Het paritair comité voor architecten: PC 336

Voor de meeste bedrijfstakken bestaat er een paritair comité, een overlegorgaan tussen werkgevers en werknemers. Dat bepaalt een heleboel zaken, zoals het minimumloon en de verplichte indexering, maar ook de voorwaarden rond mobiliteit en bijscholing. Via collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) worden maatregelen dan geformaliseerd.

Architectenkantoren vallen onder het relatief recente PC 336, samen met de meeste andere vrije beroepers. De afgesproken regels gelden niet enkel voor architect-medewerkers, maar ook voor administratieve krachten en andere bedienden. Zelfstandige medewerkers vallen hier uiteraard niet onder.

Binnen dit paritair comité vinden er iedere twee jaar onderhandelingen plaats tussen de Federatie Vrije Beroepen en de vakbonden. Ook NAV is hierbij betrokken.

Op 27 september 2023 werd een sociaal akkoord afgesloten.

Wat verandert er in 2024?

Het nieuwe akkoord is geldig van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. We zetten de belangrijkste veranderingen op een rij.

1. Indexering lonen

Heb je als werkgever al een eigen welomlijnde methodiek voor loonindexatie? Dan mag je die blijven hanteren.

Heb je geen vast systeem, en gebeurt indexatie dus eerder ad hoc? Dan moet je volgende indexatieregels volgen:

  • Op 1 januari 2024 werd het bedrag van het vast maandloon geïndexeerd en dat zal op 1 januari 2025 ook gebeuren.
  • De berekening gebeurt door het sociaal secretariaat op basis van de cijfers van het planbureau volgens de volgende formule: (de afgevlakte gezondheidsindex van november + december van het lopende jaar) / (de afgevlakte gezondheidsindex van november + december van het jaar-1)
  • De indexering is begrensd op een voltijds maandloon van 3.500 euro. Dit wil zeggen dat als het loon hoger is dan 3.500 euro, slechts het gedeelte onder 3.500 euro geïndexeerd moet worden.

2. Eén minimumloon.

Op 1 januari 2024 werd voor alle werknemers uit de sector, ongeacht de leeftijd of anciënniteit, een minimaal maandloon van 2.048,93 euro ingevoerd.

Er is afgestapt van het idee om met sectorale minimumloonschalen op basis van functieclassificatie en leeftijd te werken.

3. Opleiding en opleidingsinstituut

Sinds de arbeidsdeal van 2022 ben je als werkgever verplicht om opleiding te voorzien voor je werknemers. De paritaire comités moeten die verplichting omzetten in een concrete regeling en dat is nu gebeurd. Het aantal verplichte individuele opleidingsdagen wordt bepaald door het aantal werknemers in de onderneming. De sociale partners hebben ervoor gekozen om het aantal opleidingsdagen jaar na jaar op te bouwen.

Aantal verplichte individuele opleidingsdagen:

  • Minder of gelijk aan 4 werknemers? 0 dagen
  • Minstens 5 en minder dan 10 werknemers? Sinds 1/1/2024: 1 dag
  • Minstens 10 en minder dan 20 werknemers?
    • Sinds 1/1/2023: 1,5 dag
    • Vanaf 1/1/2026: 2 dagen
  • Meer dan 20 werknemers?
    • Sinds 1/1/2023: 3 dagen
    • Sinds 1/1/2024: 3,5 dagen
    • Vanaf 1/1/2026: 4 dagen
    • Vanaf 1/1/2028: 4,5 dagen
    • Vanaf 1/1/2030: 5 dagen

Voor de berekening van het aantal opleidingsdagen wordt gewerkt met periodes van vijf jaar. Het doel is dat op het einde van elke vijfjarige periode de werknemer gemiddeld minimum het verplicht aantal opleidingsdagen per jaar heeft ontvangen.

Voor de financiering van het opleidingsinstituut Liberform wordt de werkgeversbijdrage van 0,12% verlengd tot en met 31 december 2025. Die 0,12% komt dus boven op de verschuldigde werkgeversbijdrage van 25%.

4. Mobiliteit

Het nieuwe sectorakkoord bevordert het fietsgebruik. Sinds 2024 hebben werknemers recht op 27 eurocent per kilometer, met een maximum van 10,80 euro per dag (40 kilometer heen en terug).

De modaliteiten van deze fietsvergoeding kun je als ondernemer verder bepalen. Denk maar aan een tool waarmee de werknemers de afgelegde afstand moeten ingeven.

5. Geen koopkrachtpremie

In het sectoraal akkoord is geen verplichte koopkrachtpremie opgenomen. Je kunt als bedrijf wel zelf beslissen om er een toe te kennen.

6. Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) “lange loopbaan” en het tijdskrediet

Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT, vroegere brugpensioen) “lange loopbaan” en het systeem van tijdskrediet worden verlengd.

7. Uitzondering op aangepaste beschikbaarheid

Aangepaste beschikbaarheid houdt in dat als een werknemer werkloos wordt en een werkloosheidsuitkering wenst, hij of zij tot de leeftijd van 65 jaar dient ingeschreven te worden als werkzoekende en beschikbaar moet blijven voor nieuw werk. Daar zijn echter een aantal uitzonderingen op mogelijk.

Ons paritair comité is nu toegetreden tot twee cao’s die de voorwaarden (ontslagdatum, leeftijd, loopbaan, …) vastleggen waaronder een werknemer kan worden vrijgesteld van deze aangepaste beschikbaarheid. Meer details hierover vraag je best aan je sociaal secretariaat.

Steven2

Steven Lannoo

Directeur

NAV

Gerelateerde artikelen