Archeologienota

NAV tevreden over bijsturing archeologienota

NAV • 16 december 2016

Netwerk Architecten Vlaanderen (NAV) is tevreden over de voorgestelde maatregelen om het archeologisch onderzoek (de archeologienota) sneller, eenvoudiger en goedkoper te maken. NAV blijft echter de vinger aan de pols houden op het terrein. De maatregelen, die ingaan vanaf 1 januari 2017, zullen ook effectief moeten werken. Zoniet dreigen werven niet op te starten en zijn meer fundamentele maatregelen nodig.

Vandaag heeft de Vlaamse regering een aantal beslissingen genomen om het archeologisch vooronderzoek sneller, eenvoudiger en goedkoper te laten verlopen. Deze beslissingen en acties zijn een gevolg van de aanklacht van onder meer NAV. Wij stelden, samen met anderen, in september reeds dat de impact van de archeologienota - die integraal deel uitmaakt van de bouwaanvraag - op de bouwprojecten te groot is en de minimumkost zeer duur. Bovendien konden in veel gevallen vraagtekens geplaatst worden bij de zin van het onderzoek en de nota.

 

Archeologienota light

 

De Vlaamse regering wil het probleem nu aanpakken door onder meer het aanpassen van de Code van Goede Praktijk. De aanpassing introduceert onder andere een ‘archeologienota light’ waarbij het bureauonderzoek kan worden ingeperkt. De aanpassing heeft als doel om de omvang en de nodige tijds- en budgetinvestering van de archeologienota te beperken in situaties waarbij zeer eenvoudig kan worden vastgesteld dat geen verdere maatregelen nodig zijn, omdat er geen archeologisch erfgoed aanwezig is of de bodemingrepen geen negatieve impact veroorzaken of een opgraving niet tot nuttige kenniswinst leidt.

 

Vlottere bekrachtiging wordt mogelijk

 

Vervolgens werd beslist om de beoordeling van archeologienota’s anders en vlotter te laten verlopen. De beoordeling gaat enkel over de essentiële onderdelen.

  1. Is de door de erkende archeoloog doorgevoerde inschatting van de archeologische waarde van het onderzochte gebied plausibel en gemotiveerd onderbouwd?
  2. Is het daaruit voortvloeiende programma van maatregelen dat de erkende archeoloog vooropstelt adequaat?
  3. Is het programma van maatregelen begrijpelijk voor en uitvoerbaar door derden?

 

Indien op elk van deze drie vragen “ja” kan worden geantwoord, wordt de (archeologie)nota bekrachtigd.

 

Een derde aanpassing betreft de procedure tot vaststelling van de kaart met gebieden waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt. De vaststelling zal sneller en frequenter gebeuren, zodat meer percelen worden vrijgesteld van archeologisch vooronderzoek (en dus van vertraging en bijkomende kosten).

 

Absoluut noodzakelijke maatregelen

 

Voor het NAV zijn dit drie noodzakelijke maatregelen. Of ze voldoende effect zullen genereren, zal moeten blijken. NAV benadrukt dat de archeologische kosten waarmee individuele en professionele bouwheren momenteel worden geconfronteerd, vaak niet in verhouding staan tot de totale waarde van het te realiseren project. Deze kosten blijven, ondanks de maatregelen van vandaag, bestaan.

 

Daarnaast stelt NAV dat een beoordeling van de archeologienota niet altijd nodig is. De nota is immers opgesteld door een erkende archeoloog. Dit is een erkende deskundige die een expertiserapport schrijft aan de hand van een afwegingskader dat door diezelfde administratie is opgemaakt.

 

Wanneer blijkt dat de vertragingen in de praktijk niet afnemen en de kosten hoog blijven, moeten meer en diepgaandere beslissingen worden genomen. Daartoe is het nodig dat de Vlaamse regering een structureel overleg organiseert met de betrokken sector (dus niet alleen met de archeologen). NAV verzoekt de overheid om hier verder nauw betrokken bij te blijven. NAV heeft immers de vinger aan de pols: de archeologienota maakt integraal deel uit van de vergunningsaanvraag.