column

"Misschien gewoon meer bomen? Hoe een simpele vraag vaker zou moeten weerklinken"

Ir.-arch. Arnaud Tandt • 6 november 2023

Meer bomen planten om onze steden klimaatbestendig te maken, het is laaghangend fruit. Soms niet alleen figuurlijk. Maar als het zo eenvoudig is, waarom zien we dan nog zoveel kale vlaktes? Onze columnist Arnaud Tandt benoemt de knelpunten en stelt enkele oplossingen voor.

Hollainhof, Gent. Foto: Arnaud Tandt

Een moment in het derde jaar aan de universiteit, zo’n twintig jaar geleden. Het ontwerp van onze groepsopdracht voor een woonproject aan de Muide zat muurvast. De atelierbegeleider keek naar de ongelukkige inplanting van onze woonblokken en uitte na een korte overpeinzing: “Ik weet het niet. Misschien gewoon meer bomen?” Een suggestie waarmee we tot onze ergernis op dat moment helemaal niets aan konden vangen – en me daarom bijbleef.

 

Jaren later, tijdens een bezoek aan het Hollainhof in Gent schoot net die opmerking door mijn hoofd toen ik me afvroeg waarom het binnenhof kwaliteit mist – zeker vergeleken met het naastgelegen Begijnhof waarnaar het wedstrijdontwerp uitdrukkelijk verwijst. Het binnenplein is onherbergzaam, in tegenstelling tot het rustige groen van het begijnhof. Batterijen ramen kijken erop uit, zonder dekking te bieden – een van de weinige voldragen bomen die er nu staan, prijkt op de foto bovenaan deze tekst. Meer boomkruinen zouden de priemende blikken enigszins kunnen temperen en het leven op het binnenplein een kans geven.

 

“In Nieuw Zuid lijkt het soms alsof er meer bomen op de gebouwen staan dan errond”

 

Sindsdien doemt de vraag “Misschien gewoon meer bomen?” al eens op wanneer ik een project zie. Net als de bijgedachte, waarom ontwerpers – of opdrachtgevers – die vraag schijnbaar nog steeds niet stellen. Het overviel me recent op Nieuw Zuid in Antwerpen, waar het soms lijkt alsof er meer bomen op de gebouwen staan dan errond.

 

Binnengebieden

Het Hollainhof kwam ook aan bod in mijn interview met Glenn Lyppens – die repliceerde dat er in het wedstrijdontwerp wel grote bomen op de tekeningen stonden en het daardoor meer “begijnhofachtig” aandeed. Lyppens wijst in zijn posts op sociale media ook al eens op de impact die bomen kunnen hebben voorbij het eigen perceel waarop ze staan.

 

“We zouden voorbij de individuele kavels moeten kijken"

 

Zo is er de grote kwaliteit die boomkruinen bieden aan straten wanneer ze over de tuinmuur hangen. Riante tuinen dragen zo bij tot de leefbaarheid van de onmiddellijke omgeving, ook al zijn ze niet toegankelijk. Een grote uitdaging vormt het klimaatbestendig maken van binnengebieden van bouwblokken, versnipperd in minuscule tuintjes en koertjes. Die tuinen zijn meestal te klein om volgens de regels een grote boom te mogen planten – als die twee meter van de perceelsgrens moet blijven. Terwijl bomen net in zo’n binnengebied enorm veel kwaliteit opleveren. Elke vorm van groen is er een meerwaarde, bomen zorgen voor privacy, schaduw en zijn goed voor de akoestiek door het temperen van het geluid.

 

We zouden voorbij de individuele kavel moeten kijken hoe bomen ingezet kunnen worden in zo’n binnenblok. In de studie After Sprawl stelde Xaveer De Geyter voor om een grid van bomen te introduceren in restruimtes, volgens een opgelegd ritme dat zowel over private als publieke ruimtes geschoven zou worden. Enkele goedgeplaatste grote bomen zouden in een binnengebied telkens meerdere tuintjes van groen en schaduw voorzien.

 

Laaghangend fruit

Dat het onder een boom makkelijk tien graden koeler kan zijn dan in de omgeving, dankzij de schaduwwerking én de verdamping, is ondertussen geweten. In Parijs trekken ze resoluut de kaart van meer bomen om de stad leefbaar te houden in tijden van klimaatopwarming. Bas Smets mag de omgeving van de Notre-Dame klimaatbestendig maken door extra bomen aan te planten om schaduwplekken te creëren. Over het plein voor de kathedraal, dat bomenvrij moest blijven, zal op hete dagen een dunne waterlaag lopen om de gevoelstemperatuur te verlagen.

 

Wanneer bomen op grote schaal aangeplant worden, is het belangrijk om de juiste bomen te kiezen en monocultuur te vermijden. Ottawa zag zijn Amerikaanse iepen in de jaren 60 ten prooi vallen aan de uitheemse iepenziekte (“Dutch Elm Disease” in het Engels), waarna ze vaak vervangen werden door essen. Vandaag worden deze essen op grote schaal door de smaragdgroene essenboorder gedecimeerd en dreigt de geschiedenis zich te herhalen. Voldoende variëteit in de gekozen bomen is dus belangrijk. Inheemse bomen vormen geen garantie, zeker niet gezien door de klimaatopwarming mogelijk andere bomen beter zullen gedijen in onze streken.

 

"Soms is één boom al genoeg"

 

Meer bomen planten om schaduwrijke plekken te bieden aan wie ernaar snakt op bloedhete dagen, het is laaghangend fruit. Soms niet alleen figuurlijk. Initiatieven als de eetbare stad, waarbij fruitbomen en -struiken het louter siergroen vervangen, duiken meer en meer op. Ze helpen ook om groen bij een grotere groep aantrekkelijk te maken. Niet iedereen ziet bomen graag komen. Bomen vormen ook een uitdaging voor de stedelijke infrastructuur en niet enkel voor de eronder geparkeerde auto’s: takken kunnen tramkabels verstoren, wortels voetpaden opstuwen.

 

Soms is één boom al genoeg. De solitaire plataan op het Prudens Van Duyseplein in Gent markeert al 150 jaar de rotonde en is een visueel ijkingspunt vanuit vijf straten.

 

Juiste vraag

Louis Kahn herinnerde zich het bezoek van Luis Barragán aan het Salk Institute waarbij de ‘binnentuin’ door Kahn nog niet ontwikkeld was. “Toen Barragán de ruimte betrad, stapte hij naar de betonnen wanden, raakte hen aan en sprak zijn liefde voor hen uit. Daarna zei hij, terwijl hij over de vlakte naar de oceaan tuurde, ‘Ik zou geen boom of zelfs geen grassprietje in deze ruimte planten. Dit moet een stenen plaza worden, geen tuin.’ Ik keek naar Dr. Salk en hij naar mij en we voelden allebei dat hij volkomen gelijk had. Onze goedkeuring opmerkend, vervolgde Barragán vrolijk: ‘Als je er een plaza van maakt, dan win je een façade – een façade naar de hemel.’” (uit: ‘Consequential Encounters: Luis Barragán’s Influence on Louis Kahn’, Patricia O’Leary)

 

Louis Kahn schrapte alle bomen uit zijn plan, voorzag een smal kanaaltje in een vlakte van travertijn en creëerde één van de meest iconische ruimtes uit de architectuurgeschiedenis.

 

Barragán had gelijk.

 

In alle andere gevallen is de enige juiste vraag: “Misschien gewoon meer bomen?”