Interview

Leren van Letland - gesprek met architecten Manten Devriendt en Liene Jākobsone

Ir.-arch. Arnaud Tandt • 6 september 2022

Architectenkoppel Manten Devriendt en Liene Jākobsone richtten in 2010 Sampling in Riga op. De combinatie van hun praktijk met architectuuronderwijs, daar in Oost-Europa, gaven hun enkele inzichten over wat we in het Westen kunnen leren. Verslag van een kort bezoek aan Riga, Letland.

Manten Devriendt en Liene Jākobsone © Reinis Hofmanis

Het begon bij een uitnodiging om House 61 te bezoeken, een betonnen woning tussen de dennenbomen in Jūrmala – waarover ze het boekje ‘Conversations’ maakten. Eind mei bevinden we ons zo voor een ontbijtgesprek met Manten in hun kantoor in een creatieve hub in een voormalige chocoladefabriek. Aan de muur tegenover de tafel hangt een schilderij, dat de toekomst van het wonen verbeeldt, met een mozaïek van perspectieven die verschillende woon-, werk- en ontspanningsruimtes laat zien. Het is van de hand van Liene die eerst schilderkunst studeerde en werd door het koppel geconcipieerd voor het boek “Together and Apart”, gelinkt aan het onderzoek voor de Letse inzending voor de architectuurbiënnale van Venetië in 2018. Een rek met maquettes schermt de bureaus erachter af, een medewerkster is aan het werk en op de achtergrond klinkt muziek van Pēteris Vasks, de Letse componist.

 

De architecten waagden de sprong naar een eigen bureau toen de crisis hard toesloeg in Letland in 2008 en er bijna geen werk meer was in de private sector. Ondertussen combineren ze het onderwijs met een eigen praktijk. Hun werk varieert van designvoorwerpen tot de uitbreiding van een middelbare en professionele vakschool in Riga, een wedstrijd die ze net met OUEST architecture gewonnen hebben. Het betreft een vakschool, die de toekomstige bouwer opleidt met lessen in ruwbouw, loodgieterij, architectuurontwerp en restauratietechnieken. Het project is opgevat als een bouwplaats, een dynamische omgeving waar iedereen zijn werk kan testen, bouwen en tonen. De school wordt ook opengesteld voor de stad en haar inwoners. Twee ‘binnenstraten’ zullen het gebouw in de lengte en breedte doorkruisen, met een toegang tot een publiek toegankelijke sporthal, en zichten op de groene binnenplaats en op de grote workshopruimten. De uitbreiding wordt opgetrokken in de schaduw van ‘Stalins verjaardagstaart’, een sovjettoren die de Letse Academie voor Wetenschappen huisvest.

 

Wanneer we de maquettes bekijken toont Manten ook die van een grote villa – eveneens in beton – waarvan de werf wordt opgestart in Tbilisi, Georgië. Enkele aspecten komen uit hun oeuvre naar boven: het gebruik van collages, aandacht voor materialiteit en elementen als ronde ramen en uitkragingen.

Uitbreiding vakschool Riga, Sampling i.s.m. OUEST Architecture © Sampling & OUEST Architecture

Uitbreiding vakschool Riga, Sampling i.s.m. OUEST Architecture © Sampling & OUEST Architecture

Sovjetverleden

 

Ons bezoek vindt plaats tegen de achtergrond van de Russische invasie in Oekraïne. De inval, toen drie maanden aan de gang, is niet alleen sterk aanwezig in het straatbeeld door de alomtegenwoordige Oekraïense vlaggen, maar sijpelt ook door in onze gesprekken. De Sovjetoverheersing van 1940 tot 1991 – slechts onderbroken door die van de nazi’s van 1941 tot 1945 – heeft nog steeds een impact op de maatschappij in Letland. Ook op de lokale architectuurcultuur werkt de invloed door, van baksteen tot typologie, zoals cohousing. Het appartement in het centrum van Riga waar de architecten met hun gezin wonen, werd in Sovjettijden bewoond door vier gezinnen. De omvorming van het gebouw uit de Art Nouveau, kan zo beschouwd worden als een vroeg voorbeeld van cohousing.

 

Eenzelfde verhaal in de directeursverblijven bij de Latvijas Mākslas akadēmija (Kunstacademie van Letland), die we in de namiddag bezoeken, samen met Liene die er lesgeeft en aan het hoofd staat van interieurontwerp. Van de appartementen, zo’n 150 m² groot, werden er vier gemaakt, waarbij de prachtige hoekschouwen vaak werden uitgebroken – in de academie zijn ze gelukkig bewaard gebleven. “Deze manier van samenwonen was een voorbeeld van het ‘communale’, er waren vier kleine appartementen maar de keuken en het toilet werden gedeeld. In het toilet hingen er vier lichtpeertjes en er waren vier schakelaars, elk met een eigen teller, en oh wee, als je de verkeerde gebruikte,” aldus Liene Jākobsone. “Wanneer men nu in West-Europa cohousing-modellen ontwikkelt, zou men kunnen luisteren naar Letse of andere Oost-Europese onderzoekers. Men zou de redenen moeten achterhalen waarom die systemen er niet succesvol bleken. Nu wordt – in internationaal opgezette – onderzoeken vaak vanuit een West-Europese blik gekeken. Dat is een vorm van kolonialisme. En aangezien die Westerse universiteiten de geldschieters binnen die projecten zijn, is het moeilijk om die tegen te spreken.”

 

“Om de transitie naar andere modellen van samenleven en samenwonen mogelijk te maken, is het van belang om diverse verhalen in het debat toe te laten, en te luisteren naar mensen die uit eigen ervaring spreken – zogenaamde ‘lived experiences’. Momenteel lijkt het dat Westerse experten alles beter weten en soms zelfs bang zijn om hun opvattingen te toetsen aan andere ervaringen.”

 

We zetten ons bezoek aan de directeursverblijven verder. Behalve de schouwen zijn er ook nog originele muurschilderingen te zien in het neogotische gebouw. In veel andere gebouwen werden ze door de Sovjets overschilderd omdat ze “te bourgeois” waren. Centraal in de school is een indrukwekkende trappenpartij die niet zou misstaan in Harry Potter. De brede gangen worden ingepalmd door nieuwe lokalen om het plaatsgebrek het hoofd te bieden. Er zijn afdelingen voor schilder- en drukkunst en enkele docenten zijn bezig blauwe sokken aaneen te naaien voor een werk voor de SaloneSatellite tijdens de Salone del Mobile Milaan.

Collage Building, Sampling © Sampling

House 61

 

We rijden op zondag met Manten, Liene en een bevriende architectuurjournalist naar Jūrmala, een kuuroord aan de golf van Riga, waar ze House 61 voor een gezin bouwden. Het huis met een eenvoudig L-vormig grondplan werd zorgvuldig ingeplant tussen de dennenbomen. Tijdens een zware storm in de werffase sneuvelden helaas vier bomen die vlakbij de woning stonden. Het betonnen huis doorstond het natuurgeweld ongeschonden.

 

Vanaf de straat kom je eerst langs een carport, met een bergplaats en een achteringang die uitgeeft op de nachthal van de kinderen. Fijne kolommen scheiden de gang van de binnentuin en het terras in de oksel van de L. Het ritme van de kolommen en smalle ramen ondersteunt de beweging door de gang. Waar de twee benen van de L samenkomen is de inkom met toilet die aansluit op keuken en leefruimte. In het uiteinde van het andere been zit de ouderslaapkamer met badkamer. Boven de voordeur hangt een betonnen luifel – de meest indrukwekkende luifel bevindt zich echter aan de andere zijde van de woning, aan de deur die van de berging naar de binnentuin leidt. De betonnen uitkraging heeft er de afmetingen van de deur die hij afschermt.

 

Elders bepalen forse betonnen spuwers mee de compositie, ook de afgeschuinde dagkanten – twee per raam – vallen op. Het robuuste uiterlijk wordt verzacht door de fijne kolommen aan de nachthal en ook vierkante betonnen ziterker aan de keuken straalt huiselijkheid uit. Op foto’s blijkt dat het gebouw misschien nog het meest schittert in de sneeuw.

House 61, Jūrmala, Sampling © Madara Gritāne

House 61, Jūrmala, Sampling © Madara Gritāne

Brūzis Manufaktūra

 

Voor onze laatste avond in Riga trekken we naar Brūzis Manufaktūra, een oud industrieel pand door Sampling herbestemd tot een kleine brouwerij met bar. Sampling gaf er samen met de architecten van OUEST – die naar Riga afgezakt waren voor een workshop rond de school – een dubbellezing. Het uitgangspunt van Sampling was om voor het herbestemmingsproject zoveel mogelijk te bewaren. Dat betekent het behoud van toevoegingen tijdens de Sovjetoccupatie, omdat die integraal deel uitmaken van de geschiedenis van het gebouw.

 

Voorgaande fasen werden geaccentueerd in plaats van verborgen. In dit palimpsest wisselen het ruwere en verfijnde werk elkaar af. Bovenop oude bakstenen muren werden betonnen balken gestort, het beton glipte wat tussen bekisting en muur en tekende zich grillig eronder af. Ernaast vormen strakke betonnen schuiven een afdak aan de ingang, en een terras erbovenop. Openingen werden gedicht met verzorgd metselwerk in rode bakstenen. Binnen zijn de nieuwe elementen duidelijk zichtbaar: een bar in beton, tapkranen verwerkt in een roodbakstenen muur, groen gelakt staal voor een spiltrap en de structuur voor een nieuwe vloer en een houten trap als publieke toegang naar de eerste verdieping. Er werden ook openingen gemaakt en doorzichten gecreëerd.

 

Boven de bar werd de vloer weggehaald, maar de houten balkenstructuur behouden zodat men in de toekomst de vloer terug kan dichtleggen. De vide zorgt voor een connectie met de ruimtes boven, terwijl het natuurlijk licht tot aan de bar reikt. Zoveel mogelijk materiaal krijgt een tweede leven. De oude radiatoren werden hergebruikt in een nieuw rechtop verwarmingsdesign. Oude lampen vormen in een nieuwe constellatie in verschillende luchters.

Brūzis Manufaktūra, Riga, Sampling © Madara Gritāne

Tijdens een kort vraaggesprek na de dubbellezing krijgen de sprekers de drie thema’s van het Europese ‘New Bauhaus’ voor de voeten geworpen: schoonheid, duurzaamheid en inclusie. Het ontlokt aan Jan Haerens van OUEST de bedenking: “Hoe kunnen we bouwen met tijd?”, om eraan toe te voegen, wijzend op de brouwerij: ‘Manten en Liene voeren een gesprek met bouwers van het verleden en bouwers in de toekomst.” Waarop Manten de anekdote vertelt over de rode baksteen die een typisch product uit het sovjettijdperk bleek te zijn. Manten: “Niemand wil ermee bouwen. De aannemers kwamen met een eerste tegenvoorstel om een ‘mooie oude handvorm baksteen’ te gebruiken, waarop we zeiden: “neen, gebruik die goedkope ‘sovjet’baksteen”. Als architect kon ik zeggen: “ik weet manieren om er iets moois mee te maken door het goed uit te voeren.” Liene: “Inclusie gaat ook over het gesprek met aannemers.”

Brūzis Manufaktūra, Riga, Sampling © Madara Gritāne

Nuttige links