ruimtelijke ordening

Ruimte voor/na corona: 'Verdichting moet gepaard gaan met meer groene en speelruimte'

Staf Bellens • 8 december 2020

Welke impact heeft corona op ons ruimtegebruik en onze woonbehoeften? Welke lessen kunnen we uit de pandemie trekken? We vroegen het aan vier mensen die elk op hun manier professioneel met de problematiek te maken hebben. Vandaag: Kristof De Winne van buurtontwikkelaar Matexi.

“Ik stel twee belangrijke evoluties vast. Ten gevolge van corona hebben mensen hun buurt opnieuw ontdekt. Ze gingen wandelen en fietsen, zochten groene plekken op, staken buren een handje toe en deden hun inkopen in de buurtwinkel. Dat versterkt tendensen die zich al langer aftekenen op de vastgoedmarkt: de behoefte aan kwaliteitsvolle open ruimte, aan infrastructuur voor een zachte mobiliteit, aan voorzieningen in de onmiddellijke nabijheid en aan sociaal contact in de eigen omgeving. Dat zijn meteen de pijlers waarop onze filosofie als ontwikkelaar van buurten - de laatste twee decennia steeds vaker in de vorm van binnenstedelijke reconversieprojecten - steunt. We mikken op ruimtelijke, stedenbouwkundige en architecturale kwaliteit waarin verdichting gepaard gaat met onder andere groene en speelruimte, ontharding, ontpitting en minder ruimte voor de auto. We kijken daarbij naar de toegankelijkheid en mobiliteit en streven waar mogelijk naar zachte verbindingen. We beschikken met de ‘buurtbarometer’ sinds jaren over een online tool die het niveau van voorzieningen en de duurzame bereikbaarheid in kaart brengt. Tot slot trachten we de interactie tussen buurtbewoners aan te wakkeren. Daarom investeerde de familiale holding boven Matexi in de start-up Hoplr, de buurt-Facebook die intussen 500.000 gezinnen groepeert en rijp is voor internationale expansie. Daarom ook hebben we de Matexi Award voor buurtverbindende initiatieven in het leven geroepen.”

 

“Een tweede vaststelling is dat grondgebonden woningen met een tuin en appartementen met een groot terras meer dan ooit in trek zijn. De voorbije drie jaar bestond ongeveer de helft van onze verkoop in België uit huizen en de andere helft uit appartementen. De voorbije twee kwartalen steeg het aandeel huizen naar twee derde. Dat betekent helemaal niet dat iedereen morgen weer naar het platteland zal trekken, maar dan moet het aanbod in steden en kernen wel voldoende kwaliteitsvol zijn. Zeker voor binnenstedelijke ontwikkelingen is het juiste product voor de juiste doelgroep een cruciale voorwaarde, zodat de stadsvlucht van jonge gezinnen ophoudt. Ontwikkelaars en lokale overheden beseffen dat, maar er blijven obstakels. Lokale regels belemmeren soms de kwaliteit van een project, bv. door te verbieden om een ingebuisde beek weer open te maken of door een verplichte minimale straatbreedte op te leggen. Elke niet-verharde vierkante meter creëert niet alleen meer groene ruimte, maar draagt ook bij tot een beter watermanagement en tempert het hitte-eilandeffect.”

 

“Onze prognoses voor de vastgoedmarkt? Van maart tot mei kende de verkoop een dip, sindsdien zitten we weer op het normale peil. Maar het verlies is niet volledig goedgemaakt, wat heel de bouw- en vastgoedsector zal voelen. Voor de toekomst van de vastgoedmarkt zijn drie elementen essentieel: de koopkracht, de intrestvoet en de fiscaliteit. De sterkte van de markt zijn de blijvend lage intrestvoeten. Een mogelijke zwakte is de koopkracht als de gezondheidscrisis daarop een negatieve weerslag zou hebben. De fiscaliteit op woningen vormt een bedreiging én een opportuniteit. Een verhoging van de fiscale lasten zou nefast zijn. Anderzijds vormt het verouderde woningenbestand een gelegenheid om de Europese klimaatdoelstellingen in te vullen. De overheid kan bij de verkoop van een woning de verplichting opleggen om die binnen een bepaalde periode conform de energienorm te renoveren. De geografische veralgemening van de btw-verlaging voor sloop en herbouw is prima, maar een uitbreiding naar kopers van een hernieuwbouw in een stedelijk reconversieproject is absoluut noodzakelijk. Om de wachtlijsten voor sociale woningen aan te pakken kan de overheid incentives in het leven roepen om het vele spaargeld richting projecten voor de private huurmarkt te dirigeren, ondersteund door huursubsidies voor welomlijnde doelgroepen. Er liggen dus nog heel wat kansen.”

Nuttige links
“De sleutelfactor voor betere woonkwaliteit is de publieke & collectieve ruimte”

Tom Lagast, stedenbouwkundig ontwerper/ruimtelijk procesmanager (Space-lab).

“Zet middelen in voor mensen die geen eigendom kunnen verwerven”

Stadssocioloog Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen)