Opinie

"Wat Optima ons leert"

Kati Lamens, voorzitter NAV • 29 juni 2016

De Ghelamco Arena mag dan niet (helemaal) met overheidsgeld gefinancierd zijn, het blijft wel een bouwproject van de overheid. Toch zijn de geruchten over het favoritisme bij het kiezen van de bouwpartners niet van de lucht. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat gunningsprocedures van gemeenschapsvastgoed, door de privésector ontwikkeld, toch zo objectief en transparant mogelijk verlopen?

Eind vorig jaar is de stad Gent, met vier vijfde van de aandelen in haar handen, de nieuwe meerderheidsaandeelhouder geworden van het voetbalstadion van AA Gent. Ghelamco, de aannemer annex investeerder naar wie het stadion is genoemd, zag haar aandeel tot 11 procent krimpen. De commerciële activiteiten van de Ghelamco Arena blijven wel in privéhanden.

 

Dergelijke publiek-private samenwerkingen (PPS) zijn schering en inslag. Ook in het programma Scholen van Morgen werd een samenwerking gezocht met een vastgoedreus en een bankier, AG Real Estate en BNP Paribas Fortis, om zo tweehonderd meer dan broodnodige nieuwe schoolgebouwen op te trekken. Een soortgelijke inhaalbeweging staat ons ook in de woonzorgcentra te wachten. En ook in de socialewoningbouw zoekt minister Liesbeth Homans (N-VA) naar manieren om privé-investeringen mogelijk te maken. Het ontbreekt de overheid in tijden van budgettaire krapte immers aan middelen om zelf de bouw te bekostigen.

Het voorbije decennium zagen meer dan honderd autonome gemeentebedrijven (AG's) het levenslicht. Zowat vier op de vijf van die bedrijven heeft een maatschappelijk doel dat verband houdt met vastgoed: patrimoniumbeheer, stadsvernieuwing... Een AG is een dochteronderneming van een gemeente, maar beschikt over eigen bestuursorganen, een eigen vermogen, kan zelfstandig overeenkomsten sluiten met derden en deelnemen in andere rechtspersonen. Het zijn die AG's die aan de slag gaan in PPS-constructies. Vaak stellen ze op een of andere manier de grond ter beschikking, bijvoorbeeld via een erfpachtconstructie, zoals in Gent.

In theorie zou het zelfstandige statuut van de AG's ook garant moeten staan voor hun politieke onafhankelijkheid. Maar critici menen dat de AG's net te veel onder de radar opereren, en aan de democratische controle van de gemeenteraad ontsnappen. In De keizer van Oostende, de aanklacht in boekvorm tegen politicus Johan Vande Lanotte (sp.a), vormen de 22 Oostendse AG's de rode draad.

 

Ook architecten hebben nood aan meer transparante en faire procedures. De provinciale deputaties, die beroepen tegen een vergunning of een weigering behandelen, zijn politiek gekleurd. Veel architecten die aan een ontwerpwedstrijd deelnemen, nemen duidelijk getouwtrek waar ten voordele van steeds dezelfde kandidaten. En ondanks een zogenaamd onafhankelijke jurering slaagt al te vaak wel één jurylid erin zijn stempel te drukken op de uiteindelijke keuze. Om het favoritisme van de ondertussen ontslagen Vlaams Bouwmeester nog niet te noemen.

De omgevingsvergunning, die vanaf 2017 de stedenbouwkundige en milieuvergunningsaanvraag zal vervangen, voorziet al in een hogere graad van participatie en inspraak via project- en buurtinformatievergaderingen. In deze filosofie moet verder gewerkt worden. Laat AG's proactiever communiceren over plannen, procedures en besluitvorming. Geef de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (Gecoro) meer slagkracht.

Doe voor het beoordelen van een projectvoorstel een beroep op een neutrale, vakbekwame en objectieve jury van architecten, stedenbouwkundigen en planologen. Stel minstens één jurylid aan dat noch tot de opdrachtgever, de aanbestedende overheid of het openbaar bestuur behoort. Aanvaard het juryverslag als bindend, en geef de deelnemers (getrapt) inzage.

Deze maatregelen vergroten niet alleen het democratische gehalte van de politieke besluitvorming, ze vergroten ook het draagvlak voor de uiteindelijke keuzes die gemaakt worden bij de bouwpartners, de gebruikers, de omwonenden én de modale belastingbetaler.

Bronnen