, openen er zich deuren.”

 

Als concreet voorbeeld haalt Lannoo het dossier rond aanbestedingsprocedures aan, dat onlangs opnieuw opgenomen werd. “In het verleden hadden we al aanbevelingen voor een goede wedstrijd, maar nu willen we bepaalde zaken in de wetgeving verankerd zien. Daartoe gaan we bestaande wetsartikelen aanpassen en opnieuw voorleggen. Opvallend is dat de kabinetten daar wel voor open lijken te staan, net omdat we niet alleen op dat nageltje van de vergoedingen blijven kloppen – dat uiteraard wel een belangrijk onderdeel vormt – maar omdat we ook aantonen hoe het werkdruk en kosten voor de overheid kan beperken en de architecturale kwaliteit kan verhogen.”

 

Hoogtepunten

 

De hervorming van de aanbestedingsprocedures belooft hoe dan ook een werk van lange adem te worden, maar meer directe resultaten boekte de tandem Mattheeuws-Lannoo het afgelopen jaar ook. Zo hielp het NAV voorkomen dat het vrijstellingenbesluit, dat initieel uitgebreid werd voor de bouw van zorgcontainers, disproportioneel verruimd werd naar andere sectoren en situaties, en kon er een compensatiemaatregel afgedwongen worden voor de verstrenging van het S-peil.


Steven Lannoo: “Met oog op een betere werking van de omgevingsdiensten sloten we verder een cruciaal convenant af met de stad Gent. Daarin zijn een aantal wederzijdse engagementen geformuleerd, zoals de belofte van de diensten om een vooroverleg te organiseren en binnen een bepaalde termijn op vragen te reageren, maar ook onze belofte om betere dossiers in te dienen.”


Dirk Mattheeuws: “Het is van groot belang dat beide partijen in deze kwestie hun verantwoordelijkheid nemen. Administraties moeten begrijpen dat ze hun werkdruk met een vooroverleg eerder beperken dan verhogen, maar architecten moeten zich er ook van bewust zijn dat een goed en volledig dossier vlotter behandeld wordt. Het is absoluut in ons eigenbelang om goede aanvragen in te dienen. Daartoe zullen we het komende jaar dan ook een nieuwe opleiding aanbieden, waarin we architecten tonen hoe zo’n goede aanvraag eruitziet en hoe ze hun slaagkansen dus kunnen verhogen.”

Charter 'Bouwen aan dialoog' - Voor een betere dialoog ​tussen lokale besturen ​en architecten

Het convenant met de stad Gent is intussen in het charter Bouwen aan Dialoog geformaliseerd, en in een volgende stap moet het model zijn weg vinden naar andere gemeentes. Steven Lannoo: “Elke stad of gemeente kent zijn eigen problematieken, en het is niet zo dat we het model zomaar één op één kunnen kopiëren. Daarvoor moeten we telkens opnieuw in overleg treden met lokale ambtenaren en architecten. Maar we zien dat er draagvlak voor is. Dankzij een aantal goede voorbeelden nemen gemeentes zelf initiatief en begint het model zich als een olievlek over Vlaanderen te verspreiden.”

 

Op de agenda


Op operationeel vlak kunnen NAV-leden zich komend jaar niet alleen verwachten aan een nieuwe opleiding over stedenbouwkundige dossiers, maar tevens aan een uitgebreide managementopleiding.


Steven Lannoo: “Ondernemerschap en management zijn onderbelichte aspecten van het beroep, die nochtans cruciaal zijn voor het slagen van een architectenbureau. Onder de noemer ‘Archipreneur’ werken we daarom een volledig programma uit rond management, marketing, planning, prijszetting, enzovoort. Dat zal gebeuren in de vorm van intensieve workshops, waarbij deelnemers effectief met hun eigen plannen aan de slag gaan.”


De nieuwe opleiding neemt in principe de vorm aan van een fysieke workshop in kleine groep, maar indien nodig kan NAV snel op een digitaal alternatief overschakelen. “Inmiddels weten we wel hoe we die vertaalslag moeten maken”, benadrukt Lannoo. “Digitale opleidingen en evenementen zullen overigens ook niet meteen van onze agenda verdwijnen. We merken bijvoorbeeld dat sommige zaken, zoals de opleidingen in de Vitruvius Academy, het online beter doen dan voorheen. Daar proberen we vandaag het juiste evenwicht in te vinden, opdat we zowel de behoefte naar kennisdeling als die naar networking op de best mogelijke manier kunnen afdekken. Dat vergt nog een beetje trial and error, maar het staat vast dat zowel digitale als fysieke en hybride oplossingen daar hun deel in hebben.” 

Nuttige links