Als architect en voorzitter van NAV kijk ik met grote nieuwsgierigheid naar de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober. Door de toenemende autonomie van de steden en gemeenten in hun vergunningsbeleid en ruimtelijke ordening, is de samenwerking tussen lokale besturen en architecten cruciaal geworden. Helaas blijkt de autonomie vaak in ons nadeel te zijn: ons werk wordt nog te zeer bemoeilijkt door onbereikbare en onderbemande diensten Ruimtelijke Ordening, complexe regelgeving, versnipperd beleid en dito kennis. Het is dus ook aan de toekomstige gemeentebesturen om beter te doen.

Investeren in goed opgeleide en gekwalificeerde ambtenaren

Zo is de Handreiking Vooroverleg die het Departement Omgeving vorig jaar uitgaf, een stap in de juiste richting, maar kan de implementatie ervan beter. Steden en gemeenten krijgen veel vrijheid om er hun eigen invulling aan te geven, wat ook op het vlak van vooroverleg leidt tot een gebrek aan uniformiteit. Dat maakt ons werk nodeloos ingewikkeld en tijdrovend. Een evaluatie van het effect van de Handreiking binnen afzienbare tijd is daarom noodzakelijk. Als daaruit blijkt dat de gewenste resultaten niet worden bereikt, moet er worden nagedacht over een bindend plan, met dwingende maatregelen voor álle gemeenten want een goed voortraject is een win-win voor alle partijen.

Doordat steden en gemeenten de complexer wordende regelgeving verschillend interpreteren, liggen onvoorspelbaarheid en inefficiëntie op de loer. Vandaar dat we ook nood hebben aan een aanspreekpunt voor architecten bij stadsdiensten en adviesinstanties. Gemeenten moeten investeren in goed opgeleide en gekwalificeerde ambtenaren die deskundig en consistent kunnen oordelen. Strengere en toepasselijke diplomavereisten mogen wat ons betreft weer worden ingesteld. Of waarom geen opleidingen voor ambtenaren in de dienst stedenbouw aanbieden? Want alleen met gekwalificeerde ambtenaren kan een professionele beoordeling van bouwdossiers worden gegarandeerd.

Daarnaast hameren wij nog steeds op het beëindigen van de versnippering aan voorschriften voor kroonlijsten, na-isolatie, rooilijnen, ... Een uniform sjabloon voor stedenbouwkundige verordeningen, leesbaar voor zowel professionals als leken, kan hierin soelaas bieden. De huidige toestand zorgt voor een wirwar van voorschriften die wel eens inconsistent en tegenstrijdig zijn. Dit bemoeilijkt ons werk, dus weg ermee.

Werk maken van de bouwshift

Lokale besturen tonen volgens ons ook nog te weinig ambitie om vastgeroeste gewoontes te doorbreken en de maatschappelijk noodzakelijke doelen te halen om het ruimtelijk rendement te verhogen en het ruimtebeslag te verminderen. Als we echt werk willen maken van de bouwshift, zullen gemeenten hun kernen duidelijker moeten afbakenen en inzetten op kwalitatieve verdichting. Architecten moeten vervolgens de ruimte krijgen om innovatieve oplossingen te implementeren, bij voorkeur zonder te worden tegengehouden door lokale protesten of kortzichtige beleidskeuzes. Formuleer een duidelijke visie op ruimtelijke ontwikkeling en handel er consequent naar. Dan maakt NIMBY-tegenstand minder kans.

Tot slot moeten gemeenten echt gaan investeren in hun relatie met bouwprofessionals. Architecten spelen een sleutelrol in het realiseren van duurzame en energiezuinige bouwoplossingen en het naleven van steeds strengere regelgeving. Onze deskundigheid en kennis rond stedenbouwkundige thematieken is groot, vandaar dat wij een essentiële rol in gemeentelijke adviesinstanties voor ruimtelijke ordening (zoals GECORO’s) te spelen hebben.

Kortom: het is tijd voor uniforme regelgeving en voorschriften (wars van versnipperde interpretaties), gekwalificeerde omgevingsdiensten en ambtenaren en een constructieve dialoog. Een nieuwe legislatuur biedt nieuwe kansen om deze uitdagingen aan te pakken en gezamenlijk te werken aan een duurzame, innovatieve en efficiënte ruimtelijke ordening. Laten we deze kans grijpen om het verschil te maken.

Dirk Mattheeuws

Dirk Mattheeuws

Nationaal voorzitter

NAV