NAV standpunt

"Open oproep, de heilige graal? Bredere aanpak nodig voor faire wedstrijdcultuur"

Steven Lannoo, directeur NAV • 22 februari 2023

Het Team Vlaams Bouwmeester vindt een aanstellingsleidraad voor architectuurwedstrijden “geen prioriteit”. Ook de VVSG houdt zich op de achtergrond. Onbegrijpelijk, vindt NAV-directeur Steven Lannoo. Hij pleit voor meer urgentie in Vlaanderen, want slechte wedstrijden zijn nefast voor kwaliteitsvolle architectuur.

Binnen de wereld van architecten weten we het allemaal: de manier waarop de meeste overheden in ons land architectuuropdrachten aanbesteden, vormt een groot probleem. In heel wat wedstrijdenformules vinden opdrachtgevers het normaal dat architecten de kern van hun opdracht uitvoeren zonder enige zekerheid daar ooit een vergoeding voor te krijgen. Wat gratis is waardeert men niet, en daarom wordt het resultaat van dagen en weken ontwerparbeid van de verliezende teams achteloos de vuilbak in gekieperd. Tenzij een aantal ideeën uit die ontwerpen toch opgepikt worden, uiteraard zonder een vergoeding of zelfs erkenning voor wie ze ooit bedacht.

 

De gevolgen van dit alles zijn bekend. Sommige kantoren zien zich genoodzaakt beroep te doen op onderbetaalde stagairs die dan nog eens massaal veel uren moeten kloppen. Andere bureaus rijden de verliezen in de publieke sector dicht met wat de projecten uit de privésector hen opleveren. Sowieso is er voor architecten die in deze carrousel meedraaien geen marge om vergoed te worden op het niveau van andere beroepen waar een vergelijkbare opleiding voor nodig is. En dat terwijl de creativiteit die we aan de dag leggen en de verantwoordelijkheid die we dragen net tot het omgekeerde zouden moeten leiden.

 

Referentiesysteem leidt tot collateral damage

We krijgen vaak te horen dat het probleem zo groot niet kan zijn, omdat architecten toch blijven intekenen op wedstrijden. Maar velen hebben ook geen keus: door het referentiesysteem moet je projecten blijven binnenhalen om opnieuw voor andere projecten in overweging te worden genomen. De huidige wedstrijdcultuur trekt daarom de hele sector op economisch én sociaal vlak naar beneden. Voor grote groepen getalenteerde ontwerpers dreigt een vroegtijdige exit.

 

Dat moet beter. Op zich zijn wedstrijden een prima formule om een architectuuropdracht aan te besteden. Alleszins veel beter dan het beschikken over de juiste partijkaart of het behoren tot een bepaalde kring. Competitie heeft een belangrijke rol gespeeld om het niveau van onze architecten en architectuur op te krikken. Die positieve zaken moeten we behouden, maar de collateral damage moet eruit.

 

Kijk verder dan high level projecten

En dat is ook mogelijk. Met NAV zetten we al jaren in op het promoten van goede wedstrijden die een aantal belangrijke principes respecteren (tweestapsprocedures, vergoedingen in relatie tot de gevraagde output, enz.). We werken aan sensibilisering van de opdrachtgevers, zetten goede voorbeelden in de verf en doen voorstellen om de wetgeving overheidsopdrachten te wijzigen. We zien ook dat andere partijen met die principes aan de slag gaan. We denken onder andere aan de Brusselse bouwmeester Kristaan Borret en zijn team die op het vlak van wedstrijdcultuur bergen hebben verzet.

 

Helaas blijven we in Vlaanderen vandaag achter. Met NAV namen we het initiatief om samen met de VVSG en het team Vlaams Bouwmeester aan een aanstellingsleidraad te werken. Vanuit onze principes, maar met een open geest: de belangen en bezorgdheden van opdrachtgevers moeten in zo’n leidraad immers evenveel plaats krijgen. Helaas kregen we nul op het rekest. Geen prioriteit klinkt het, en dat is toch heel vreemd. Uiteindelijk gaat architectuurkwaliteit hand in hand met een gezonde concurrentie in de architectensector. De open oproep is één ding, maar uiteindelijk wordt de levenskwaliteit in onze steden en dorpen niet alleen door high level projecten bepaald. Als we écht kansen willen scheppen voor ontmoeting, dan zal een bredere aanpak nodig zijn. Daar zijn ze in Brussel al van overtuigd, hopelijk kunnen we ook in Vlaanderen alsnog die weg inslaan.