Eind november overleed Erik Meersschaert, mijn ‘oudste’ vriend, op 68-jarige leeftijd aan asbestkanker. Ik leerde Erik in 2007 kennen in het schildersatelier in de academie in Oudenaarde, waar ik me een jaar eerder had ingeschreven. Tussen de hobbyisten van ‘bakkersvrouwen en gepensioneerden’, was Erik een imposante verschijning en niet alleen door zijn rijzige gestalte. Erik, een ingenieur van opleiding, was bezeten van kunst, deelde die kennis gretig en verdiepte zich in de schildertechnieken van meesters om meer inzicht in hun oeuvre te krijgen. Zijn interesse was heel ruim en hij was ook een begenadigd quizzer. In 2009 won Erik De Canvascrack, Herman Van Molle roemde hem jaren later in een terugblik als de meest indrukwekkende supercrack. Ik vroeg Erik een aantal keren voor een quizteam. Onlangs herinnerden vrienden me hoe we bij een quizvraag na wat moeite historische gebeurtenissen in chronologische volgorde hadden weten te plaatsen. Erik keek geamuseerd toe en na onze poging schreef hij er gewoon de exacte jaartallen naast.
Na enkele jaren verliet ik de academie, maar het contact bleef. Op een bepaald moment ontstond de traditie om jaarlijks een daguitstap te maken naar een tentoonstelling gecombineerd met architectuur, meestal net voorbij de landsgrenzen. Waarschijnlijk begon het met de trip naar Mies van der Rohe – 1:1 Modell Golfclubhaus in 2013, de tijdelijke evocatie van het project van Mies in Krefeld, een schitterende installatie door Robbrecht en Daem, te midden van de velden. In de auto toonde Erik zich telkens een meesterlijk verteller. Hij deelde anekdotes uit zijn onderzoek naar Adriaen Brouwer, over wie hij een boek schreef, en over Jef Van der Veken, over wie zijn volgende publicatie zou gaan. Jef Van de Veken werd bekend door zijn kopie van het gestolen paneel van de Rechtvaardige Rechters dat hij op eigen initiatief schilderde, maar ook berucht door zijn hyperrestauraties. Van der Veken vertrok van middelmatige schilderijen uit de vijftiende en zestiende eeuw, waarvan hij de bovenste verflagen verwijderde, waarna hij het werk volledig weer opbouwde. ‘En zie, na de restauratie bleek het toch wel een meesterwerk van Rogier Van der Weyden te zijn!’ Deze regelrechte vervalsingen hangen tot op vandaag in musea.
In september 2022 stond Erik op de stoep voor het Vermeermuseum in Delft, toen hij het telefoontje van de longarts kreeg met het nieuws dat hij longvlieskanker had. Hij had een week eerder zijn stembanden laten controleren omdat hij een jaar na een covidbesmetting nog steeds met een zwakke stem sukkelde. De incubatietijd van asbestkanker is lang. Pas twintig tot veertig, soms vijftig jaar na blootstelling wordt de ziekte zichtbaar. In 1974 werkte Erik een maand als jobstudent bij Scheerders Van Kerchove’s Verenigde Fabrieken, oftewel SVK, een grote asbestfabriek in Sint-Niklaas. Longvlieskanker of mesothelioom is een vrij zeldzame kanker – 311 gevallen in 2022 of 0,4% van alle kankers in België – maar genezing is nog zeldzamer. Asbest is een even trage als genadeloze doder. Tussen diagnose – na de lange incubatietijd – en begrafenis zit gemiddeld 15 maanden.
"Erik nam zich voor om niet verbitterd te worden en gaf asbestslachtoffers een stem"
Na de diagnose zette Erik noodgedwongen zijn bloeiende carrière als ingenieur stop. Hij nam zich voor om niet verbitterd te worden en gaf asbestslachtoffers een stem. Tijdens de afscheidsceremonie in het crematorium van Sint-Niklaas zat de aula afgeladen vol. Tientallen mensen stonden recht of zaten op bankjes buiten de zaal. Er waren veel asbestslachtoffers of sympathisanten opgedaagd, na het woordje van de voorzitster van STOFFvzw rolde een applaus van achteren naar voren. Er klonk respect voor het werk van Erik uit, maar ook een ingehouden woede. Vlaanderen heeft het hoogst aantal asbestdoden per inwoners ter wereld. De concentratie is het hoogst rond de fabrieken zoals in Sint-Niklaas of Kapelle-op-den-Bos, waar de slachtoffers niet enkel in de fabrieken werkten. Bij de introductie van de voorzitster van de vzw kregen we te horen dat ze haar moeder had verloren aan asbestkanker. Net als veel andere vrouwen van arbeiders raakte ze besmet doordat ze de werkkleding van haar man waste, die bij SVK werkte. De kleding was letterlijk zwaar door de asbestvezels.
Erik sprak de afgelopen twee jaar ook politici aan op hun verantwoordelijkheid. De regeling van het asbestfonds was hem een doorn in het oog. In een opiniestuk riep hij Guy Verhofstadt ter verantwoording voor de aanpassing die de toenmalige premier eigenhandig in de asbestwet doorvoerde – ter bescherming van de voormalige asbestproducenten. Door deze aanpassing kunnen asbestslachtoffers enkel aanspraak maken op steun van het asbestfonds als ze afzien van hun recht om de fabrikanten voor het gerecht te dagen. Niet enkel de asbestproducenten, maar alle Belgische bedrijven en zelfstandigen dragen bij aan het asbestfonds. De bijdrage van SVK bedraagt 900 euro per jaar, niet eens voldoende om één slachtoffer twee weken te vergoeden. Bij enkele politici vond Erik wel gehoor. Zuhal Demir stond erop om zelf op de begrafenis te spreken, ze verhaalde hoe Erik het eerste asbestslachtoffer was dat ze als toenmalig minister van Omgeving ontmoette en dat dit een diepe indruk had gemaakt.
"Onwetendheid of stoerdoenerij brengt niet alleen de gezondheid van de arbeiders, maar ook van anderen in de omgeving in gevaar"
Na de dienst zag ik een architect die Erik goed gekend had. Hij haalde aan hoe hij op een werf tot zijn verbijstering had gezien dat de asbestleien gewoon op een hoopje werden gegooid. In het bestek was de asbestverwijdering nochtans nauwkeurig beschreven en ook de inschrijvingsprijs was hoog genoeg voor een correcte verwijdering. “Maar alles op een hoop gooien, en op het einde van de dag bijeenvegen is natuurlijk gemakkelijker en goedkoper.” Onwetendheid of stoerdoenerij brengt niet alleen de eigen gezondheid van de arbeiders, maar van anderen in de omgeving in gevaar. De architect vervolgde met een anekdote over een asbestattest dat niet tot in het uitvoeringsdossier was geraakt, waardoor een renovatieproject in zijn buurt niet werd opgestart volgens de vereiste voorzorgsmaatregelen – als bezorgde burger had hij ingegrepen.
Soms wordt het gevaar nog onderschat. In augustus 1974 werkte Erik in het atelier waar asbestleien werden bewerkt, op het einde van de dag moesten ze het afval bij elkaar vegen, omhuld door een stofwolk. De gevaren van asbest waren toen niet ruim bekend, maar studies hadden al in de jaren 50 en 60 de risico’s aangetoond. In België waren we rijkelijk laat met het verbieden van asbest, de productie is verboden sinds 1998. Ondertussen gebruikten we in België het meeste asbest per inwoner ter wereld. Deze erfenis is immens. Er ligt asbest op de daken, er zit asbest in tuinmeubilair, in branddeuren, in pleisterwerk of als isolatie rond leidingen.
Het is een titanenwerk om onze gebouwen te saneren. De kosten zijn navenant, de eigenaar betaalt – de vervuiler blijft buiten schot. Pas raakte bekend dat Zuhal Demir vanuit haar nieuwe functie compensaties voor asbestverwijdering in Vlaamse scholen verhoogt.
Ik zag Erik de laatste keer in mei. We hadden onze uitstap een keer moeten uitstellen, maar die voormiddag bezochten we het Permekemuseum in Jabbeke. Uitjes moest hij noodgedwongen tot een halve dag beperken, maar hij was zoals altijd scherp. Na de lunch, waarmee zijn echtgenote Leen ons thuis opwachtte, troonde hij me mee naar zijn atelier/schrijvershok dat hij enkele jaren geleden zelf ontworpen en gebouwd had in de tuin. Daar, tussen recente boeiende experimenten met grafiek, hingen de werken die hij bijna twintig jaar eerder in het atelier in Oudenaarde maakte. Kort nadien stelde ik nog een bezoek aan een woning in de buurt voor, maar dat raakte niet meer gepland. Zijn dood kwam toch nog onverwacht. Een volgende uitstap bleef in de lucht hangen.
Arnaud Tandt
Ir.-architect en columnist