Interview

Xaveer De Geyter: “Onze ontwerpen hebben heel weinig met vormwil te maken”

Arnaud Tandt • 18 mei 2022

Xaveer De Geyter Architects (XDGA) wonnen met Melopee de Brussels Architecture Prize in de categorie Extra Muros. De twee andere projecten waarmee het Brusselse bureau geselecteerd was, zijn ook “iconisch” te noemen. Toch vertrekken ze bij XDGA eerder vanuit de context dan vanuit een vooropgezet vormidee.

Xaveer De Geyter - Foto: Studio Dann

In december vorig jaar werden de eerste trofeeën van de Brussels Architecture Prize uitgereikt. Deze nieuwe prijs plaatst de Brusselse architectuur in de spotlights, met drie categorieën die focussen op architectuurprojecten in Brussel en de categorie “Extra Muros” met projecten buiten het Brusselse grondgebied, maar ontworpen door Brusselse bureaus. In deze laatste categorie werd Xaveer De Geyter Architects genomineerd met twee van de meest opvallende recente projecten in Vlaanderen: het Provinciehuis in Antwerpen en Melopee in Gent dat ook bekroond werd. Hun ontwerp voor het Rogierplein was dan weer genomineerd in de categorie “Grote Interventie”. We ontmoeten Xaveer De Geyter in het Provinciehuis in Antwerpen, vooraleer hij er een rondleiding zal geven in het kader van de Brussels Architecture Prize. Het gesprek beginnen we echter bij Melopee, de school die in Gent ook als een voorbeeld van een “stadsgebouw 2.0” dient, een publiek gebouw dat op intelligente wijze meerdere gebruiken combineert.

 

Wat was het uitgangspunt van Melopee?
Xaveer De Geyter: “De site bevindt zich in de Oude Dokken, een nieuw stuk stad in de haven van Gent dat geleidelijk aan ontwikkeld zal worden. De eerste stap is een strook tussen het water en de Koopvaardijlaan die slechts 70 meter diep is. Die beperkte diepte maakt het moeilijk om er stedelijkheid aan te geven. Daarom was een van de richtinggevende elementen in het stedenbouwkundig plan – oorspronkelijk van OMA, maar daarna herwerkt – een pad dat door alle ontwikkelingen heen loopt, parallel aan de kade. Dat geeft een notie van centraliteit aan de strip."

 

"Het programma van de wijk is voornamelijk woningbouw en de school is vooralsnog het enige publieke gebouw. Publiek omdat het gebruikt kan worden door de buurt. Het is een zogenaamd brede school met verschillende functies van vergaderlokalen tot sportinfrastructuur. Bij de wedstrijd was de vraag om een kindercrèche, een dagopvang, een lagere school en een sporthal te voorzien. Later is dat programma een muziekschool geworden. Het terrein is eigenlijk superklein voor wat gevraagd werd want bij elk programmaonderdeel hoort een specifieke, afgescheiden buitenruimte. Het bleek al snel dat de meest rationele en terzelfdertijd spectaculaire vorm eruit bestond om het maximaal volume in te nemen, deels bestaande uit een heel compact gebouw en in het andere deel de gestapelde en opgehangen buitenruimtes binnen een stalen skelet. Op het gelijkvloers loopt de publieke passage tussen beide in, de administratieve functies kregen er een plek omdat ze geen rechtstreekse verbinding met de buitenruimtes nodig hebben. Ook de crèche is hier ondergebracht. Vanaf de eerste verdieping heb je leslokalen en opvangruimtes, georganiseerd in een U-vorm rondom de dubbelhoge refter en langs een grote centrale trap. Die is geschikt voor de collectieve activiteiten van de school. De bovenste verdieping bevat de sportzaal met ook weer haar eigen buitenruimte."

 

"Het geheel levert een spectaculair geheel van speelplaatsen op, maar die sequentie doet ook dienst als tweede vluchtweg voor de binnenruimtes. Er gelden bijgevolg allerlei normen, zoals hellingbanen die niet meer dan 4% mogen zijn. Dat alles heeft bijgedragen aan de vormgeving van die buitenruimtes. Er blijkt ongelooflijk veel interesse voor die school te bestaan, het project is al meer dan vijftig keer gepubliceerd. Dat komt – geloof ik – voort uit het feit dat er vele stads- of schoolbesturen zijn die een school willen bouwen of uitbreiden en geen plek vinden in hun stedelijke omgevingen. De driedimensionale speelplaats blijkt een dankbare typologie voor zulke situaties.”

Melopee Gent © Maxime Delvaux

Die gelaagdheid komt ook terug in het Rogierplein waar je in één oogopslag de verschillende programmaonderdelen ziet.
Xaveer De Geyter: “Het uitgangspunt is in grote mate het bestaande, zowel bovengronds als ondergronds. De openbare ruimte rond het Rogierplein was voor onze ingreep een totale ramp, met auto’s in alle richtingen, dropoffs voor hotels enzovoort en daartussen hier en daar een eilandje gras. Daarnaast is de ondergrond van het Rogierplein sinds de jaren ‘60 één groot gebouw. Er is niet alleen de kruising van metrolijn en ondergrondse tram, maar ook een grote parking en een “congresruimte” – eigenlijk een dubbelhoge verdieping die vroeger heel zelden gebruikt werd. Er zijn ook heel wat connecties voor voetgangers, dat een kluwen op zichzelf vormt."

 

"Er was behoefte aan een ordening op alle niveaus. De luifel werkt op het stedenbouwkundig niveau om een betere verbinding van het Noordkwartier met het stadscentrum te realiseren. Daarom staat de luifel op die plek, hij helt over de ring als een verbindingsteken tussen de twee stadsdelen. Maar het ontwerp is steeds gebaseerd op de bestaande elementen. Bij de inplanting van de patio – toch een ander centraal element uit het project – waren de mogelijkheden heel beperkt. We wilden met een patio de programmaonderdelen linken en daglicht geven aan metro en congresruimte. Helaas bleek dat de stabiliteit van de torens eromheen gelinkt is aan de ondergrondse structuur. Het was dus niet mogelijk om de patio bijvoorbeeld 90° te draaien zonder de stabiliteit in het gedrang te brengen. Ook de ruimtelijke compositie van de elementen in de patio is heel erg bepaald door de context: de brug over de patio volgt het traject naar de Nieuwstraat. De roltrap naar het niveau van de metro kon door zijn lengte enkel diagonaal ingeplant worden, waarna de andere trappen erlangs geplooid werden. Het heeft weinig met vormwil te maken, maar heel veel met wat verbonden moet worden. We hebben natuurlijk uiteindelijk wel de vorm van de luifel bepaald, maar die was toch gebonden aan de structuur in de ondergrond. Er is nooit een eenvoudig antwoord.”

Place Rogier Brussels © XDGA - Matthias Van Rossen

Je voelt duidelijk hoe de samenwerking met de ingenieur speelt in de realisatie van de luifel, wat ook hier, in het Provinciehuis, het geval was. De driehoekige ramen vloeiden voort uit het vakwerk van de brugconstructie over het paviljoen.
Xaveer De Geyter: “Eigenlijk is het een vergelijkbaar verhaal in de zin dat je eerst bepaalt op stedenbouwkundig vlak wat je wil doen, wat zich geleidelijk aan verdiept en dan komt de structuur erbij kijken. Het uitgangspunt van de opdrachtgever was niet alleen om een nieuw gebouw te realiseren maar ook om het terrein openbaar toegankelijk te maken, zodat het een groter park kon vormen samen met het Koning Albertpark en het Harmoniepark. Er moest een compact gebouw komen in plaats van de drie of vier volumes die met hun infrastructuur zowat het hele terrein innamen. Vervolgens werd het volume min of meer bepaald: een bruggebouw over een bestaand paviljoen dat behouden moest worden (en dat uiteindelijk toch vervangen werd, nvdr.). Dat volume deelde het park te veel in tweeën, in een ‘achterkant’ met bestaande waardevolle bomen en een 'voorkant' waar nog niks was. Daarom hebben we het volume laten zwenken rondom één van zijn hoekpunten, zodat het achterliggende zichtbaar wordt. Het gebouwtje hiernaast hoort ook bij de provincie en door de draai krijgt het meer licht en wordt de confrontatie met het Provinciehuis verkleind. Wat ook speelt is dat het gebouw een belangrijke openbare functie heeft, daarom is het wel gerechtvaardigd om het enigszins iconisch te maken. Die zwenkende beweging helpt natuurlijk wel. Wat ook belangrijk is hier én in Gent is dat we werkten voor degelijke opdrachtgevers. Zowel Sogent als de Provincie zijn voorbeeldige opdrachtgevers. Dat is eerder uitzonderlijk.”

Provinciehuis Antwerpen © Maxime Delvaux

Een publiek project op een nog grotere schaal zijn jullie aan het realiseren in Albanië, met de Waterfront Promenade in Vlora.
Xaveer De Geyter: “Die hele ontwikkeling langs de kustlijn moet acht kilometer lang worden. We gaan er ook het stadscentrum helemaal inrichten. Er loopt een boulevard vanaf de haven naar het centrum van de stad, waar we een openbare ruimte met pleinen, tuinen en een markthal realiseren. Toen we daar voor het eerst kwamen was er niets. Er was geen relatie tussen de stad en de zee, zelfs geen strand: er lag alleen puin van allerlei illegale gebouwen die de overheid had afgebroken. Door de aanleg van het eerste stuk van drie kilometer langs het water is het hele publieke leven in de stad echt veranderd. Iedereen verzamelt daar ’s avonds. We zijn nu de waterkant in het zuiden verder aan het ontwikkelen met bijvoorbeeld een trappenpartij van wel 600 meter lang, die in de zee afdaalt, met daarboven een podium waarin een publiek zwembad zit. De oude haven wordt omgevormd tot een plezierhaven waar een hele nieuwe wijk komt. En we zijn ook bezig met de uitvoering van een park dat het Waterfront verbindt met de binnenstad. De aanleg van al die publieke ruimte verandert het publieke leven en genereert een hoop nieuwe privé-ontwikkelingen. Bij ons zeggen ze altijd dat de publieke ruimte eigenlijk de stad moet vormen, maar het gebeurt zelden in werkelijkheid. Daar is het echt. Gidsland Albanië zou ik zeggen.”

Waterfront Promenade Vlora © Matthias Van Rossen

Jullie werken ook consequent in het buitenland, vroeger in Nederland, en naast Albanië, zijn jullie ook heel actief in Frankrijk.
Xaveer De Geyter: “We hebben al jaren een klein bureau in Parijs met een beperkte bezetting die uitvoeringen in Frankrijk opvolgen. We zijn op veel plekken in Frankrijk aan het bouwen of met stedenbouw bezig. Zoals elk startend bureau keken we waar we aan wedstrijden konden deelnemen. En we hebben onze aandacht van bij het begin wel op Frankrijk gevestigd omdat ze daar een langere traditie hebben in wedstrijden. De consequentie daarvan is dat wedstrijden beter georganiseerd en geremunereerd zijn. En één van de eerste projecten was een stedenbouwkundig plan voor een zone in Lille, de aansluitingswijk tussen het nieuwe Euralille en het bestaande. Doordat we daar zijn opgemerkt, kregen we kansen in andere Franse wedstrijden. Waar we vandaag staan is opgebouwd in twintig jaar.”


Voor een deel is het bureau echt wel gebouwd op wedstrijden.
Xaveer De Geyter: “Ja, absoluut. Ik denk dat nog steeds 90% van ons werk voortkomt uit wedstrijden en we doen er gemakkelijk tien op een jaar, als het er geen vijftien zijn. Wedstrijden hebben een lange traditie binnen onze praktijk.”

Nuttige links