Het stikstofdecreet trad op 23 februari 2024 in werking. Uiteraard ondervinden landbouwbedrijven de grootste impact van het decreet. Voor hen is deze nieuwe regelgeving complex en ingrijpend. Omdat dit niet tot het directe werkveld van de architect behoort, gaan we in dit artikel niet dieper in op die kant van het decreet.

Wel kunnen architecten in hun stedenbouwkundige dossiers ook geconfronteerd worden met de uitstoot van stikstof door de ‘voertuigbewegingen’ die hun project teweegbrengt.

Wanneer een project in de nabijheid (≤ 2.000 meter) van een speciale beschermingszone (SBZ, d.i. een gebied dat volgens de Europese richtlijnen is aangewezen voor de bescherming van zeldzame en bedreigde diersoorten en hun natuurlijke habitat) ligt, moet bij de aanvraag van een omgevingsvergunning de impact van die mobiliteit worden onderzocht. Zo kan worden gevraagd de projectinhoud aan te passen en een voortoets of impactscoreberekening voor het stikstofdecreet toe te voegen. Doe je dit niet of niet correct, dan kan dat leiden tot een onvolledigheidsverklaring, een vergunningsweigering of een vernietiging van de vergunning in een beroepsprocedure.

Voortoets of impactscoreberekening: wat houdt het in?

Een voortoets of impactscoreberekening is een evaluatieproces waarmee wordt bepaald of de toenemende stikstofdepositie van een vergunningsplichtige activiteit de natuurlijke kenmerken van een SBZ kan aantasten. Concreet wordt er met een voortoets aangetoond of de drempelwaarde voor stikstofdepositie door het project zal worden overschreden of niet.

De drempelwaarde bedraagt 1% van de kritische depositiewaarde (KDW, d.i. de maximale hoeveelheid stikstof die een ecosysteem kan ontvangen zonder dat er schade ontstaat aan de structuur en functie van dat ecosysteem). Deze waarde verschilt per type habitat of ecosysteem.

Wordt de drempelwaarde niet overschreden, dan vormt de toegenomen stikstofdepositie geen belemmering voor de vergunningverlening. Wordt de drempelwaarde wel overschreden, dan is een passende beoordeling noodzakelijk.

Voor mobiliteitsgerelateerde projecten wordt de drempelwaarde slechts uitzonderlijk overschreden waardoor de berekening in de meeste gevallen een – weliswaar noodzakelijke – formaliteit blijkt.

Er bestaat een online impactscoretool, maar die kan voorlopig enkel gebruikt worden voor het aftoetsen van andere stikstofbronnen zoals veestallen of stookinstallaties (gemengde projecten) en dus nog niet voor verkeersemissies.

Praktisch

Voor de vergunningsverlening van projecten die stikstof uitstoten zijn er drie beoordelingskaders:

  • Kader voor NOx veroorzaakt door stationaire bronnen
  • Kader voor NOx veroorzaakt door mobiliteitsgerelateerde projecten
  • Kader voor ammoniak (NH3) van veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties

We bespreken in dit artikel enkel het tweede beoordelingskader voor de eenvoudige mobiliteitsgerelateerde projecten met verkeer als enige stikstofbron, omdat architecten daar hoofdzakelijk mee te maken krijgen. Voor het toepassen van de twee andere kaders (bijvoorbeeld voor een project dat zowel een mobiliteitsgerelateerde component als andere stikstofbronnen bevat), richt je je best tot een MER- of milieudeskundige.

De voortoets (impactscore)

Voor eenvoudige projecten met een zeer lage impact zal er op termijn geen voortoets of impactberekening meer nodig zijn. Deze projecten zullen opgenomen worden in een specifieke lijst waaruit de vrijstelling zal blijken.

Er werd ook een online impactscore-berekeningstool aangekondigd die geschikt zal zijn voor mobiliteitsgerelateerde projecten met verkeersemmissies als lijnbron.

Omdat zowel de lijst als de tool momenteel nog niet beschikbaar zijn, moet er voorlopig in alle toepasbare gevallen een berekening worden gemaakt.

Hoe bereken je de impactscore?

Om voor eenvoudige stedenbouwkundige dossiers met verkeer als enige stikstofbron de impactscore te bepalen, kun je gebruik maken van de VITO-studie ‘Voertuigemissies en de minimis-normen: een analytische benadering voor wegverkeer’. Hiermee kun je nagaan of de impactscore van je project lager is dan 1%. Je vindt de studie terug in de Praktische Wegwijzer Stikstofdepositie. Hoe je de tabellen moet gebruiken, vind je terug op pagina 20. We lichten de methode kort toe:

Stap 1: Bepaal het aantal vervoersbewegingen

Bepaal het aantal vervoersbewegingen van een project zowel voor de aanlegfase (bv. aan- en afvoer van bouwmaterialen op de site bij de aanleg van een woonwijk), als voor de uitvoeringsfase (de vervoersbewegingen van personen op de site bij volledige ingebruikname). De vervoersbewegingen worden berekend voor zowel licht (personenwagens) als zwaar verkeer (vrachtverkeer) en worden uitgedrukt in bewegingen per jaar.

Stap 2: Bepaal de relevante habitats

Op basis van de volgende informatieve lagen op Geopunt.be kun je achterhalen welke habitatgebieden in de omgeving te vinden zijn:

Het eenvoudigste is een tabel te maken met daarin de habitattypes (codes en omschrijving) en de kortste afstand (in vogelvlucht) tussen de projectsite en het habitatgebied. Deze afstand kun je bepalen met de meettool in Geopunt.be. Die tabel vul je dan aan met de kritische depositiewaarde (KDW-waarde) zoals opgenomen in Bijlage I van de Praktische Wegwijzer.

Hoewel het stikstofdecreet voorschrijft dat de zoekzone binnen een straal van 20 kilometer rond de projectsite moet worden afgebakend, wordt in de praktijk een straal van 2 kilometer gehanteerd. Dit komt doordat de tabellen waarmee de verzamelde gegevens moeten worden vergeleken (stap 2), tot een afstand van slechts 2 kilometer tussen de projectsite en een SBZ zijn opgesteld.

Stap 3: Impact geplande initiatief

Op basis van de informatie die je verzamelde in stap 1 en stap 2, toets je het project aan tabel 3 en 4 van de VITO-studie. Die vind je hier.

Op basis van de vastgelegde KDW voor een bepaald gebied en de afstand tussen het project en dit gebied lees je in de tabel wat het maximale aantal vervoersbewegingen mag zijn voor de grenswaarde (1%) wordt overschreden. Als de berekende vervoersbewegingen (stap 1) lager zijn dan het getal in de tabel, ben je zeker dat het project de drempelwaarde niet overschrijdt. Deze toetsing moet zowel voor lichte (tabel 3) als voor zware (tabel 4) voertuigen worden uitgevoerd.

Om de volledige impact van het project te bepalen, moet je de relatieve impact voor zowel lichte als zware voertuigen berekenen. Dit doe je door de verhouding van de berekende vervoersbewegingen ten opzichte van de drempelwaarde vast te stellen. Als de som van beide verhoudingen minder dan 100% bedraagt, weet je zeker dat het project de drempelwaarde van 1% niet overschrijdt.

Stap 4: De passende beoordeling

Als uit stap 3 blijkt dat de drempelwaarde wordt overschreden, moet je een passende beoordeling opstellen. Hiervoor is het raadzaam een MER- of milieudeskundige in te schakelen, omdat je moet aantonen dat de neerwaartse trend van NOx niet wordt gehypothekeerd. In dit geval wordt er ook een openbaar onderzoek georganiseerd en advies ingewonnen bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Het overschrijden van de drempelwaarde betekent dus niet noodzakelijk een belemmering voor het verkrijgen van een vergunning, maar er kunnen wel aanvullende maatregelen worden opgelegd.

Het resultaat van de voortoets voeg je als document toe aan de bijlagen bij de omgevingvergunningsaanvraag onder de rubriek 'Effecten op biodiversiteit'. Hierin vermeld je alle uitgewerkte stappen zoals hierboven beschreven.

Een voorbeeld (gegeven door de administratie) maakt alles duidelijker

Voor een eenvoudige eengezinswoning, kun je rekenen met:

4 personen x 2 vervoersbewegingen/persoon x 365 dagen/jaar = 2920 jaarlijkse vervoersbewegingen < 70.000 jaarlijkse vervoersbewegingen (VITO-tabel 3, licht verkeer, KDW = 6 en afstand = 0).

Dit betekent dat zelfs indien een huis op het meest kritische habitat gebouwd wordt, de impact van het verkeer nog niet zal zorgen voor een overschrijding van de 1%-drempel.

Op de website van het Agentschap Natuur en Bos vind je extra voorbeelden van berekeningen voor volgende cases:

  • Een eengezinswoning.
  • Een bedrijf met vrachtverkeer en licht verkeer, gelegen op 1.700 m van het habitatrichtlijngebied.
  • Zelfde bedrijf uit voorbeeld twee, maar nu ook met stookinstallaties.

Je moet ingelogd zijn om deze pagina te kunnen raadplegen.

Login

Nieuwe account aanmaken?

Zoe

Zoë Pauwaert

Milieudeskundige