De belangrijkste wijzigingen op een rij
De nieuwe hemelwaterverordening komt bijna 20 jaar na de eerste verordening van 2004, en bijna 10 jaar na de tweede verordening van 2013. In deze laatste versie waren al belangrijke maatregelen genomen om meer water ter plaatse te houden. Het principe van de verordening van 2023 blijft hetzelfde, alleen zijn het toepassingsgebied en de voorwaarden sterk uitgebreid. We plozen alle artikels voor jou uit en accentueren de belangrijkste wijzigingen. Zo weet je meteen wat nieuw is.
Legende
- Vet = gewijzigd
- Lijn 1 = citaat uit de oude verordening (2013) | Lijn 2 e.v. = citaat uit de nieuwe verordening (2023)
Toepassingsgebied
- 2013 | Nieuwbouw/herbouw/uitbreiding van overdekte constructies > 40 m².
- 2023 | Nieuwbouw/herbouw/uitbreiding van overdekte constructies en verbouwing met werken aan de afwatering.
- 2013 | Verhardingen aanleggen/heraanleggen/uitbreiden > 40 m².
- 2023 | Verhardingen aanleggen/heraanleggen/uitbreiden.
Wanneer is de hemelwaterverordening niet van toepassing?
- 2013 | Hemelwater dat op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreert.
- 2023 | Hemelwater dat op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem infiltreert, op voorwaarde dat de onverharde zone ¼ van de afwaterende oppervlakte bedraagt.
- 2013 | /
- 2023 | Handelingen op openbaar domein die vrijgesteld zijn van vergunning, maar deze moeten wel voldoen aan de code van goede praktijk.
Wanneer is een hemelwaterput verplicht?
- 2013 | Bij nieuwbouw/herbouw.
- 2023 | Bij nieuwbouw/herbouw/uitbreiding of bij de verbouwing van een bestaand gebouw met werken aan de afwatering.
Hoe groot moet een hemelwaterput zijn?
- 2013 | Eengezinswoning: min. 5.000 l.
- 2023 | Eengezinswoning:
- Dakoppervlakte <80 m²: min. 5.000 l.
- Dakoppervlakte 80 - 120 m²: min. 7.500 l.
- Dakoppervlakte 120 - 200 m²: min. 10.000 l.
- Dakoppervlakte >200 m²: min. 100 l/m², tenzij uit de aanvraag blijkt dat de gebruiksmogelijkheden niet in verhouding zijn tot het vastgelegde volume.
- 2013 | Ander gebouw: min. 50 l/m², max. 10.000 l.
- 2023 | Meerdere woongelegenheden: min. 100 l/m², per overschreden schijf van 5.000 l wordt minimaal één wooneenheid aangesloten.
- 2023 | Andere gebouwen dan woningen: min. 100 l/m², tenzij uit de aanvraag blijkt dat de gebruiksmogelijkheden niet in verhouding zijn tot het vastgelegde volume.
Wat wordt aangesloten op de hemelwaterput?
- 2013 | Min. één aftappunt.
- 2023 | Pompinstallatie en leidingen naar elk toilet en de wasmachine van elke aan te sluiten woongelegenheid. Maximaal gebruikt voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en tuin.
Berekening afwaterende oppervlakte van overdekte constructies
- 2013 | Nieuwbouw/herbouw van overdekte constructies: som van de horizontale dakoppervlakten.
- 2023 | Nieuwbouw/herbouw/verbouwen van overdekte constructies: som van de horizontale dakoppervlakten van de overdekte constructies.
- 2013 | Uitbreiding: Som van de horizontale dakoppervlakte van de uitbreiding + 1x de oppervlakte van de uitbreiding, met een maximum van de totale horizontale dakoppervlakte van het volledige gebouw.
- 2023 | Uitbreiding: Som van de horizontale dakoppervlakte van de uitbreiding + 2x de oppervlakte van de uitbreiding, met een maximum van de totale horizontale dakoppervlakte van het volledige gebouw.
Groendaken
- 2013 | Voor groendaken is de aansluiting op een hemelwaterput niet verplicht. Voor de bepaling van de infiltratieoppervlakte worden de dakoppervlakten van groendaken gedeeld door twee.
- 2023 | Voor groendaken is de aansluiting op een hemelwaterput niet verplicht. Indien wel toegepast en voor de bepaling van de infiltratieoppervlakte worden de dakoppervlakten van groendaken die een bufferend vermogen van 50 l/m² hebben gedeeld door twee.
Berekening afwaterende oppervlakte van verhardingen
- 2013 | Uitbreidingen van verhardingen: som van de uitbreidingen + 1x de oppervlakte van de uitbreiding, met een maximum van de totale oppervlakte van alle verharde oppervlaktes.
- 2023 | Uitbreidingen van verhardingen: som van de uitbreidingen + 2x de oppervlakte van de uitbreiding, met een maximum van de totale oppervlakte van alle verhardingen.
- 2013 | Aftrek i.f.v. hemelwaterput: 60 m² indien een conforme hemelwaterput aanwezig is, of meer indien gemotiveerd aangetoond.
- 2023 | Aftrek i.f.v. hemelwaterput: 30 m² per aangesloten wooneenheid indien een conforme hemelwaterput aanwezig is, of meer indien gemotiveerd aangetoond.
Wanneer is een infiltratievoorziening verplicht?
- 2013 | Altijd verplicht, tenzij het goed < 250 m².
- 2023 | Altijd verplicht, tenzij het goed < 120 m².
Hoe groot moet de infiltratievoorziening zijn?
- 2013 | Bepaling op basis van de afwaterende oppervlakte: een buffervolume van 25 l/m² en een infiltratieoppervlakte van 4%.
- 2023 | Bepaling op basis van de afwaterende oppervlakte: een buffervolume van 33 l/m² en een infiltratieoppervlakte van 8%.
Hoe wordt de infiltratievoorziening aangelegd?
- 2013 | /
- 2023 | Bovengronds, tenzij gemotiveerd aangetoond dat een ondergrondse aanleg onvermijdbaar is. Tot op een diepte van 50 cm wordt geacht dat de bodem boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand gelegen is. Indien de diepte > 50 cm, en de afwaterende oppervlakte > 1.000m² worden bijkomende proeven gevraagd.
- 2023 | De noodoverlaat bevindt zich op minder dan 30 cm onder het maaiveld.
Wanneer is een buffervoorziening verplicht?
- 2013 | Indien beschermingszone I/II van een drinkwatergebied
- 2023 | Als om technische redenen geen infiltratievoorziening kan aangelegd worden, en als de afwaterende oppervlakte > of gelijk is aan 1.000 m².
- 2013 | Via een afwijking.
- 2023 | Als om technische redenen geen infiltratievoorziening kan aangelegd worden, en als de afwaterende oppervlakte < 1.000 m²: geen buffervoorziening verplicht, rechtstreekse afvoer naar RWA.
Hoe groot moet de buffervoorziening zijn?
- 2013 | Bepaling op basis van de afwaterende oppervlakte: een buffervolume van 25L/m² en vertraagde afvoer van max. 20 l/s/ha indien de afwaterende oppervlakte > 2.500 m².
- 2023 | Bepaling op basis van de afwaterende oppervlakte: een buffervolume van 43 l/m² en een lozingsdebiet van maximaal 5 l/s/ha.
Aansluitverplichtingen van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening
- 2013 | /
- 2023 | Een deel van of alle daken van de overdekte constructie of het gebouw in kwestie, met inbegrip van de bestaande daken, voor zover deze nog niet zijn aangesloten, worden op de hemelwaterput, de infiltratievoorziening of de buffervoorziening aangesloten, behalve als daarvoor bijkomende leidingen onder of door bestaande gebouwen moeten worden aangelegd of als dat door andere regelgeving wordt verboden. Het aan te sluiten deel is minstens zo groot als de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte van de daken.
- 2023 | Een deel van of alle verhardingen, met inbegrip van de bestaande verhardingen, voor zover deze nog niet zijn aangesloten, worden op de infiltratievoorziening aangesloten, behalve als daarvoor bijkomende leidingen onder of door bestaande gebouwen moeten worden aangelegd of als dat door andere regelgeving wordt verboden. Het aan te sluiten deel is minstens zo groot als de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte van de verhardingen.
Collectieve voorzieningen
- 2013 | /
- 2023 | Aan de bepalingen van dit besluit kan worden voldaan door de aanleg van afzonderlijke voorzieningen of door de aanleg van collectieve voorzieningen. Collectieve voorzieningen worden gedimensioneerd op basis van de som van de oppervlakten die erop aangesloten worden. Het geheel van afzonderlijke voorzieningen die onderling uitwisselbaar zijn, wordt beschouwd als collectieve voorziening.
- 2013 | Een verkavelingsvergunning waarbij nieuwe wegen worden aangelegd kan alleen verleend worden als voorzien is in de plaatsing van collectieve voorzieningen voor infiltratie en buffering. Voor de berekening van de dimensionering van de infiltratie- of buffervoorziening wordt uitgegaan van de oppervlakte van de aan te sluiten wegverharding vermeerderd met 80 m² per kavel binnen de verkaveling. De verplichtingen op de individuele kavels blijven onverminderd van toepassing.
- 2023 | Voor elk project met nieuwe of her aan te leggen wegenis is een collectieve infiltratievoorziening verplicht. Als er om technische redenen geen collectieve infiltratievoorziening kan worden aangelegd, wordt een collectieve buffervoorziening aangelegd als de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte groter dan of gelijk is aan 1.000 m². De afwaterende oppervlakte is gelijk aan de aan te sluiten wegverharding vermeerderd met 80 m² per bebouwbaar perceel binnen het project of per bebouwbaar perceel dat grenst aan het openbaar domein. De verplichtingen op de individuele percelen blijven van toepassing.