VLAREMA?
De bouwsector heeft een stevige impact op het globale grondstoffen- en materialengebruik. Om de Europese doelstelling voor 2030 te halen, moet minstens 50% van alle bouw- en sloopafval hergebruikt of gerecycleerd kunnen worden in hoogwaardige toepassingen.
Met het VLAREMA (Vlaams Reglement betreffende het duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen) wil de overheid verschillende doelstellingen rond materialenbeheer in de praktijk brengen. Gescheiden inzameling aan de bron vormt één van de speerpunten van het wijzigingsbesluit VLAREMA 9. Het is een middel om de kwaliteit van het recyclaat te verhogen en de hoeveelheid afval naar het stort of de verbrandingsoven te verlagen.
Wat verandert er voor sloopwerken in VLAREMA 9?
Apart in te zamelen afvalstromen
Eén onderdeel van VLAREMA 9 focust op het gescheiden houden van materialen die vrijkomen bij bouw- en sloopwerken. De huidige lijst apart in te zamelen afvalstromen wordt uitgebreid met acht bijkomende afvalstromen die typisch zijn voor bouw- en sloopafval:
- niet-teerhoudend asfaltpuin;
- funderingsmaterialen die niet conform eenheidsreglement gerecycleerde granulaten kunnen verwerkt worden;
- verontreinigde fracties bouw- en sloopafval die achteraf niet kunnen worden uitgesorteerd bij de verwerker;
- cellenbeton;
- gipskartonplaten en gipsblokken;
- glaswol;
- rotswol;
- bitumineuze dakdichtingen.
De eerste vijf gaan in werking op 1 juli 2024, de laatste drie pas op 1 januari 2027. Ook moet het bouw- en sloopafval gescheiden van andere afvalstoffen worden aangeboden en gescheiden worden gehouden bij de ophaling of inzameling.
Apart in te zamelen afvalstromen volgens Vlarema 9. Bron: OVAM
Gemengd bouw- en sloopafval
Gemengd bouw- en sloopafval zal afzonderlijk van ander gemengd afval uitgesorteerd moeten worden, zodat het sorteerresidu voldoet aan de resultaatsvoorschriften voor de afvoer naar verbranding of storten.
Als de sorteerinrichting hieraan niet kan voldoen, zal die:
- ofwel de inrichting moeten optimaliseren;
- ofwel zijn acceptatiebeleid moeten aanpassen en bepaalde fracties in zijn recipiënt gemengd bouw- en sloopafval moeten weigeren;
- ofwel het sorteerresidu afvoeren naar een inrichting die dit sorteerresidu verder kan uitsorteren, zodat wel aan de resultaatsvoorschriften wordt voldaan.
- Hoe de markt hierop reageert, valt af te wachten. Het is mogelijk dat de kostprijs van gemengde containers door dit proces stijgt.
Afvalbeheer- en sloopplan
Een belangrijk instrument in de evolutie naar het sluiten van materiaalkringlopen is het gekende sloopopvolgingsplan (SOP) en de sloopopvolging door een erkende sloopbeheerorganisatie. Dit SOP identificeert, lokaliseert en kwantificeert alle sloopmaterialen. De conformiteitsverklaring kan een advies bevatten over de hergebruik- en verwerkingsmogelijkheden van de sloopmaterialen.
VLAREMA 9 introduceert het afvalbeheer- en sloopplan als een bijkomend instrument. In dit plan zal de aannemer aangeven hoe hij of zij de gescheiden inzameling en afvoer van alle fracties bouw- en sloopafval praktisch zal organiseren op de werf. Dit laatste zal de aannemer beschikbaar moeten stellen voor de start van de bouw-, sloop-, ontmantelings- en renovatiewerken, en is noodzakelijk bij gebouwen:
- waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en ...
- waarvan het totale bouwvolume groter is dan 1.000 m³ voor alle niet-residentiële gebouwen waarop de vergunning betrekking heeft, of groter dan 5.000 m³ voor alle in hoofdzaak residentiële gebouwen, met uitzondering van eengezinswoningen.
Het toepassingsgebied van het afvalbeheer- en sloopplan is hetzelfde als dat van het sloopopvolgingsplan, maar dan enkel voor gebouwen en niet voor infrastructuurwerken. Bijkomend is de verplichting ook van toepassing op nieuwbouw. De OVAM werkt momenteel nog aan een sjabloon hiervoor.
Uitzonderingen
Op de basisregel van gescheiden inzameling aan de bron zijn er enkele uitzonderingen: bij droge niet-gevaarlijke fracties die rechtstreeks afkomstig zijn van een actieve werf kan worden afgeweken van de selectieve inzameling, als aan één van volgende voorwaarden is voldaan:
- De aaneengesloten beschikbare ruimte voor het plaatsen van containers is minder dan 40 m².
- Er is een verklaring van de veiligheidscoördinator waaruit blijkt dat het bouw- en sloopafval niet op een veilige manier kan worden gescheiden.
- De totale hoeveelheid gemengd bouw- en sloopafval is kleiner dan 40 m³.
Het gemengd bouw- en sloopafval moet afgevoerd worden naar een sorteerinrichting die voldoet aan de voorwaarden vermeld in VLAREMA9.
Welke impact heeft VLAREMA 9 op jouw taak als architect?
Beter scheiden aan de bron en de nood aan nieuwe grondstoffen terugdringen is een ambitie waar alle bouwpartners aan moeten bijdragen: opdrachtgevers, slopers en andere aannemers, ophalers en ook architecten.
Jouw takenpakket als architect is erg breed en is gericht op advies- en bijstand van de opdrachtgever. Hoewel er uit de VLAREMA 9 geen concrete verantwoordelijkheid voor architecten voortvloeit, is het, gezien de betrokkenheid en vaak coördinerende rol in het volledige bouwproces, wel aangewezen om de volgende zaken in het achterhoofd te houden.
Tijdens het voortraject
Je maakt de aannemer attent op zijn of haar verantwoordelijkheid voor het correct gescheiden inzamelen aan de bron (art. 4.3.2). Afhankelijk van de grootte van het project, zal de aannemer eveneens een afvalbeheer- en sloopplan moeten opstellen (art. 4.3.3, zie verder). Iedereen mag de aannemer wijzen op diens verplichting om een afvalbeheer- en sloopplan (indien van toepassing) op te maken, ook de architect. De opvolging van het afvalbeheer- en sloopplan zal mee worden opgenomen in de procedures en de werking van Tracimat. De architect kan de aannemer dus wel informeren, maar is geen partij die overeenkomstig het VLAREMA een verantwoordelijkheid draagt.
Wie wil inzetten op hergebruik en aan de slag gaat met de opmaak van een hergebruikinventaris, kan de verplicht gescheiden in te zamelen stromen als uitgangspunt nemen. De aannemer dient namelijk de nodige inspanningen te doen om deze fracties zo zuiver mogelijk te ontmantelen en te stockeren.
Bij de aanvraag van het omgevingsvergunningdossier
Hoewel de voorwaarden voor het afvalbeheer- en sloopplan gelijklopend zijn aan die van het SOP, heeft dit vandaag nog geen implicaties voor de aanvraag van de omgevingsvergunning.
Tijdens de bouw- en sloopwerken
Wanneer je als architect(e) opmerkt dat er niet correct gescheiden wordt ingezameld aan de bron, kun je de aannemer hierop wijzen.
Verantwoordelijke voor de gescheiden inzameling aan de bron?
De verantwoordelijkheid van de gescheiden inzameling aan de bron ligt bij de producent van de afvalstoffen. Dat is meestal de aannemer, aangezien die de materialen zal 'ontginnen' uit sloop of ontmanteling. Maar dit kan ook de bouwheer zelf zijn, als die de sloop zelf uitvoert.
Bij de afvoer van een gemengde container met bouw- en sloopafval moet de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar (IHM) een visuele controle uitvoeren op de aanwezigheid van gescheiden in te zamelen afvalfracties. Dit moet nogmaals gebeuren bij de acceptatie ervan door de vergunde verwerker.
Indien nodig wordt een non-conformiteit opgemaakt en ingeschreven in het non-conformiteitenregister. In het geval van nultolerantie zal de container met gemengd bouw- en sloopafval niet meegenomen worden door de inzamelaar (bv. als er klein gevaarlijk afval zoals verfpotten aanwezig is in de gemengde container met puin, hout, rioleringsbuizen, …).
Daarnaast zijn er fracties waarvoor er non-conformiteiten opgesteld worden, maar waarvoor geen nultolerantie geldt, zoals inboedelafval, verpakkingsafval of bepaalde materialen vermeld in de acceptatiecriteria. In dit geval kan de IHM zelf kiezen om de container al dan niet te aanvaarden. Door deze extra stap zullen aannemers mee gestimuleerd worden om maximaal gescheiden in te zamelen aan de bron.
Wat met de timing van de werken?
De wijziging van VLAREMA 9 hoeft geen enorme impact te hebben op de timing van de werken. Er wordt vandaag al heel wat gescheiden gedemonteerd. Maar ondanks deze inspanningen verdwijnen de materialen uiteindelijk toch vaak in de container met gemengd bouw- en sloopafval. Deze VLAREMA-wijziging beoogt een shift naar materialenvalorisatie.
Incentives?
De studie 'Urban Mining van gebouwen' (vito, Buildwise, Uhasselt, VUB, Datavisser, OVAM) toont aan dat er vandaag al een duidelijke financiële incentive is om grotere hoeveelheden puin gescheiden aan te bieden. Het is de bedoeling dat er op termijn ook verdere incentives komen om ander bouw- en sloopafval gescheiden op te halen.
Help jij mee?
Het scheiden van sloopmaterialen aan de bron en hun hergebruik hebben tal van voordelen: onze lokale economie krijgt een boost, we zorgen ervoor dat we in de toekomst minder afhankelijk worden van externe grondstoffen, en de impact van de bouwsector op het milieu verlaagt.
Er is een enorme creativiteit nodig om de waarde in reststromen te herkennen en te benutten. Dat creatief vermogen, en de durf om een stapje verder te gaan dan wat voorlopig wettelijk verplicht is, sluit aan bij de maatschappelijke kerntaak van de architect.