Nieuws

Geen uitbreiding maar inbreiding bij hernieuwde KMSKA

21 september 2022

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen opent dit weekend na elf jaar renovatie opnieuw de deuren. Het Nederlandse KAAN architecten leidde de allesomvattende restauratie en uitbreiding in goede banen. Het gebouw onderging een heuse gedaanteverwisseling, die je aan de buitenkant eigenlijk niet ziet. Het nieuwe deel werd ingenieus in het oude geschoven.

Trapzaal (c) Karin Borghouts

Het KMSKA op het Zuid in Antwerpen opent na elf jaar van renovatie- en uitbreidingswerken dit weekend feestelijk de deuren. Het klassieke museumgebouw met zuilen vooraan en een gevel in  neorenaissancestijl achteraan werd niet enkel grondig gerenoveerd, maar is nu ook 40 procent groter. De kost van de restauratie en uitbreiding bedraagt ruim 100 miljoen euro.

Historische zalen (c) Karin Borghouts

Ingrijpende restauratie van het oude deel

Een gerestaureerde gevel met een nieuwe mozaïek bij de inkom, een gerenoveerd dak met lichtstraat en zonnewering, gloednieuwe technische installaties en grondig opgeknapte zalen… Het wordt meteen duidelijk dat de restauratie van het 19de-eeuwse museum verder gaat dan een likje verf.

 

De statige museumzalen krijgen hun grandeur terug. Het historisch pleisterwerk, schrijnwerk en de oude parketvloeren zijn maximaal behouden en zorgvuldig opgeknapt. De muurtinten variëren in functie van de ruimte: van Pompejirood tot olijfgroen. In de Rubens- en de van Dyckzaal geeft de gouddecoratie op de sierlijsten extra cachet.

Luciferdoos (c) KAAN architecten

Nieuwe volume is ingebreid in het oude gebouw

Het Rotterdamse KAAN architecten koos bij de uitbreiding van het KMSKA niet voor een klassieke annex buiten het oorspronkelijke museumgebouw. Maar het architectenbureau integreerde tien hedendaagse zalen (vooral in de hoogte) op de plek waar vroeger vier patio’s of binnentuinen zaten.

 

Architecte Dikkie Scipio van KAAN architecten verklaart hierover in een interview met Het Laatste Nieuws: “Het nieuwe deel van het museum moest minstens even sterk op zichzelf kunnen staan als het bombastische, oude deel, maar we wilden dat het wel onzichtbaar bleef. We hebben dus lijnen getrokken rond de straten en pleinen rondom en wat overbleef was een driehoek waarin die nieuwe ‘doos’ moest passen. Dat nieuwe gedeelte is totaal het tegenovergestelde van het oude museum, met eiken vloeren en diepe, warme kleuren. Het nieuwe museum is volledig gedematerialiseerd en heeft ook een meer verticale dimensie.”

Kraakwitte nieuwe deel (c) Karin Borghouts

Twee aparte werelden

Het nieuwe museumgedeelte is niet te zien vanuit het oude gebouw, en andersom. Je krijgt zo het gevoel dat je twee verschillende werelden in één gebouw betreedt. In het nieuwe, heldere, kraakwitte deel hangen de kunstwerken van na 1880. Een smalle ‘stairway to heaven’ leidt je naar boven. De tussenverdieping in nachtblauw herbergt kwetsbare kunst op papier. Hoogte, volume en lichtinval variëren in de ruimtes. Die speelsheid vormt een contrast met de symmetrie van het oorspronkelijke gebouw.

Prentenkabinet in nachtblauw (c) Karin Borghouts