Interview

NAV Oost-Vlaanderen: 'Wij durven wel eens ambetant te zijn'

Staf Bellens • 11 april 2017

Om een beter zicht te krijgen op wat er leeft en beweegt bij NAV Oost-Vlaanderen, hebben we onszelf uitgenodigd voor een bijeenkomst van het provinciaal bestuur in Zwijnaarde.

Guy Maes, Luc Groosman, Henk Vanthuyne, Katrien Depré, Philip Adam, Dirk Thijs & Dirk Mattheeuws

Hoewel we ruim te vroeg de vergadering binnenvallen, krijgen we gul de toestemming om eerst wat te luistervinken. Dirk Thijs oppert de idee om in 2017 de stadsvernieuwing van Gent in woord en beeld te verkennen, maar de zoektocht naar een geschikte gids die over de vereiste achtergrondkennis beschikt, blijkt moeilijker dan verwacht. Het volgende gespreksitem is de opportuniteit van een deelname aan de belangrijkste bouwbeurzen en de budgetten die de orde van architecten daarvoor reserveert. Argumenten pro (je kan niet goedkoper in the picture lopen) en contra (levert het ook effectief iets op?) worden op tafel gegooid en afgewogen.

 

Dan wordt de vraag aangesneden waarin het bestaansrecht en de eigenheid van de regionale werking Oost-Vlaanderen precies liggen en is het dus tijd voor een portie introspectie. Het antwoord vertoont diverse facetten, reageren onze gesprekspartners unaniem. Een duidelijke vaststelling is dat architecten uit de regio elkaar veel te weinig zien. Daardoor laten ze kansen liggen om op de hoogte te blijven van nieuwe informatie, onderling kennis te delen, contacten te leggen met plaatselijke besturen en bedrijven, en input te geven aan de nationale werking om via dat niveau de bekommernissen en belangen van de architecten zwaarder te laten doorwegen in het beleid en de relaties met andere bouwpartners zoals aannemers, verzekeraars, ingenieurs en opdrachtgevers.

 

Persoonlijke contacten tellen dubbel

 

De regionale werking is een middel om die kansen wel te benutten. Henk Vanthuyne: “Elke regionale NAV-werking heeft haar eigen manier om in contact te treden met de leden, wat het gemakkelijker maakt om hen te bereiken. NAV-leden zullen met hun vragen en suggesties gemakkelijker bij ons aankloppen, omdat we in meerdere opzichten dezelfde taal spreken. Door de groeiende autonomie van de gemeenten vertonen die vragen soms aanzienlijk andere klemtonen, afhankelijk van de regio waarin je werkt. Omgekeerd hebben ook besturen en bedrijven baat bij een lokaal aanspreekpunt. Onlangs heeft het Gentse stadsbestuur ons en de provinciale raad van de orde bijvoorbeeld nog uitgenodigd om een aanpassing van het stedelijke bouwreglement te bespreken. Het loont dan ook de moeite om op lokaal niveau activiteiten te organiseren, ook al kost dat misschien wat meer geld en moeite dan wanneer alles vanuit de centrale organisatie zou worden opgezet. De voordelen wegen daar ruimschoots tegen op.”

 

“Waar nationale evenementen en opleidingen al snel enkele honderden deelnemers trekken, dagen er voor lokale events slechts enkele tientallen gegadigden op”, vult Luc Groosman aan. “Dat vergemakkelijkt persoonlijke contacten, en je weet dat iedereen dezelfde werkomgeving deelt.” Hij illustreert dat met een voorbeeld uit de praktijk. Toen hij zich met een dossier meldde aan het loket van de stedenbouwkundige dienst in Eeklo, reageerde de ambtenaar dat het nog aan het stedelijke beeldkwaliteitsplan moest worden getoetst, een instrument waarvan Luc tot dan niet wist dat het bestond. “Toen ik enkele collega’s daarover belde, hoorden ook die het in Keulen donderen. Ik heb toen de technische dienst voorgesteld om een presentatie daarover te geven, gekoppeld aan een wandeling. Dat op poten zetten kost tijd en moeite, ook al omdat je zaken moet zien te regelen die je niet gewend bent, zoals het zoeken van een sponsor. Maar het is gelukt, en collega’s kregen de kans om nadien persoonlijk kennis te maken met de ambtenaar en omgekeerd. Daardoor zal de ambtenaar al eens sneller naar een architect bellen om toe te lichten waarom hij een bepaalde aanpak zal hanteren. Die contacten blijven ook lang nazinderen. Onlangs toonde de ambtenaar me een maquette voor de gevelrenovatie van het Krüger shoppingcenter met de mededeling dat die van een architect was die ook aan de activiteit had deelgenomen.”

 

Gemeentelijke autonomie onder de loep

 

De lokale werking zet ook geregeld thema’s op de nationale agenda. Philip Adam: “Ik ben nationaal actief in NAV. Door de combinatie lokaal en nationaal houd ik een vinger aan de pols en weet ik wat er onder het korps leeft. Als hier in Oost-Vlaanderen een pertinente problematiek wordt aangekaart, neem ik die mee naar Brussel. Wij staan hier bijvoorbeeld dichter bij de gemeenten en zien daardoor sneller de gevolgen van de toenemende autonomie die hen wordt toebedeeld.”

 

Een problematiek die niet te onderschatten valt, blijkt meteen uit de virulente reacties. Een veelzeggende greep uit die opmerkingen: de rijke oogst – of moeten we zeggen: wildgroei – aan verordeningen; vragen om informatie die per mail moeten worden gesteld en dan onbeantwoord blijven; antwoorden die niet eenduidig zijn en soms verschillen naargelang van de gesprekspartner; de schepen die altijd het laatste woord heeft en waar de burgemeester of nog een andere schepen soms ook nog iets in de pap wil te brokkelen hebben … Heel vervelend allemaal, zeker als een laattijdig antwoord extra maatregelen oplegt of  de verbouwingsmogelijkheden sterk limiteert, zodat je met die wetenschap in het achterhoofd de opdrachtgever de aankoop van een gebouw, die intussen een feit is, ongetwijfeld had afgeraden.

 

Luc Groosman: “Het zijn natuurlijk allemaal recente ontwikkelingen, zodat we nog op zoek zijn naar gepaste manieren om daarmee om te gaan. We kunnen misschien best practices verzamelen en trachten om die bij andere besturen ingang te doen vinden. In Eeklo bijvoorbeeld komen alle betrokken ambtenaren wekelijks samen om alle vragen te bekijken en gezamenlijk een antwoord te formuleren. Misschien is dat voor uitbreiding vatbaar?”

Henk Vanthuyne: “Het zou erg zinvol zijn als architecten vaker een zitje opnemen in de Gecoro, hetzij als deskundige, hetzij als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geledingen. Via adviezen kan je zo wegen op de kwaliteit van het ruimtelijke ordeningsbeleid van een stad of gemeente. Misschien moet NAV nationaal daarvoor nog eens een oproep doen.”

 

Ik geraak niet aan vrouwen

 

Een momenteel beperkt maar zeker niet onbelangrijk bestanddeel van de activiteiten zijn de architectuuruitstappen. Guy Maes, die in de jaren 70 als jonge architect NAV Oost-Vlaanderen vervoegde, de jongerenwerking dynamiek gaf en later ook provinciaal voorzitter was, blijft er een fervente fan van. De anderen beamen zijn visie, maar zelf reizen organiseren wordt moeilijk gezien de administratieve vereisten. Om een overnachting te kunnen reserveren, moet je bijvoorbeeld een erkenning als reisbureau kunnen voorleggen. Ook is het aanbod veel groter geworden met organisaties als Archipel. Toch is er een fundamenteel verschil, vindt Henk Vanthuyne. “Bij Archipel draait alles om architectuur. Bij ons komt de groepsuitstap op de eerste plaats. Reizen zijn voor ons vooral een heel leuke manier om leden met elkaar in contact te brengen. Verder voegen wij aan uitstappen naar interessante architectuurprojecten meestal ook een bedrijfsbezoek toe. Eén kenmerk delen we wel met Archipel: als je terugkeert van de reis, ben je tot je knieën afgesleten van het eindeloze rondstappen.”

 

Dat alles vergt veel inzet, energie en engagement. Hoe voorkomt het provinciale bestuur een burn-out? Luc Groosman: “Je moet tijdig zorgen voor nieuw bloed. Als je constant in hetzelfde kringetje blijft, bloed je dood. Hoe vind je die nieuwe mensen? Door ze op allerlei evenementen aan te klampen en uit te nodigen. Op eigen initiatief zullen er niet snel veel mensen ons komen vervoegen. Zij weten ook niet wat het inhoudt, tot ze eens naar een vergadering komen. Katrien, onze jongste aanwinst, is zo bijvoorbeeld bij ons gekomen. Ik had bij onze nationale voorzitster Kati Lamens de alarmoproep gelanceerd dat ik niet aan vrouwen geraakte, en ziedaar.”

 

Katrien Depré: “Ik heb in het verleden op het architectuurbureau van Kati gewerkt, en ze had me toen al eens gesproken over de provinciale werking. Dat is toen een beetje naar de achtergrond verdwenen, tot ik anderhalf jaar later Kati toevallig weer ontmoette en zij de vraag opnieuw opwierp. De mensen van het provinciaal bestuur zijn sowieso gedreven en bereid om hard te werken. Dat moet ook, want het vergt heel wat organisatie om de avondvergaderingen te combineren met je werk en je gezin.”

 

Luc Groosman: “Anderzijds win je door je aanwezigheid hier en op nationale vergaderingen ook tijd. Je bent veel sneller op de hoogte van geplande wijzigingen aan de regelgeving, omdat je dichter bij de bron zit. Als je daarover dan praat met collega’s, vallen die meestal compleet uit de lucht. En het is goed om via die contacten eens in de spiegel te kijken en je af te vragen: ben ik eigenlijk wel goed bezig?”

 

Philip Adam: “Ervaringen van anderen maken soms ook dat je fouten vermijdt, die je ongetwijfeld wel had gemaakt als je hun verhaal niet had gehoord. Je kan heel wat problemen voorkomen door contacten met collega’s.”

Guy Maes: “Het vergemakkelijkt ook de contacten met de provinciale raad van de orde, omdat er geregeld mensen van bij ons ook daar aanwezig zijn. Zoals hij bijvoorbeeld (wijst naar Philip Adam, n.v.d.r.).”

 

Philip Adam: “De provinciale raad van Oost-Vlaanderen is de meest toegankelijke en redelijke van alle provincies. Door de reacties op de helpdesk van het NAV weten we dat deze raad zich niet te erg als een schoonmoeder opstelt en er zeker geen sport van maakt om tuchtprocedures op te starten. Andere provinciale raden hebben bijvoorbeeld altijd contracten gesloten ruwbouw geweigerd, terwijl dat in Oost-Vlaanderen nooit een probleem stelde. Een arrest van het Hof van Cassatie toonde enkele maanden geleden aan dat Oost-Vlaanderen het hier bij het rechte eind had.”

 

Het laatste woord geven we aan Henk Vanthuyne: hoe zou hij NAV Oost-Vlaanderen in enkele woorden omschrijven? “Ik heb de indruk dat wij op nationaal niveau een beetje fungeren als de luis in de pels, die niet zomaar ja knikt. Een houding waar zeker niets mis mee is.”

Extra dynamiek zoekt extra input

 

Omdat voorzitter Guy Van Den Bogaert uitzonderlijk verontschuldigd was op de vergadering die we bijwoonden, vroegen we hem achteraf naar zijn visie op de regionale werking. “Die heeft de laatste tijd sterk aan dynamiek gewonnen”, luidt zijn evaluatie. “Omdat we al een tijdje geen aparte vzw meer vormen, hoeven we niet langer een serieus deel van onze vergadertijd te spenderen aan formele muizenissen zoals de financiële resultaten, het jaarverslag, eventuele aanpassingen van het huishoudelijk reglement of de statuten, en dergelijke meer. Dat alles gebeurt voortaan op nationaal niveau, waar mensen met meer kennis van zaken er zich over buigen. Daardoor kunnen we ons op een veel meer informele manier 100% focussen op wat er leeft onder de architecten. Natuurlijk stellen we nog altijd op voorhand een agenda op waarvoor iedereen zijn inbreng kan leveren, maar tijdens de bijeenkomst is er ruimte om andere onderwerpen aan te snijden. Dankzij de intensieve gedachtewisselingen en reflectie kunnen we het nationale niveau nog beter voeden met voorstellen, ideeën, discussiepunten en onderwerpen. Precies omwille van die extra dynamiek kijken we reikhalzend uit naar nieuwe jonge bestuursleden. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat er snel enkele collega’s Katrien komen vervoegen.”

Bronnen
  • NAV News 86