Vrije Tribune

"Mijn cliënten mogen niet wakker liggen van hun bouwproject. Dat doe ik als architect in hun plaats"

Architect Luc Groosman • 14 maart 2023

'Luister ik naar mijn architect of naar mijn budget?' Elk uur stelt Beobank ons die vraag op de radio. Architect Luc Groosman geeft hieronder het antwoord ...

Luc Groosman - Foto: Klaas Verdru

Op mijn middagfietstocht naar mijn werven zie ik mijn voormalig bankdirecteur. Hij is al jaren met pensioen, ik verbouwde de woning die hij kocht toen hij niet langer het appartement kon bewonen boven het bankkantoor. Genietend van de eerste lentezon is hij zijn tuin uit zijn winterslaap aan het halen.

 

Ben je tevreden van de bank?, vraagt hij me. Paul, ik weet niet hoe m’n private bankier eruitziet, ze belde me om me uit te nodigen op een VIP-event waar we konden kennismaken. Het had nog lang geduurd, ik had bijna een relatie kunnen opbouwen met m’n vorige. Iedere drie jaar moeten die precies om die reden worden afgelost.

 

Maar eigenlijk weet ik ook niet bij wie ik voor wat moet zijn. Voor beleggingen is er die private bankier. Maar als ik een financiering voor een bedrijfswagen wil, dan moet ik mijn kantoorhouder contacteren. Zijn kantoor heb ik nog niet gezien, want het is verplaatst van het dorp naar de hoofdkern, waar het ook werd gesloten en nu houdt hij kantoor in een gemeente een dertigtal kilometer van hier. Maar ik kan ook terecht in het bankkantoor in de dichtbij gelegen provinciehoofdstad, een twaalftal kilometer van hier. De dichtstbijzijnde geldautomaat is dan weer acht kilometer fietsen naar een buurgemeente. Geld afhalen kan ik ook bij de selfscan van de supermarkt. Ik vind het alleen moeilijk om die mevrouw “scan uw superplus kaart” te vragen of ik nu wel of niet zou investeren in een appartement voor de studerende kinderen. 

 

Ik zie een deugddoende glimlach op zijn gezicht.

 

Het is bijzonder dat hij vraagt naar mijn “bank”. Ondertussen is die instelling zovele malen van naam veranderd. Die naam is zo lang geworden dat ik op betaalde ereloonnota’s nog altijd een oude versie van die naam neerschrijf. Als een aannemer zo vaak zijn bedrijfsnaam heeft gewijzigd, raad ik cliënten aan om daar niet mee in zee te gaan, die heeft al te veel falingen achter de rug.

 

“Ik zorg dat klanten keuzes kunnen maken zonder hun goesting te breken”

 

Mijn cliënten mogen niet wakker liggen van hun bouwproject, dat doe ik wel in hun plaats. Ik heb een vrij intieme relatie met hen. Ik wil weten waar ze het liefst naar het toilet gaan, hoe ze het lekkerste vrijen en of ze graag koken en rond de tafel zitten. Ik vind mijn verantwoordelijkheid zeer groot, omdat ik heel grondig bepaal hoe ze voortaan zullen leven, of ze daar graag zullen werken … Ik moei me met alles, omdat ik het mijn job vind. Ze mogen me voor alles altijd contacteren. Zo had ik een horeca-uitbater die me om twee uur ’s nachts ten einde raad belde dat zijn dochter was weggelopen, of die slager die me met de tranen in zijn ogen vroeg hoe het zijn opvolger zou vergaan nu hij wist dat hij voor de mannen was. Ik waak persoonlijk over hun budget. Ik zorg dat ze keuzes kunnen maken zonder hun goesting te breken, want het moet leutig blijven. Maar ik weet dat de mooiste droom een nachtmerrie wordt als je het niet kan betalen.

 

Om het uur vraagt ‘boebank’ me of ik luister naar mijn architect of naar mijn budget?

 

Ik had een column kunnen schrijven over de stress die banken mijn cliënten bezorgen, hoe ze hen meerkosten aanrekenen omdat hun aannemer niet tijdig met de werken kan starten, dat ze interest moeten betalen op het geld dat ze nog niet lenen. Ik zou er ook nog de verzekeringsmaatschappijen kunnen bij sleuren, die er maar niet in slagen de mensen te ontzorgen, terwijl dat net hun taak is.

 

Ik doe dit niet, omdat ik me dan zou verlagen tot hun niveau. Het framen van een hele beroepsgroep.