Zowel in De Tijd als op Doorbraak.be klonken de afgelopen dagen kritische geluiden over de renovatiestrategie van de Vlaamse overheid. Professor Bouwtechniek (UGent) Nathan Van Den Bossche verwijst in een opiniestuk naar de overschatting van de energiebesparing die een energetische renovatie opbrengt, de afvalstroom die een grondige renovatie met zich meebrengt en de sociale implicaties: het verplicht opwaarderen en verbeteren van woningen duwt veel mensen uit de woonmarkt. Architect Vincent Van Den Broecke laakt de onbetrouwbare EPC-attesten en pleit zelfs voor een afschaffing van de renovatieplicht, onder andere omdat het niet fair zou zijn dat huiseigenaars de waarde van hun oude woningen zien dalen. Kortom: de renovatieverplichting lijkt op haar grenzen te stuiten.
Lock-ins en onderschatte kosten
Dat verbaast ons niet. Ook onze architecten zien in de praktijk steeds dezelfde problemen opduiken: opdrachtgevers onderschatten de kosten van een renovatie doordat de EPC-attesten een te rooskleurig beeld scheppen, particulieren starten met ad-hoc-renovaties die tot lock-ins en extra kosten leiden en de nadruk ligt te veel op energie en te weinig op het gebruik van de juiste materialen. Toch kan van het afschaffen van de renovatieplicht geen sprake zijn. De renovatieverplichting heeft twee belangrijke effecten. Ten eerste zorgt ze ervoor dat mensen meer geneigd zijn om hun budget te investeren in energetische ingrepen in plaats van louter afwerking. Ten tweede duwt de verplichting de prijzen van woningen met een slechte EPC-score omlaag waardoor kopers meer budget over hebben voor de renovatie. Zonder deze effecten kunnen we de klimaatdoelstellingen van 2050 nooit halen.
Duurzaam wonen voor iedereen
Ook NAV is voorstander van het efficiënter inzetten van architecten, aannemers, materialen en subsidies met als voornaamste doel duurzaam wonen voor iederéén mogelijk te maken. Dat kan volgens de grootste architectenberoepsvereniging van het land als de overheid net méér ambitie toont en wel op die manier:
1. Verleng de termijn
Nu moeten woningen en appartementen die na 2023 werden gekocht gerenoveerd worden naar label D of beter en dat binnen de vijf jaar na aankoop. Door nieuwe huiseigenaars geen vijf maar vijftien (!) jaar tijd te geven en hen te verplichten om binnen die termijn label A te halen, spreid je de kosten, stimuleer je hen met een renovatiemasterplan te werken en zullen kopers minder bieden op slechte woningen waardoor ze budget overhouden voor doordachte renovaties.
2. Koppel subsidies aan een renovatiemasterplan
Renovaties en premies gaan hand in hand in ons land, maar het overheidsgeld wordt nu onvoldoende efficiënt ingezet. Ook toekomstige functionele en technische lock-ins (bv: nieuw schrijnwerk dat moet worden uitgebroken op het moment dat een keuken moet worden uitgebreid) worden gesubsidieerd. Dat moet anders. Door subsidies te koppelen aan een masterplan kunnen onnodige kosten ten gevolge van lock-ins vermeden worden en kunnen mensen het maximum uit hun renovatiebudget halen.
3. Informeer kopers beter
Correcte informatie vanuit de overheid over de kost van een renovatie zal mensen tegenhouden te veel te bieden op ‘slechte’ woningen. Wij zien momenteel al een neerwaartse druk op de verkoopprijzen van woningen met een slechte EPC-score. Een meer ambitieuze renovatieplicht zal die druk verder verhogen waardoor mensen met een beperkt budget meer ruimte krijgen om te investeren in energiebesparende maatregelen.
4. Verbeter de EPC-certificaten
Correcte en voldoende gedetailleerde EPC-certificaten zijn noodzakelijk om de pijnpunten van een woning in kaart te brengen. Een inhoudelijke opwaardering dringt zich op, alsook strengere controles van het controleorgaan.
5. Maak werk van circulariteit
Professor Nathan Van Den Bossche heeft gelijk als hij zegt dat renoveren een afvalstroom op gang brengt. Maar het afschaffen van de renovatieplicht is geen structurele oplossing om efficiënter met grondstoffen om te gaan. We maken beter werk van het uitrollen van een echte circulaire bouweconomie. Eén van de belangrijke maatregelen die we op dat vlak moeten nemen is het integreren van de EPB-eisen in een toekomstig M-peil dat ook rekening houdt met de milieu-impact bij de productie van materialen.