Wat zegt art. 26?

Onder art. 26 van het reglement wordt de opvolging van de architectenopdracht geregeld.

"Indien een architect, om welke reden ook, gevraagd wordt een confrater op te volgen, moet hij deze daarvan schriftelijk inlichten, of in geval van overlijden zijn erfgenamen bij aangetekend schrijven, en dient hij te vragen naar de bezwaren die daaruit zouden kunnen voortvloeien.

De opvolgende architect dient dit voorafgaandelijk aan zijn provinciale Raad mee te delen, en zijn opdracht te omschrijven.

Zonder voorafgaande toestemming van zijn provinciale Raad, mag de architect niet optreden vooraleer hij zich ervan vergewist heeft dat de honoraria, verschuldigd aan zijn voorganger, betaald werden aan deze laatste of aan diens rechthebbenden.

Indien er betwistingen ontstaan of bij hoogdringendheid kunnen de provinciale Raden aan de architect die door de opdrachtgever wordt aangesproken, machtiging verlenen om de voorgestelde opdracht geheel of gedeeltelijk uit voeren.

In geval van betwisting over het bedrag van de erelonen kan de bevoegde provinciale Raad een bedrag in consignatie laten deponeren totdat hij uitspraak zal gedaan hebben.

De architect of zijn erfgenamen bezorgen aan de opvolgende architect het volledig dossier alsook alle nodige inlichtingen en documenten in hun bezit."

Het vette gedeelde in de tekst hierboven is misleidend. Je zou de indruk kunnen krijgen dat de nieuw aangestelde architect de oorspronkelijke architect niet mag opvolgen zolang die laatste niet betaald werd.

Hoewel deze bepaling nog steeds vermeld is in het Reglement van beroepsplichten, wordt ze niet meer toegepast door de Raad van de Orde van Architecten.

Het Europees mededingingsrecht, een hogere rechtsnorm, bepaalt namelijk dat de opvolging vrij is en niet belet mag worden omwille van de beweerde niet-betaling van de voorafgaande architect.

Vreemd genoeg heeft de Orde de tekst nog niet aangepast. We hopen dat dit binnenkort gebeurt, zodat alle onduidelijkheid hierover de wereld uit is.

Conclusie?

Als nieuw aangestelde architect kun je jouw opdracht gewoon aanvatten, zelfs als je voorganger nog niet betaald werd.

Toch voegen we graag nog deze aanbeveling toe: probeer bij een opvolging de zaken minnelijk op te lossen. Als opvolgende architect raad je de opdrachtgever best aan om het werk van de voorganger correct te financieren.

En wat zegt de wetgeving over auteursrechten?

Rest de vraag of de oorspronkelijke architect de opvolging kan bemoeilijken door zich te beroepen op het auteursrecht. Want wat als hij of zij enkel het dossier wil overdragen als het gebouw wordt uitgevoerd zoals voorzien in het originele ontwerp?

Om die vraag te beantwoorden, moet eerst bepaald worden of de creatie van de oorspronkelijke architect auteursrechtelijk beschermd is. Heeft de architect met andere woorden “vrije en creatieve keuzes gemaakt die zijn persoonlijkheid weerspiegelen”?

Als het antwoord op die vraag ‘nee’ is, dan heeft de oorspronkelijke architect niets te zeggen. Is het antwoord ‘ja’, dan kan de wetgeving inzake auteursrechten van toepassing zijn.

Dat auteursrecht valt uiteen in morele rechten en vermogensrechten:

  • Morele rechten zijn niet overdraagbaar en berusten bij de fysieke persoon die de creatie gerealiseerd heeft. Deze rechten omvatten o.m. het recht op integriteit voor het werk (dit recht maakt het mogelijk dat de houder van het recht zich verzet tegen wijzigingen die aan het werk worden aangebracht).
  • De vermogensrechten kunnen wel worden overgedragen, maar dit volgt niet automatisch uit het feit dat de architect betaald wordt voor zijn of haar werk. Hoe zit dat precies? Wel, het recht tot reproductie en het recht tot adaptatie bevinden zich onder de vermogensrechten. Als deze rechten niet overgedragen zijn, kan de rechthebbende van de auteursrechten zich verzetten tegen de verveelvoudiging (reproductie) van de creatie (ongeacht welke vorm, zelfs van 2D naar 3D) en tegen elke aanpassing van zijn of haar werk.

In de meeste architectenovereenkomsten is voorzien dat auteursrechten niet worden overgedragen. De architect zou zich dus kunnen verzetten. Maar dat betekent nog niet dat het einde verhaal is. Want de opdrachtgever kan op zijn beurt nagaan of de vordering tot stopzetting van het gebruik van de plannen geen ‘rechtsmisbruik’ is in het kader van het diens eigendomsrecht.

Conclusie?

Een auteursrechtenkwestie is zelden simpelweg zwart of wit. Bij conflicten moet dit geval per geval beoordeeld worden door de rechtbank. Alles hangt af van de specifieke omstandigheden van het dossier. De rechter maakt een afweging van de belangen van beide partijen en stelt zich de vraag of de oorspronkelijke architect de eerder gesloten architectenovereenkomst niet zinledig maakt door zich te beroepen op zijn exclusief reproductierecht.

Als de rechtbank van oordeel is dat de oorspronkelijke architect zich schuldig maakt aan rechtsmisbruik, bestaat de sanctie er in beginsel in dat de architect een schadevergoeding verschuldigd is die overeenkomt met (een deel van) de reeds ontvangen erelonen.

En wat als het auteursrecht wél geschonden wordt? Dan kan de oorspronkelijke architect via een aangetekende brief de nieuwe architect (en de betrokken aannemer) in gebreke stellen, met als doel de ‘inbreukmakende’ handeling te staken. Als daar geen gevolg aan gegeven wordt, kan de oorspronkelijke architect een procedure in kortgeding opstarten tot staking, met een bijhorende dwangsom. In een bodemprocedure kan de architect ook een schadevergoeding vorderen.

Modeldocumenten bij opvolging

NAV heeft twee modeldocumenten voor de stopzetting van de architectenopdracht tussen de opdrachtgever en de architect bij een opvolging. Hierin staan ook de nodige bepalingen rond betaling. Zie onderaan deze pagina.

Je moet ingelogd zijn om deze pagina te kunnen raadplegen.

Login

Nieuwe account aanmaken?

Wim Mertens

Juridisch adviseur

NAV

Modelcontracten