Deontologie?
Deontologie of plichtenleer is de morele code die een beroep kenmerkt, het geheel van zeden en gewoontes.
De regels evolueren voortdurend en zijn bovendien tijds- en plaatsgebonden. Wat vandaag nog uit den boze is, wordt morgen misschien toegestaan of aangemoedigd. En wat vandaag stilzwijgend gedoogd wordt, kan morgen hard worden aangepakt.
Om architecten een houvast te bieden, heeft de Orde een Reglement van beroepsplichten opgesteld. Voluit: Reglement van 16 december 1983 van beroepsplichten door de Nationale Raad van de Orde der architecten. Het is een soort leidraad die bepaalt hoe je als architect correct omgaat met klanten en collega's.
De deontologie is zowel van toepassing op architectenvennootschappen als op individuele architecten (natuurlijke personen).
Hieronder lichten we de belangrijkste aandachtspunten en ‘zonden’ toe. Als je er geen rekening mee houdt, riskeer je een sanctie door de raden van de Orde.
De erelonen
Elke vorm van barema is door het Europees recht verboden, omdat dit niet strookt met de principes van mededinging. Als architect moet je een eigen tarief hanteren, rekening houdend met de kostprijs van je diensten.
Samenwerken met een sleutel-op-de-deurfirma?
Sleutel-op-de-deurfirma's bieden klanten een totaalpakket aan, inclusief de medewerking van een architect. Maar hoe zit het dan eigenlijk met de onafhankelijkheid van de architect? Het risico dat dergelijke praktijken leiden tot zuivere naamverlening, is reëel.
Dit wil echter niet zeggen dat zo'n samenwerking deontologisch niet kan.
- Maar dan moet je je taak als architect ten volle vervullen en erover waken dat er geen enkele vorm van collusie mogelijk is.
- Je moet op een ondubbelzinnige wijze de klant van de bouwfirma duidelijk maken voor wie en hoe je werkt.
- Desnoods kun je de klant adviseren een onafhankelijke, vrij te kiezen ‘raadgevend architect’ aan te stellen.
Bijstand verlenen aan de opdrachtgever
De wetgever beschouwt de cliënt als een leek in het vak die bescherming nodig heeft. Dit is misschien niet altijd zo, maar toch moet je je als architect gedragen alsof het zo is.
Klanten kunnen een gebrek aan bijstand aanklagen bij de Orde.
Vaak is een flagrante overschrijding van het budget de aanleiding tot een tuchtrechtelijke of burgerrechtelijke procedure. Van architecten wordt immers verwacht dat ze op hun hoede zijn voor budgetoverschrijdingen en tijdig ingrijpen.
En wat als je bepaalde prestaties niet levert 'in ruil voor' een verminderd ereloon? Dat is niet toegelaten. Architecten kunnen zich niet ontdoen van hun verantwoordelijkheden, waaronder de bijstandsplicht. Je zult steeds moeten kunnen bewijzen dat je jouw opdracht naar behoren hebt vervuld.
'Confraternele' houding
Als architect moet je niet alleen correct omgaan met klanten, maar uiteraard ook met collega's in het vak (confraters).
Enkele voorbeelden van een 'onconfraternele' houding zijn:
- Opvolgen van een confrater zonder te vragen of er bezwaren zijn.
- Inmenging in het werk van een andere architect.
- Uiten van kritiek op andermans werk.
Andere deontologische aandachtspunten
Ook onderstaande handelingen zijn not done:
- Niet optreden bij de niet-naleving van stedenbouwkundige voorschriften.
- Geen gevolg geven aan technische klachten.
- De samenwerking met een promotor niet aangeven.
- Een gedeeltelijke opdracht niet aangeven.
- De bijdrage aan de Orde van Architecten niet betalen.