column

"We focussen zo vaak op het langdurige dat we het kortstondige uit het oog verliezen"

Ir.-arch. Arnaud Tandt • 6 september 2023

Architecten – willen – bouwen voor de eeuwigheid. Onze focus op duurzaam bouwen versterkt nog deze ambitie: het gebouw dat het langst meegaat is het meest duurzame. Toch verdient ook het tijdelijke onze aandacht.

De Hill House in Helensburgh kreeg een semi-transparante omhulling voor de restauratiewerken. Foto: Sean Kelly

“True beauty lies in things that die, things that change.” Het was een frappant beeld op de Biënnale van Venetië: deze quote van de Japanse metabolist Kisho Kurokawa, naast een maquette van zijn recent gesloopte Nakagin Capsule Tower. Het volledige citaat leest als volgt: “We used to consider things that could live forever to be beautiful. But this way of thinking has been exposed as a lie. True beauty lies in things that die, things that change.” Kurokawa alludeerde ermee op de aanpasbaarheid van zijn toren die de levensduur zou verlengen, en dus zeker niet op de afbraak, waartegen hij zich verzette op het eind van zijn leven. Japanners hebben wel iets met vergankelijkheid, zoals het vieren van de kersenbloesems of het herbouwen van het Ise-schrijn elke 20 jaar.

 

We focussen zo vaak op het langdurige dat we het belang van het kortstondige uit het oog verliezen, hoewel daarin veel potentieel huist.

De Nakagin Capsule Tower in Tokyo, die ondertussen afgebroken is. Ontwerp: Kisho Kurokawa

Tijdelijke constructie

April 2019, onmiddellijk na de zware brand die grote delen van de Parijse Notre-Dame in de as legde, doken ontwerpvoorstellen op die een nieuwe toekomst voor de kathedraal verbeeldden. Zelfs Norman Foster liet zich verleiden om zo’n worp wereldkundig te maken. Het was verspilde energie. Niet alleen konden de ontwerpen, die uit een eerstejaarsatelier leken te komen, niet tippen aan Viollet-le-Duc, bovendien was de focus verkeerd.

 

Het was veel boeiender geweest om na te denken over hoe de stellingen omheen de restauratie vorm konden krijgen, de werkzaamheden zouden immers jarenlang het uitzicht en de plek domineren. Een interessant antwoord werd tezelfdertijd in Schotland geleverd. Carmody Groarke bouwde datzelfde jaar een box voor de Hill House van Charles Rennie Mackintosh. De tijdelijke constructie biedt een droge omgeving voor de restauratie, terwijl de semi-transparante omhulling de woning zichtbaar laat. Via een loopbrug die in de box rond de woning plooit, kan de Hill House op een unieke manier bekeken worden tijdens de 15-jaar durende werken.

 

Tijdelijk verblijf

Sebastião Salgado is een Braziliaanse documentairefotograaf die indrukwekkende zwart-witfoto’s maakt van de natuur en de menselijke aanwezigheid, in het bijzonder mensen die onderhevig zijn aan armoede, hongersnood en politieke onderdrukking. Wim Wenders maakte samen met Salgado’s zoon een fascinerende documentairefilm ‘The Salt of the Earth’ over Salgado’s leven en werk. Toen ik een tiental jaar geleden de film zag, werd ik vooral getroffen door de foto’s die Sebastião Salgado maakte in de vluchtelingenkampen in Rwanda. Ze zijn bijzonder aangrijpend omdat ze duidelijk maken dat mensen er een leven voor een onbepaalde tijd moeten zien op te bouwen.

 

De context van de tentenkampen is, zelfs los van de oorzaak van de vluchtelingenstroom, bijzonder uitdagend: gronden die niet mogen ingenomen worden, vluchtelingen die zich niet willen vestigen. De tijdelijke situatie kan soms jarenlang aanslepen, met alle consequenties van dien. Alle infrastructuur ontbreekt, sanitair voorop, maar er is ook nood aan plekken om een gemeenschap te vormen. Met de vluchtelingenkampen in het achterhoofd ontwikkelden DMOA architecten de Maggie Shelter een alternatief dat op een slimme manier het tijdelijke wat oprekt door in de constructie een ontdubbelde wand aan de tentconstructie toe te voegen. Die wand kan opgevuld worden met lokale materialen en maakt het geheel steviger en beter bestand tegen de weerselementen.

Maggie Shelter, DMOA architecten

Tijdelijke gemeenschap

Wanneer het bij ons gaat over de huisvesting van vluchtelingen, tijdens of na hun asielaanvraag, gaat het in de eerste plaats over het aantal te realiseren opvangplaatsen. Gezien de overheid al moeite heeft om hieraan te voldoen, is het misschien ijdele hoop te denken dat we de vraagstelling kunnen uitbreiden. Om perspectief te bieden is het belangrijk dat mensen een gemeenschap kunnen vormen. De Japanse architecten hadden het goed begrepen toen ze na de aardbeving en tsunami op 11 maart 2011, ‘Home-for-All’ lanceerden. Met dit project bouwden ze in het verwoeste gebied kleine ‘woningen’ met enkel woonkamers waar zich een gemeenschapsleven kon ontspinnen.

 

Het collectief Seasonal Neighbours voert onderzoek naar seizoensarbeiders die in Borgloon enkele maanden in de fruitpluk komen werken. Aangezien de arbeiders hun verblijf hier expliciet als tijdelijk zijn – hun leven is in hun thuisland – is het moeilijk om een gemeenschap te vormen. De onderzoekers merkten echter op dat de arbeiders zich opdirkten om naar de lokale Aldi te gaan en dat er zich een gemeenschapsleven vormde op de parking. Ciel Grommen en Maximiliaan Royakkers, twee leden van het collectief, ontwierpen daarom ‘House for Seasonal Neighbours’: een lichte structuur op wielen, als overdekte plek om dit leven te faciliteren.

House for Seasonal Neighbours. Ontwerp: Ciel Grommen en Maximiliaan Royakkers. Foto: Olmo Peeters

Tijdelijk?

Tijdelijkheid is een kwestie van perspectief. Ook in wat we als tijdelijk beschouwen. Of wat we als tijdelijk bedoelen – de stellingen voor de restauratie van het Brusselse Justitiepaleis zijn ondertussen zelf aan renovatie toe.

 

Toen ik bij Ryue Nishizawa, in Europe best bekend als deel van het Japanse SANAA, wou polsen of hij zijn eigen architectuur als tijdelijk beschouwde, gaf hij me een ander perspectief: “Wanneer ik met Europeanen spreek, heb ik soms het gevoel dat we elkaar niet begrijpen. Ook al gebruiken we dezelfde woorden. ‘Tijdelijk’ heeft voor jullie misschien een betekenis die ik niet kan vatten, omwille van onze verschillende culturele achtergrond. Ik wil architectuur maken die een lang leven beschoren is, honderd jaar of zo. Dat is misschien tijdelijk in het aanschijn van de Jōmon periode (de Japanse prehistorie, red.), die 10.000 jaar duurde …”