De meeste architecten omarmen inclusief ontwerpen, maar botsen vaak op het onbegrip van opdrachtgevers. Een verbreding van het toepassingsgebied is daarom positief, zeker als er ook meer controle komt zodat de verordening geen dode letter blijft. Ook publieke ruimtes die kleiner zijn dan 150 m2 en ruimtes die enkel toegankelijk zijn voor personeel zouden voortaan onder de verordening vallen: een goeie zaak!

Duidelijkere regels in overleg met de architectensector

De regels in de verordening uit 2010 zijn vaak te gedetailleerd, spreken soms andere regels tegen en staan ver van de praktijk. Een verduidelijking en uitzuivering van de regels is dus positief. Zo kunnen die praktisch, zinvol en meer resultaatsgericht geformuleerd worden. NAV pleit ervoor dat dit in overleg met de sector gebeurt én we vragen om de regels rond toegankelijkheid in de verschillende gewesten (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) op elkaar af te stemmen.

Investeren in kennisverspreiding en sensibilisering

Sensibilisering bij ontwerpers én opdrachtgevers is noodzakelijk om van toegankelijkheid de norm te maken en werkelijk inclusieve gebouwen te realiseren. We denken dat een betere kennisverspreiding met opleidingen en een update van de tools en praktijkvoorbeelden op de website www.toegankelijkgebouw.be daarom een goed idee is. Architecten zouden de wetgeving ook makkelijker moeten kunnen raadplegen. En praktische handleidingen, voorbeelden van plannen en tekeningen kunnen helpen om duidelijkheid te scheppen. NAV wil hier graag mee z’n schouders onder zetten.

Meer verantwoordelijkheid voor INTER

NAV gelooft dat er een grotere rol voor INTER, het Vlaams Expertisecentrum Toegankelijkheid, is weggelegd. We willen het vergunningstraject faciliteren via een (voor)advies van INTER. Er zou dus een voorbespreking tussen ontwerpers en adviseurs van INTER moeten plaatsvinden.

Daarnaast is ook een goede handhaving belangrijk. Maar we denken dat een extra verslaggever niet noodzakelijk is om erop toe te zien dat de verordening toegepast wordt. Nadien zou INTER een controle (steekproefsgewijs) op de uitvoering kunnen doen. Zo kunnen we erop toezien dat de verordening nageleefd wordt en dat opdrachtgevers niet afwijken van vergunde plannen.