Polygoon Architectuur
Speelplaats omgetoverd tot avontuurlijke groene oase
De bestaande speelplaats van basisschool De Fontein in Sint-Niklaas was oorspronkelijk een klassieke speelplaats in betonklinkers. Op initiatief van de school en oudervereniging kwam het idee om de speelplaats (1.400 m²) open te breken en om te toveren tot een groene oase van 800 m² met leuke speelhoeken en verborgen plekjes. Ook enkele ouders staken de handen uit de mouwen om mee te werken aan de uitvoering.
De speelplaats bevat nu een uitdagende mix van speelactiviteiten zoals kruiptunnels, een blotevoetenpad, klimpalen en een speelse waterpomp. Architectenbureau Kristof De Lange besteedde in het ontwerp van het concept extra aandacht aan een duurzame, milieubewuste opbouw. De doordachte plantenkeuze en onderhoudsvriendelijke materialen zorgen voor een langetermijngerichte inrichting. Er werd geopteerd voor inheemse, voor een speelplaats geschikte beplanting en robuuste plantensoorten aangezien de omgeving rond de planten intensief wordt belopen door de kinderen. De keuze werd ook bepaald in functie van de hoogtes zodat toezicht mogelijk blijft. Door de recuperatie van de betonklinkers van de bestaande speelplaats werd een oerdegelijk materiaal hergebruikt voor de nieuwe zitbanken. De stenen banken zijn goedkoop en vragen zo goed als geen onderhoud.
De bestaande circulatie van en naar de klaslokalen wordt niet gehinderd. Er is ook ruimte voorzien voor een buitenklas, waar aangepaste activiteiten georganiseerd kunnen worden. Door het contact met het groen wordt buitenspelen extra gestimuleerd. Een eyecatcher is de ‘boomstamwatervalpartij’ of het watercircuit waarmee de kinderen kunnen spelen. Het regenwater dat op het dak van de refter valt wordt opgevangen in een ondergrondse ton van 4.000 liter. Het opgepompte water stroomt vervolgens langs een uitgeholde boomstam naar beneden, waar het op het einde wordt opgevangen en terug naar de regenton gaat.
Groene rustplaats in het hart van de stad
1010 architecture urbanism stond in samenwerking met Infrabureau Demey in voor het ontwerp van het vernieuwde de Coninckplein in Roeselare. Het plein aan de Sint-Amandskerk was voorheen volledig verhard in kasseistenen en deed dienst als parking. Vooraleer de stad met de feitelijke heraanleg kon starten, werd er een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de hand van proefsleuven. Hierbij werden geen archeologische vondsten ontdekt. Het plein werd vervolgens omgevormd tot een groene ontmoetingsplek met een grasplein en extra bomen in het hart van de stad. Van de totale oppervlakte (4.930 m²) werd 1.444 m² onthard. De zitbanken nodigen uit tot rusten of keuvelen onder de grote platanen die een extra buffer vormen tegen het autoverkeer dat voortaan rond het plein wordt geleid. Het vernieuwde plein is nu ook een locatie voor kleinere evenementen op maat.
Roeselare is met dit onthardingsproject niet aan zijn proefstuk toe. De stad legt bij de heraanleg van het openbaar domein de focus op extra vergroening. Er wordt onder meer op toegezien dat de opvang van hemelwater bij afstroom van verhardingen terechtkomt in bestaande of nieuwe groenzones en wadi’s. Waar mogelijk worden bestaande ongebruikte verhardingen omgezet in extra waterdoorlatende groenzones die zowel een functionele als een esthetische meerwaarde hebben. Andere gerealiseerde voorbeelden zijn de TRAX omgevingsaanleg (100% beton omgezet naar 50% groen), de vergroening van het centrum van Beveren (uitbraak bestaande verharding en omvorming tot nieuwe groenzone), de heraanleg van de Expo-parking en het zwembad Schiervelde (omvorming van volledig verdichte parking tot groene parking met hagen, bomen en waterdoorlatende grasdallen) en het Marie-Louise De Meesterplein (omzetten van 100% verharding naar extra groenzones). Naar de toekomst staat het promoten en ondersteunen van vergroening van speelplaatsen op het programma.
Hightech in wilde bloemenweide
SVR-ARCHITECTS ontwierp in opdracht van ontwikkelaar Biovest Bioscape in Zwijnaarde een nieuwe campus voor een tiental biotechbedrijven. Het architectenbureau mocht het project ontwerpen vanaf haalbaarheid en stedenbouwkundig plan tot en met de inrichting van de labo’s voor de huurders.
Van het vroegere laagbouwconglomeraat werd één gebouw behouden en grondig gerenoveerd. De terreinoppervlakte bestaat nog steeds uit 12.400 m², de footprint van de bebouwing werd in vergelijking met vroeger praktisch gehalveerd (6.000 m² = 48%, momenteel 3.100 m² = 25%). Daar waar de bruto vloeroppervlakte vroeger 10.000 m² bedroeg is dit nu 16.500 m².
Bioscape werd eind verleden jaar officieel geopend. Met een knipoog naar de Amerikaanse universiteitscampussen is Bioscape een echt ‘life science park’ met ongeveer 16.200 m² laboruimte, waar dagelijks bijna 500 medewerkers hun talenten ontplooien.
Bioscape omvat vier hoogtechnologische labo-gebouwen die rond een centraal plein georganiseerd zijn. Op die manier rendeert de verharding zowel als toegang als ontmoetingsruimte. Er is ook een afzonderlijk parkeergebouw voorzien onder 2.000 m² groendak.
Het groen park is zichtbaar vanaf de kruising E19xE40 in het industriepark Zwijnaarde. Uitgevoerd in zilverkleurig aluminium en glas, staan de vier asymmetrisch ingeplante individuele gebouwen met vier tot zes bovengrondse verdiepingen middenin een zee van wilde bloemen. Het ‘hoofd’ van elk gebouw, met daarin de inkom, de faciliteiten en de trap, geeft uit op een ruim plein, voorzien van grote tegels met gras tussenin. Het achterliggend ‘lichaam’ met de labo’s en de kantoren, is telkens volledig omgeven door groen, met korenbloemen en papavers tot dicht tegen de muren en ramen.
De campus is ontworpen als een doorwaadbaar, transparant geheel, omgeven door een wilde bloemenweide, hoge grassen en jonge bomen. Tussen de gebouwen in zorgen wadi’s voor verfrissing en voor een ecologische waterhuishouding. Het overtollige regenwater wordt ter plaatste geïnfiltreerd in de bodem in wadi’s vol water minnende plantengroei.
Hoewel architectuur, aanleg en beplanting de campus een duidelijke identiteit geven, zorgen de vijvers, de bomen en de hoge grassen tussen de gebouwen voor een zekere privacy voor elke onderneming.

SVR-ARCHITECTS
Rijkswachtkazerne wordt cohousingproject
POLYGOON Architectuur realiseerde in samenwerking met Jouri De Pelecijn een onthardingsproject waarbij een rijkswachtkazerne in Deurne werd herbestemd tot cohousingproject. Hierbij werd doordacht gebruikgemaakt van de oorspronkelijke structuren.
De vraag kwam van vier bevriende gezinnen die een samenwoonproject voor ogen hadden. Hierbij werden de volgende vereisten vooropgesteld: op fietsafstand van het stadscentrum, gemeenschappelijke functies en een gedeelde tuin, voldoende behoud van de privacy. De bestaande situatie omvatte 892,69 m² (inclusief kelder en garages), de nieuwe 1.033,71 m² (inclusief kelder en uitbreiding).
De voormalige rijkswachtkazerne werd omgevormd tot vier gelijkwaardige gezinswoningen. Er werd een extra scheidingsmuur geplaatst die de oorspronkelijke middelste travee doormidden snijdt. Hierdoor kon de binnenindeling en karakteristieke baksteenarchitectuur van de voorgevel behouden worden.
Om de vier woningen een gelijkaardige oppervlakte te geven, kregen de buitenste units een extra uitbouw op de eerste verdieping.
De tuin en fietsberging worden gedeeld. De kelder onder het oorspronkelijke volume werd ingericht als gemeenschappelijke wasplaats.
Het terrein was oorspronkelijk voor meer dan de helft bebouwd en verhard. Tijdens de verbouwing werden de garages die op de oorspronkelijke binnenkoer stonden afgebroken, de verhardingen en parkeerplaatsen voor een groot stuk vervangen door groen, en werd er compact uitgebreid in houtskeletbouw. De woningen kregen een grote gemeenschappelijke tuin van ongeveer 1.000 m² en twee gemeenschappelijke voortuinen (met in het midden een beperkte verharde zone voor autodelen), waardoor de buurt een groen uitzicht kreeg. De bewoners kijken nu vanuit de eetkamers uit op de tuin, wat een verademing is in het drukke Deurne. Voor de herbestemming was de ruimte aan de straatkant bestraat en diende ze als parkeerplaats. Doordat de huidige bewoners aan autodelen doen kwam er plaats vrij om de troef van de Zuidgerichte ligging uit te spelen.

POLYGOON Architectuur
Dit artikel verschijnt in het kader van het project Ruimtelijk Rendement dat gesubsidieerd wordt door het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid
