Je aansprakelijkheid op basis van het architectencontract kan alleen worden ingeroepen als voldaan is aan de volgende voorwaarden.

  • Overeenkomst: er bestaat een geldige overeenkomst tussen de schadeverwekker en de schadelijder/de medecontractant.
  • Tekortkoming: er is een tekortkoming met betrekking tot een van de verbintenissen uit de overeenkomst, en die tekortkoming is toerekenbaar aan de schadeverwekker.
  • Schade: de medecontractant lijdt schade die voortvloeit uit die tekortkoming.

Welke verbintenissen ga je aan?

Je overeenkomst bepaalt welke verbintenissen je als architect aangaat. Een belangrijk onderscheid is dat tussen middelen- en resultaatsverbintenissen.

  • De verbintenissen die je als architect aangaat, zijn in principe middelenverbintenissen. Dat geldt zowel voor het opmaken van de plannen als voor de controle op de werkzaamheden.
  • Maar bepaalde verbintenissen zijn voor de architect toch resultaatsverbintenissen. Dat is het geval voor bepaalde essentiële en cruciale elementen van het ontwerp, zoals stabiliteit, waterdichtheid, thermische en akoestische isolatie.

Niet alleen de in het contract gemaakte afspraken bepalen je aansprakelijkheid.

  • Wetten, gebruiken en goede trouw vullen de overeenkomst aan.
  • Je mag in de architectenovereenkomst niet afwijken van de Architectenwet van 20 februari 1939 en van het Reglement van Beroepsplichten, omdat die allebei raken aan de openbare orde. Cassatie 6 januari 2012: “De bepalingen van de wet van 20 februari 1939 raken de openbare orde. Artikel 22 van het reglement van de beroepsplichten van de architect dat de plicht van de architect om aan de opdrachtgever bijstand te verlenen bij de keuze van de aannemer nader omschrijft, is eveneens van openbare orde of althans van dwingend recht. Krachtens artikel 6 van het Burgerlijk Wetboek mogen de partijen niet bij bijzondere overeenkomsten afwijken van de wetten die de openbare orde en de goede zeden raken.”

Hoe ver reikt je aansprakelijkheid na aanvaarding van het werk?

Nadat de opdrachtgever het werk heeft aanvaard, ben je als architect alleen nog aansprakelijk voor:

  • bedrog;
  • lichte verborgen gebreken;
  • je tienjarige aansprakelijkheid.

Wanneer is er sprake van bedrog?

Als je kunstgrepen of listen gebruikt om de tegenpartij een verkeerde voorstelling van zaken te geven, of om die tegenpartij te overtuigen om een contract met je aan te gaan.

Wanneer komt je aansprakelijkheid voor lichte verborgen gebreken in het gedrang?

Als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • Je hebt als architect een contractuele toerekenbare tekortkoming (fout) begaan.
  • De verborgen gebreken zijn niet aanvaard naar aanleiding van de oplevering.
  • De verborgen gebreken moeten zich voordoen binnen een verjaringstermijn van 10 jaar nadat de opdrachtgever het werk heeft aanvaard. In het architectencontract kun je kortere termijnen afspreken. Je leest hier meer over in dit artikel.

De vordering voor licht verborgen gebreken wordt het best gesteld binnen korte termijn nadat die gebreken zich hebben voorgedaan. Wat dat precies inhoudt, hangt af van de feiten. In ieder geval mag de termijn niet zo lang zijn dat je zou kunnen denken dat de opdrachtgever de gebreken heeft aanvaard. Houd er rekening mee dat het begrip verborgen gebreken ruimer wordt geïnterpreteerd als de opdrachtgever een leek is.

Wanneer komt je tienjarige aansprakelijkheid (art. 1792 en 2270 Burgerlijk Wetboek B.W.) in het gedrang?

Als voldaan is aan de volgende voorwaarden:

  • Je hebt als architect een aan jou contractueel toerekenbare tekortkoming (fout) begaan.
  • Het gebouw gaat geheel of gedeeltelijk teniet ten gevolge van een gebrek in de bouw of van de ongeschiktheid van de bodem.
  • De stevigheid van het gebouw of het bouwwerk komt in het gedrang.

De tienjarige aansprakelijkheid geldt zowel voor zichtbare als voor onzichtbare gebreken, ook als de opdrachtgever die heeft aanvaard naar aanleiding van de oplevering.

Verplichting tot en omvang van schadeherstel

Verplichting tot schadeherstel

Tussen contractpartijen is er alleen een recht op schadeherstel (in natura of in de vorm van een vervangende schadevergoeding) als er sprake is van een toerekenbare contractuele tekortkoming. Let op: door de overdracht (bv. de verkoop) van een bouwwerk kan ook een derde (bv. de koper) rechten inzake contractuele aansprakelijkheidsvorderingen verkrijgen. De zogenaamde kwalitatieve vordering wordt immers van rechtswege mee overgedragen, tenzij de bij de overdacht betrokken partijen daarover andere afspraken maken. De vorderingsrechten kunnen betrekking hebben op:

  • de overdracht van de architectenovereenkomst, dus wanneer bedongen is dat de architectenopdracht mee overgaat bij overdracht van het onroerend goed;
  • de tienjarige aansprakelijkheid;
  • lichte verborgen gebreken.

Omvang van schadeherstel

Schadeherstel beperkt zich altijd tot de contractueel voorzienbare schade, tenzij er sprake is van een opzettelijke fout vanwege de schuldenaar (art. 1150 B.W., Cassatie 4 februari 2010). Hoe wordt de vervangende schadevergoeding begroot?

  • Men vergelijkt de situatie waarin de schuldeiser zich zou bevonden hebben indien het contract naar behoren zou zijn uitgevoerd, met de situatie waarin de schuldeiser zich bevindt door het niet of slechts gedeeltelijk nakomen van de verbintenis. Men vergelijkt dus NIET met de situatie waarin de schuldeiser zich zou hebben bevonden indien het contract niet zou zijn gesloten.
  • Er is een bijkomende vergoeding voor alle schade, veroorzaakt door de niet-uitvoering.
  • Ook vergoed worden alle kosten die werden gemaakt om de schade te beperken of te voorkomen.

Schadebeding

In je architectencontract kun je de schade vooraf begroten door onder meer schadebedingen (zie ook dit artikel over je aansprakelijkheid contractueel beperken). Een strafbeding kan uitsluitend een vergoedend karakter hebben. Als het alleen een ‘afschrikwekkend’ karakter heeft, is het niet in overeenstemming met art. 1226 B.W.: “Een strafbeding is een beding waarbij een persoon zich voor het geval van een niet-uitvoering van de overeenkomst verbindt tot betaling van een forfaitaire vergoeding van de schade die kan worden geleden ten gevolge van de niet-uitvoering van de overeenkomst.”

Volgens Cassatie 17 april 1970 is een strafbeding in strijd met de openbare orde wanneer “het beding noodzakelijkerwijze iets anders betreft dan het vaststellen van een vergoeding” en wanneer “met het herstel van de schade zo hoog te plaatsen dat de tekortkoming van de medecontractant een groter voordeel meebrengt dan de normale uitvoering van het contract, alles er schijnt op te wijzen dat men in feite speculeerde op de niet-uitvoering van de overeengekomen verplichtingen”.

De rechter beschikt over een matigingsbevoegdheid voor overdreven schadebedingen. Art. 1231 B.W.:
Ҥ1 De rechter kan, ambtshalve of op verzoek van de schuldenaar, de straf die bestaat in het betalen van een bepaalde geldsom verminderen, wanneer die som kennelijk het bedrag te boven gaat dat de partijen konden vaststellen om de schade wegens de niet-uitvoering van de overeenkomst te vergoeden.
In geval van herziening kan de rechter de schuldenaar niet veroordelen tot een kleinere geldsom dan bij gebrek aan strafbeding verschuldigd zou zijn geweest.
§2 De straf kan door de rechter worden verminderd wanneer de hoofdverbintenis gedeeltelijk is uitgevoerd.
§3 Ieder beding dat strijdig is met de bepalingen van dit artikel wordt voor niet-geschreven gehouden.”

Voor de volledigheid vermelden we nog even dat de schuldeiser ook de ontbinding van de overeenkomst kan eisen, met schadevergoeding (art. 1184 B.W.).

Je moet ingelogd zijn om deze pagina te kunnen raadplegen.

Login

Nieuwe account aanmaken?

Lenders

Mr. Christophe Lenders

Advocaat

GSJ Advocaten

Gerelateerde artikelen