Bouwen aan dialoog met concrete engagementen
NAV ijvert met haar initiatief ‘Bouwen aan dialoog’ net voor een vlotter vergunningstraject en een betere verstandhouding tussen architecten en de vergunningverlenende overheid. We ontwikkelden hiervoor samen met het Departement Omgeving een leidraad die lokale besturen en architecten moet helpen om een goed vooroverleg te hebben: de Handreiking Vooroverleg.
Daarnaast werkten we in sommige steden, zoals Gent, een charter uit met concrete engagementen die de samenwerking tussen architecten en lokale besturen beter kunnen doen verlopen. Zo wordt er concreet ingezet op actief informatie uitwisselen, heldere vragen stellen en duidelijke antwoorden geven, inzichtelijke regelgeving en volledig samengestelde dossiers, het gebruik van diverse communicatiekanalen op maat van het project en de complexiteit van de vraag, en de mogelijkheid om waar nodig steeds een voorbespreking te kunnen houden met een goed idee of ontwerp als basis.
Retributies betekenen extra gewicht op de schouders van architecten
Door retributies te vragen voor dossieraanvullingen werken gemeentes, steden en provincies de goede dialoog en samenwerking net tegen. Omgevingsvergunningsaanvragen zijn voor architecten en opdrachtgevers al vaak een bron van frustratie. De procedures nemen veel tijd in beslag, er is een millefeuille van voorschriften en regels en er zijn heel wat afwijkingen mogelijk die het proces nog complexer maken. Het is voor architecten daarom geen makkelijke opgave om een volledig, goed onderbouwd dossier in te dienen. Wanneer lokale besturen retributies heffen voor onvolledige dossiers, zullen architecten daar de dupe van worden en die kosten moeten dragen. Dat moeten we vermijden.
Net meer inzetten op overleg en dialoog
Dat ook een overleg met het bouwcollege extra kosten met zich mee zou brengen voor architecten, stuit nog meer tegen de borst. Overleg en dialoog tussen beide partijen is net cruciaal om samen te werken aan een vlotter vergunningstraject. Door financiële drempels op te werpen ontstaat er enkel meer wantrouwen, onbegrip en afstand tussen architecten en de vergunningverlenende overheid.