Wat er met huishoudelijk afvalwater moet gebeuren, hangt af van de zone waarin het gebouw ligt. De lozingsvoorwaarden zijn vastgelegd in Vlarem II en zijn afhankelijk van die zonering. In collectief te optimaliseren buitengebieden, waar nog geen riolering aanwezig is die aangesloten is op een RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie), moet al het afvalwater momenteel voorbehandeld worden. Voor eengezinswoningen betekent dit dat een septische put van minimaal 3.000 liter voor alle afvalwater verplicht is.
Omdat het vaak lang kan duren voordat een rioleringsproject van start gaat, is de wetgeving aangepast om meer afvalwater te zuiveren in afwachting van de aanleg van riolering. Dit brengt ons dichter bij het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water, namelijk propere waterlopen en schoon grondwater tegen 2027. Artikel 4.3.9 werd daarom toegevoegd aan de Codex Ruimtelijke Ordening, wat specifieke voorwaarden oplegt voor de zuivering van afvalwater bij de aanvraag van een omgevingsvergunning in collectief te optimaliseren buitengebieden.
Wat wijzigt er?
Wanneer bij een vergunningsaanvraag na 1 januari 2025 blijkt dat er geen rioleringsproject gepland is binnen een periode van zes jaar, zal in specifieke gevallen zuivering opgelegd worden in plaats van voorbehandeling.
Dit geldt voor het bouwen of herbouwen van meer dan negen wooneenheden en voor het verkavelen van gronden (meer dan twee bouwloten).
Er moet dan een IBA geplaatst worden in plaats van een septische put. De zuivering kan ook collectief of decentraal gebeuren.
Wat moet je weten?
Aantonen van een gepland rioleringsproject
De rioolbeheerder moet aantonen dat de aanbesteding van een riolering aangesloten op een operationele openbare waterzuiveringsinstallatie gepland is binnen de zes jaar, overeenkomstig een meerjarenplan dat is opgemaakt ter uitvoering van de saneringsverplichting. Deze kan de gemeente dan ook bekijken.
Hoe weet je als bouwheer of ontwerper of dit op jou van toepassing is?
Vraag je een vergunning aan voor een project met meer dan negen wooneenheden of een verkaveling in een collectief te optimaliseren buitengebied? Dan kan het zijn dat je een individuele behandeling van afvalwater (IBA) moet voorzien in plaats van een septische put, als er geen rioleringsproject binnen zes jaar gepland is.
De vergunningverlener legt dit op via de omgevingsvergunning. Wil je dit vooraf weten? Neem dan contact op met de rioolbeheerder of vergunningverlener, aangezien deze informatie nog niet online beschikbaar is.
De zonering kun je opzoeken via het Geoloket van VMM.
Waar vind je informatie over geplande rioleringsprojecten?
De meerjarenplanning van de rioolbeheerder geeft aan of er binnen zes jaar een rioleringsproject gepland staat. Deze planning is nog niet voor alle rioolbeheerders beschikbaar en is niet publiek toegankelijk. De vergunningverlener moet zelf advies inwinnen bij de rioolbeheerder.
Waar moet het effluent naartoe?
De afvoer van het effluent van een septische put of IBA is vastgelegd in Vlarem II art. 6.9.2.2, dat recent werd aangepast. Het effluent mag geloosd worden in oppervlaktewater, een kunstmatige afvoerweg, een sterfput of infiltratievoorziening. VLARIO adviseert om regenwater en afvalwater apart af te voeren.
Wat gebeurt er bij een afkoppelingsproject?
Wanneer een collectief te optimaliseren buitengebied overgaat naar een collectief geoptimaliseerd buitengebied, moet al het afvalwater worden aangesloten op de DWA-riolering. De IBA of andere zuiveringsinstallatie wordt dan verboden en moet worden kortgesloten. Je kunt hier al rekening mee houden door bij de bouw wachtleidingen voor RWA en DWA tot aan de rooilijn te voorzien en de mogelijkheid te creëren om de septische put of IBA te passeren.
Keuring privéwaterafvoer
Het ontbreken van een IBA in collectief te optimaliseren buitengebied leidt tot afkeur wanneer deze werd opgelegd in de omgevingsvergunning. Een collectieve oplossing, KWZI of decentrale zuivering (niet op privédomein) zijn ook mogelijk om hieraan te voldoen.