De bouwschil als antwoord op comfort

Mechanische koeling van lucht is ontstaan in 1902. Nadien raakten ook de thermostaat en het vaste instelpunt op maat van het ‘standaard comfortniveau’ meer ingeburgerd. Dit proces werd nog meer versneld na de integratie van airco in auto’s, bussen en trein. Airco is zo toegankelijk geworden dat iedereen er gewend aan is geraakt.

Ondertussen blijven bedrijven zoeken naar nieuwe technologieën om te voldoen aan onze steeds hogere comfortverwachtingen. Maar blindelings vertrouwen op technologie creëert energieschaarste in een wereld waar ook mobiliteit, AI, clouds en blockchain concurreren om groene stroom.

Daarentegen tonen de bouwstijlen uit het verleden beproefde alternatieven die comfort gaven bij een krapper energieaanbod. Ook bouwmethodieken uit andere klimaatzones met een gelijkaardig aanbod aan grondstoffen en zonnestanden kunnen inspiratie geven voor low-tech-oplossingen.

Gebouwen die autarkisch, holistisch en low-tech zijn dankzij een intelligent gevelontwerp, kunnen onze energetische voetafdruk en afhankelijkheid van elektriciteit of fossiele brandstof sterk reduceren.

Gesteund door historisch experiment kunnen we de hedendaagse eenheidsworst doorbreken en tegelijk vergissingen uit het verleden omzeilen. Dit illustreer ik graag met twee voorbeelden.

Case 1: Hofkamer, Antwerpen (1772)

Tijdens onze renovatieopdrachten of expertises in verschillende gebouwen is het opgevallen dat oplossingen op comfortvraagstukken die ontstaan zijn in pré-elektra tijden, eenvoudiger te handhaven zijn in tijden waarin overdaad niet vol te houden is. We kregen in 2021 de vraag om een oplossing te bedenken voor een probleem van zonnestraling met respect voor erfgoed. De site en zijn omgeving werd volledig in kaart gebracht en geïmporteerd uit de digital twin van Antwerpen die vrij beschikbaar is. Na een dubbelcheck van enkele cruciale afmetingen gingen we verder aan de slag.

IMG20210414141505

Hofkamer, Antwerpen

Een analyse via een 3D-model en botanische informatie toonde aan dat de reeds aanwezige haagbeuk niet vroeg genoeg in blad kwam om het probleem van lichtpenetratie op de muurschilderingen in de ruimte tegen te gaan. Extra bomen waren dan weer geen goed idee en sterk beeldbepalend.

3 D schaduwen omgeving

3D-model Hofkamer Antwerpen

Zonwerende beglazing of folie was niet verenigbaar met het bestaande schrijnwerk en het interieur. Dit zijn ook blijvende maatregelen die buiten de duur van het probleem niet nodig zijn.

Het antwoord werd gevonden in restanten van metalen bevestigingspunten in de natuurstenen raamomlijsting en een Frans handboek over schrijnwerk uitgegeven door de Académie Royal des Sciences (deel 1 - 1769).

Buitenzonwering als plug-in, verstopt achter een houten of metalen lambrekijn is al sinds 1769 een optie. Als proof of concept kan dit wel tellen.

Raam

Hofkamer, Antwerpen. Bevestigingsprofiel van buitenelement.

Art du menuisier en batiment ed 1769

Handboek: L'art du menuisier en bâtiment (1769)

255 jaar sinds de publicatie van het handboek zijn de nodige updates en technologische evoluties doorgevoerd, zoals nieuwe materialen voor de lamellen, UV-bestendige kabels, gelijkstroom buismotoren, teflon gesmeerde kogellagers of automatisatie gekoppeld aan adaptieve thermostaten. De basis blijft dat een gevelelement, al dan niet gekoppeld aan een systeem, de eerste bescherming biedt tegen hinderlijke zonnestraling. Manuele systemen vragen meer bewustzijn van de gebruikers. Automatische systemen ontzorgen voor een deel de bewoners met energie als pasmunt.

Zonwering in de vorm van rolluiken, screens en gordijnen als thermische buffer zijn elementen die al lang in onze gebouwen aanwezig zijn en onderhevig zijn aan trends, stijlkeuze en goesting, maar als principe overeind blijven. En vergis je niet: ook vaste ornamenten, dagkanten en raamlijsten zijn onderhevig aan stilistische grilligheden, maar spelen in wezen een functionele rol in afwatering, lichtbreking en het creëren van geveldiepte.

IMG20210414144712

Hofkamer, Antwerpen

Sinds de opkomst van het modernisme wordt gezocht naar eenvoud in architectuur als tegenbeweging tegen de overdaad aan zuivere ornamentiek. Denk maar aan “gebouw zonder wenkbrauwen” van Adolf Loos.

Form follows function, dixit Louis Sullivan. Maar niet ieder ornament was een puur esthetische keuze. Door het functionele doel van historische elementen te achterhalen en er een gepaste en intelligente hedendaagse doorwerking van te ontwikkelen, ontstaat een ontwerp met historische eigenheid, meer dan een kopij van het verleden.

Case 2: Passionistenlaan, Kortrijk (2014 – 2020)

Bij de renovatie van het VAC Passionistenlaan in Kortrijk wou Office KGDVS de bestaande betonstructuur ontdoen van alle technische kokers en die verplaatsen naar de gevel. Hierdoor ontstond een vrij vloerplan. Via betonnen schijven in de vorm van balkons werd een oplossing gevonden voor oververhitting.

Kortrijk 20210910 121536

Passionistenlaan, Kortrijk © Bureau Bouwtechniek

Maar hoe haal je, ondanks de grote luifels en diepe dagkanten, voldoende daglicht binnen? Hiervoor werd gekeken naar een project van Baas en Stockla uit 1938. Zij integreerden glasdallen in een betonnen luifel om een balkon af te schermen en toch doorschijnend te maken. De integratie van glas in beton werd gezien als een middel om gezonde binnenomgevingen te maken en te besparen op gas en elektriciteit.

Uiteindelijk kwamen we tot een resultaat met ronde uitsparingen in de betonplaat, ingevuld met beloopbaar glas. Dit is zowel licht als beloopbaar.

Villa Rotterdam museumpark11

Villa in Rotterdam met glasdallen in een betonnen luifel. Naar een ontwerp van G.W. Baas en L. Stokla (1938).

Conclusie?

Een nieuwe stroming zal ontstaan als we de oplossing voor klimaat en comfort zoeken in de bouwschil én in lessen uit het verleden. Die moeten we dan omzetten naar een hedendaags beeld.

Martijn Vyncke

Ing. Martijn Vyncke

Energie-adviseur

Bueau Bouwtechniek