De manier waarop overheidsaanbestedingen voor architectuuropdrachten georganiseerd worden, is problematisch. Zo moeten deelnemende architectenbureaus te veel inspanningen leveren en krijgen ze geen of een te lage vergoeding voor die inspanningen. De aanbestedende overheid definieert bovendien onvoldoende welke output ze verwacht van deelnemers en stelt te weinig grenzen op dat vlak. Zo ontstaat er een opbod aan inspanningen tussen de deelnemers die op die manier hun kansen willen vergroten. Bovendien zijn er vaak te veel deelnemers in de eindfase van wedstrijden.

Vooral in DB(FM)-procedures vraagt de aanbestedende overheid wel erg grote inspanningen van de deelnemende consortia, en dan vooral van de ontwerpers. Als je weet dat de biedvergoeding en slaagkans die ertegenover staan, héél klein zijn, dan besef je dat heel weinig architectenbureaus zo’n risico kunnen nemen. In de praktijk wordt dat soms opgelost doordat de aannemer binnen het consortium in een extra vergoeding voor de deelnemende architect voorziet. Maar dat brengt de onafhankelijke positie van de architect in het gedrang.

Aanpassen wetgeving overheidsopdrachten en creatie van leidraad

Het kan en moet beter. NAV stelt daarom verschillende maatregelen voor. Zo willen we de wetgeving overheidsopdrachten aanpassen zodat de principes van een goede procedure er duidelijk in staan. Daarnaast willen we met een gezaghebbende overheidsinstantie richtlijnen in het leven roepen voor opdrachtgevers. Zo’n aanstellingsleidraad zou heel wat duidelijkheid scheppen over hoe je nu precies een goede mededingingsprocedure uitschrijft.

Duidelijke verwachtingen

Zo vindt NAV dat de verwachtingen voor deelnemers héél duidelijk moeten zijn. Er is nood aan een standaard vocabularium. Bij elke wedstrijd zou de opdrachtgever in detail moeten omschrijven welke output die wenst. Daarnaast zou de aanbestedende overheid niet meer dan nodig is voor het beoogde project mogen vragen. En wanneer deelnemers méér doen dan gevraagd, zouden ze daarvoor afgestraft moeten worden.

DB(FM) is niet altijd nodig

De DB(FM)-formule mag enkel gebruikt worden als de meerwaarde opweegt tegen de meerkost ervan. Als opdrachtgever moet je in dat geval bereid zijn om de extra kost van die procedure te dragen.

Wedstrijd in twee fasen

Door te werken met twee fasen kan je het aantal deelnemers in de eindfase van een wedstrijd beperken. In een eerste werf- en selectiefase kan de opdrachtgever dan deelnemers selecteren op basis van een beperkte voorstellingsnota, een gesprek, portfolio en nadien een scoring van de referenties. In de laatste competitiefase is het aantal geselecteerde bureaus idealiter beperkt tot drie. Uit onderzoek blijkt dat meer niet nodig is om een betere wedstrijd te hebben én dus enkel de kosten omhoog jaagt.

Referenties mogen niet te specifiek zijn

De selectie gebeurt in de praktijk vaak met behulp van referenties. NAV vraagt dat de referenties bij aanbestedingsprocedures voldoende ruim mogen zijn. Als referenties te specifiek zijn, werk je oligopolie in de hand. Zo willen wij bv. dat referenties tot max. tien jaar oud mogen zijn i.p.v. drie of vijf jaar die nu soms gevraagd worden. Ook referenties met een afwijkende functie zouden toegelaten moeten worden als bureaus daarvoor een goeie motivatie kunnen geven. Zo zou bij het ontwerp van een cultureel centrum bv. ook een bureau dat eerder al een bibliotheek of sporthal ontwierp in aanmerking moeten kunnen komen.

Biedvergoeding op maat

Architecten die deelnemen aan aanbestedingen, moeten al veel van hun kerntaken uitvoeren vóór ze er iets aan verdienen. En dat is niet rendabel, en bovendien ook weinig duurzaam en nefast voor de hele sector. Bureaus doen bv. een beroep op onderbetaalde stagiairs of moeten hun rendement uit de privésector inzetten om de verliezen in de publieke sector te dempen.

Daarom pleitte NAV samen met Unizo en UWA voor een verplichte biedvergoeding in de wet overheidsopdrachten. En mét resultaat! Want de wetswijziging is in tussen een feit: concreet is de opdrachtgevende overheid verplicht architecten een vergoeding te geven, wanneer ze intellectuele inspanningen (schetsen, maquettes, …) vraagt in de aanbestedingsfase. Die wedstrijdvergoeding moet ervoor zorgen dat architecten niet langer gratis werk moeten leveren in de aanloop van zo’n procedure.  

Met NAV hadden we geijverd om de hoogte van de vergoeding af te stemmen op de gevraagde inspanningen, maar dat voorstel heeft het niet gehaald. Helaas blijken er ook loopholes te zijn waardoor de wet nog te gemakkelijk omzeild kan worden. NAV wil dat het nieuwe wettelijk verplichte instrument op een doelmatige manier wordt ingezet. Kwaliteitsvolle offertes kunnen enkel worden gegarandeerd bij een voldoende hoog bedrag. De biedvergoeding vormt immers een extra motivatie om betere aanbestedingen uit te schrijven en de gevraagde output helder te formuleren én te beperken.

Sterke bouwmeester

NAV pleit ook voor een bouwmeester die zich actief inzet voor de kwaliteit van alle architectuuropdrachten. Hij of zij heeft als opdracht om de kwaliteit van de gebouwde omgeving te bevorderen door opdrachtgevers te begeleiden en te adviseren over hiaten in de regelgeving en zo de aanbestedingscultuur in het algemeen te verbeteren.